Zo gaat Opleiden 2025 de zomer in

Met Opleiden 2025 wil de Federatie wetenschappelijke verenigingen helpen om medische vervolgopleidingen toekomstbestendig te maken. In de vier deelprojecten die opleiders, aios en andere betrokkenen ondersteunen om daar te komen, zijn dit jaar grote stappen gezet. Wat gebeurt er zoal achter de schermen? 

‘Het huidige jasje van de opleidingsstructuur knelt’

Hoe de opleidingsstructuur eruit gaat zien, is nog niet duidelijk. Maar dát de opleiding op de schop gaat wel, vertelt projectleider Angelique Bijsterveld. 

‘Iedereen is het erover eens dat het huidige jasje van de opleidingsstructuur begint te knellen. Er komen steeds nieuwe thema’s bij en er is behoefte aan interprofessioneel leren. Daarnaast leren de dokters van nu niet meer alleen uit boeken: dat vraagt dus een andere benadering. Er zijn generalisten nodig die oog hebben voor oudere patiënten met meerdere aandoeningen, terwijl de opleiding is geënt op het opleiden tot subspecialist. En dan zijn er nog ontwikkelingen als zorg op afstand met behulp van digitale zorg. De opleiding moet dus anders.’

Zoektocht

‘In alle eerder verschenen visiedocumenten over de medische vervolgopleiding komen grote gemene delers terug als toegankelijke, innovatieve zorg voor iedere patiënt en de juiste zorg op de juiste plek. Die moeten een plek krijgen in de opleiding. De grote vraag is: hoe? De curricula zitten nu al bomvol en er komt niet meer tijd bij voor de opleiding.

Om die vraag te beantwoorden, heeft een werkgroep sinds begin 2020 consultatierondes gehouden met experts over bepaalde thema’s. Zo hebben we met de opstellers van het Raamplan Geneeskunde gekeken hoe de vervolgopleiding beter kan aansluiten. Met andere experts hebben we ons gebogen over de vraag wat medisch specialisten moeten weten over technologische innovaties: moeten ze die kennen en kunnen, of erop kunnen sturen?’

Knoop doorhakken

Dat bracht de werkgroep op een volgende vraag: waartoe leiden we op? Wat is ons beeld van een medisch specialist? Er is nu geen generiek beroepsprofiel voor de medisch specialist. Met een contournota willen we een stip op de horizon zetten, die de komende jaren verder zal worden uitgewerkt. Daarnaast hakken we binnenkort de knoop door over hoever we gaan met de herstructurering van de opleiding. Daarmee nemen we de eerste horde. Spannend, want uiteindelijk moet er draagvlak zijn bij de beroepsgroep om de verandering in gang te kunnen zetten.’

‘Het mooiste is dat verenigingen van elkaar leren’

Met een digitale toetsingstool en een digitaal leerplatform ligt er een basis voor wetenschappelijke verenigingen om digitaal en blended leren verder uit te bouwen, vertelt Marieke van der Horst, die als projectleider het deelproject ondersteunt.

‘Er zijn dertig medisch-specialistische vervolgopleidingen. Toch werken de wetenschappelijke verenigingen maar beperkt samen op het gebied van het ontwikkelen van cursorisch onderwijs of toetsen. Met dit project wil onze werkgroep de samenwerking vergroten en structureel verankeren richting 2025. Met een enquête hebben we in kaart gebracht welke activiteiten de verenigingen op hoofdlijnen doen en op welke gebieden ze graag willen samenwerken. Daaruit kwamen efficiënter toetsen en digitaal leren naar voren.’

Betere toetsen

‘Door de uitbraak van COVID-19 was de noodzaak om voortgangs- en kennistoetsen digitaal af te nemen ineens hoog. Inmiddels heeft de werkgroep een toetsingstool gekozen waar op dit moment negentien wetenschappelijke verenigingen gebruik van maken. De volgende stap – het doorontwikkelen – zit in het verbeteren van de kwaliteit van de toetsing. Waar voorheen alleen meerkeuzevragen beschikbaar waren, zijn nu meer vraagvormen mogelijk: bijvoorbeeld vragen waarbij meerdere antwoorden goed zijn, de aios antwoorden in de goede volgorde moet zetten of iets moet aanwijzen. Zo kunnen we niet alleen kennis, maar ook inzicht en toepassing toetsen. Daardoor staan de toetsen dichter bij de doelen uit het landelijk opleidingsplan en de dagelijkse praktijk.’

Digitaal en blended leren

‘Ook heeft de werkgroep voor Opleiden 2025 een digitale leeromgeving voor aios ingericht. Hierin is ruimte voor zowel e-learnings als ‘blended’ vormen waarin aios zich bijvoorbeeld digitaal voorbereiden en daarna live bij elkaar komen. De eerste vier pilots zijn positief beoordeeld. Nu kunnen alle wetenschappelijke verenigingen er gebruik van maken. Sterker nog: de aanvragen stromen binnen. Het mooist is natuurlijk als wetenschappelijke verenigingen van elkaar leren en zelfs modules met elkaar uitwisselen. Zeker de ‘nieuwe thema’s’, denk aan kunstmatige intelligentie (AI) of samen beslissen, lenen zich daar uitstekend voor. Dat zijn onderwerpen die voor iedere medisch specialist relevant zijn.’

Volgende stap

‘We hebben in beeld gebracht welke activiteiten elke vereniging doet op het gebied van opleiden, hoe dat is georganiseerd en hoeveel inspanning dat kost. Dat vormt een mooi uitgangspunt om weer volgende stappen te zetten. Die gaan er zeker komen, want bij het werken aan de digitale toetsing en leeromgeving heb ik al gemerkt dat de verenigingen zelf graag de handschoen oppakken. We doen dit echt voor en samen met dokters.’

‘De medisch specialist kan niet meer alles alleen doen’

De zorg van de toekomst vraagt om artsen die met elkaar en met andere zorgprofessionals kunnen samenwerken, zowel binnen als buiten de kliniek. Dat ‘leren samenwerken’ begint in de opleiding, vindt projectleider Marieke Bolk, die de werkgroep ondersteunt om dat vorm te geven.

‘Patiënten willen de zorg ervaren als een samenhangend geheel waarin zorgverleners met elkaar samenwerken. Tegelijkertijd kan de medisch specialist niet meer alles alleen doen. Steeds meer aandoeningen vragen om een integrale benadering en overleg met andere zorgverleners: van medisch specialisten en verpleegkundigen, maar ook de huisarts, fysiotherapeut en diëtist. Als we die interprofessionele zorg willen bereiken, moeten we kijken waar wat nodig en relevant is in de opleiding. Dat betekent dat we de opleiding ook over de grenzen van het eigen specialisme heen moeten organiseren. In dit project zet de werkgroep op verschillende manieren de beweging daarheen in gang: met experimenten, het verzamelen van goede voorbeelden uit de praktijk en kennis vanuit andere zorgopleidingen vertalen naar de medische vervolgopleiding.’

Ontdekkingstocht

‘De werkgroep heeft nu acht projectplannen klaarliggen om met experimenten te starten in de kliniek, tussen de eerste en tweede lijn, met de publieke zorg zoals de ggd en in de samenwerking met de ggz. Zo is er een project waarin haios en aios cardiologie en interne geneeskunde elkaars verwijzingen evalueren om te kijken waar verwijzing is te voorkomen door digitaal laagdrempelig te overleggen. Of een project waarin een multidisciplinair overleg (mdo) rondom ‘complexe’ patiënten met een psychische en lichamelijke aandoening wordt herontworpen tot optimaal interprofessioneel leermoment. De eerste projecten starten dit najaar en er zijn nog een aantal experimenten in voorbereiding.’

‘De opleiding moet ingericht zijn op de snelle veranderingen in de zorg’

Projectleider Auk Dijkstra ondersteunt de werkgroep die een model ontwikkelde om vakoverstijgende onderwerpen op allerlei niveaus in de praktijk te integreren, met continu leren als rode draad. 

‘De zorg krijgt in hoog tempo te maken met grote veranderingen. Daardoor komen steeds weer andere thema’s in de spotlights. Naast hoofdthema’s als de juiste zorg op de juiste plek, preventie, innovatie en e-health en samen beslissen, kun je ook denken aan palliatieve zorg of omgaan met kunstmatige intelligentie. Om de opleiding daarop in te richten heeft de werkgroep een aanpak ontwikkeld die uitgaat van kennis en vaardigheden die iemand in huis moet hebben voor zo’n thema. Zo sluit een ontwikkeltraject zo goed mogelijk aan bij wat nodig is in de praktijk en bij de competenties die iemand al heeft.’

Eind op weg

‘We zijn al een eind op weg: voor het thema leefstijlpreventie heeft de werkgroep met stichting E-Infuse een leergang van vier weken gemaakt, die in september voor de tweede keer van start gaat. In die maand starten we ook in samenwerking met het Erasmus MC een pilot rond samen beslissen. Het idee is dat wij een beweging in gang zetten die navolging krijgt. Zo ontstaat er straks een digitale koffer met bronnen, goede voorbeelden, tools en links waar de aios tijdens zijn opleiding uit kan putten, op het moment dat hij die kennis nodig heeft. 

Tool station

Na de opleiding blijft continu leren natuurlijk ook belangrijk – zeker omdat niet alles in de opleiding past en de opleiding ook van structuur gaat veranderen. Daarom werken we aan een ‘tool station’, een platform waar medisch specialisten betrouwbare informatie kunnen vinden over allerlei ‘nieuwe thema’s’, met bijvoorbeeld e-learnings, good practices en projecten. Daarmee voorkomen we dat iedereen opnieuw het wiel moet uitvinden. Het ‘tool station’ sluit straks ook nauw aan bij de digitale leeromgeving (zie ook het interview met Marieke van der Horst). Zo hopen we te faciliteren dat medisch specialisten alert en nieuwsgierig blijven naar nieuwe ontwikkelingen én mensen enthousiast te maken over continu leren.’


tekst: Naomi van Esschoten