Nieuwe richtlijn Acute scaphoïdfracturen
Er is een richtlijn ontwikkeld voor de diagnostiek en behandeling van acute scaphoïdfracturen bij volwassen patiënten. In de richtlijn worden aanbevelingen gedaan die moeten leiden tot de verbetering van de zorg.
Hand- en polsletsels kunnen leiden tot ernstige morbiditeit, langdurig verlies van arbeidsgeschiktheid en verlaagde kwaliteit van leven. Het gaat om relatief grote groepen patiënten en aanzienlijke zorgkosten. Meer dan 90 procent van de carpaalfracturen betreft een fractuur van het scaphoïd. Geschat wordt dat per jaar meer dan 24.000 keer een scaphoïdfractuur vermoed wordt.
Praktijkvariatie
Er is een grote praktijkvariatie in de diagnostiek, de operatieve en niet-operatieve behandeling en de nabehandeling van scaphoïdfracturen. Hier zijn verschillende oorzaken voor. De fracturen zijn makkelijk te missen bij beeldvormend onderzoek en protocollen om aanvullend beeldvormend onderzoek in te zetten lopen opvallend uiteen in de verschillende ziekenhuizen. Daarbij worden de fracturen door verschillende disciplines behandeld. De richtlijn die is ontwikkeld, moet zorgen voor een eenduidige aanpak en een uniforme kwaliteit van zorg.
Inhoud van de richtlijn
In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Diagnostiek van de acute scaphoïdfractuur
- Behandeling van de acute scaphoïdfractuur:
- proximale poolfracturen;
- distale poolfracturen;
- niet-verplaatste of minimaal verplaatste taillefracturen;
- verplaatste taillefracturen;
- comminutieve fracturen.
- Nabehandeling van de chirurgisch behandelde acute scaphoïdfractuur
- De organisatie van zorg:
- behandelaarschap van de scaphoïdfractuur;
- timing van de operatie;
- (poliklinische) follow-up;
- indicaties voor handtherapie en medisch specialistische revalidatie;
- informatievoorziening vanuit de behandelaar.
Samenwerking
De richtlijn is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) in samenwerking met orthopeden (NOV), chirurgen (NVvH), spoedeisende hulp artsen (NVSHA), radiologen (NVvR), handtherapeuten (NVHT), fysiotherapeuten (KNGF), gipsverbandmeesters (VGN) en de Patiëntenfederatie Nederland. Ergotherapie Nederland is betrokken geweest bij de knelpunteninventarisatie en commentaarfase. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).