Herziening richtlijnmodule over follow-up na borstkanker

De richtlijnmodule Follow-up – detectie nieuwe carcinoommanifestaties van de richtlijn Borstkanker is herzien. De module geeft aanbevelingen voor de follow-up bij vrouwen die borstkanker hebben gehad. Voorheen was de follow-up na borstkanker na 5 jaar hetzelfde voor alle patiënten. Deze was bovendien gebaseerd op leeftijd en niet op het individuele risico op herhaling of op de wens van patiënten. De nieuwe richtlijnmodule biedt een meer risico gestuurde aanpak, met een focus op persoonlijke zorg en efficiënte organisatie, zonder concessies te doen aan de kwaliteit van zorg.

Belangrijkste veranderingen

  • De follow-up is nu gebaseerd op individuele risicofactoren in plaats van enkel op leeftijd.
  • De follow-upduur voor vrouwen boven de 50 jaar is verkort van 5 naar 3 jaar, en voor jonge vrouwen zijn de jaarlijkse controles beperkt tot 10 jaar na diagnose.
  • Jaarlijkse lichamelijke controles tijdens en na de follow-up worden niet meer geadviseerd in eerste en tweede lijn.
  • De classificatie van hoog risicopatiënten is verfijnd met nieuwe genmutaties en risico-indeling.
  • Patiënten worden na 3 jaar direct doorverwezen naar het bevolkingsonderzoek als zij hiervoor in aanmerking komen.
  • Jongere vrouwen (onder de 40 jaar bij diagnose) krijgen de eerste drie jaar MRI-onderzoek in plaats van mammografie vanwege betere sensitiviteit.
  • Er wordt meer nadruk gelegd op het patiëntenperspectief en gedeelde besluitvorming.

Door het verminderen van onnodige controles en het inzetten van risicogestuurde follow-up, draagt deze herziening bij aan een betere benutting van zorgcapaciteit. Dit betekent minder belasting voor zorgverleners en kostenbesparing zonder concessies te doen aan de kwaliteit van zorg.

Samenwerking

Het initiatief voor de richtlijn Borstkanker komt van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV). De herziening van deze module is tot stand gekomen in samenwerking met een multidisciplinaire werkgroep (zie hiervoor de Verantwoording). Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Bekijk de richtlijn