Nieuwe richtlijn Barrett-oesofagus

Bij patiënten met een Barrett-oesofagus (Barrettslokdarm) is het slijmvlies van de slokdarm veranderd. Dit kan komen door een ontsteking van het slijmvlies in de slokdarm als gevolg van langdurige blootstelling aan maagzuur. Dit kan het risico op slokdarmkanker iets verhogen. Tot nu toe werd routinematige endoscopische surveillance aanbevolen, ook bij patiënten met een laag risico Barrettslokdarm. De nieuwe richtlijn Barrett-oesofagus brengt daar verandering in: op basis van recente wetenschappelijke inzichten wordt nu aanbevolen om bij patiënten met een laag risico de surveillance te staken.

Inhoud van de richtlijn

De kans op slokdarmkanker bij Barrett-patiënten blijkt in absolute zin laag, en lager dan eerder gedacht. De richtlijn adviseert daarom om bij iedere patiënt een risico-inschatting te maken, waarbij met name de lengte van het Barrett-segment en de aanwezigheid van laaggradige dysplasie bepalend zijn. Surveillance wordt alleen nog aanbevolen bij patiënten met een hoog risico Barrettslokdarm. Deze verandering draagt bij aan passende zorg en kan de druk op het zorgsysteem helpen verlichten.

Bij de richtlijn is een stroomschema ontwikkeld dat zorgverleners helpt bij het maken van een risico-inschatting en het bepalen van het juiste beleid.

Samenwerking

De richtlijn is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL), in samenwerking met huisartsen (NHG), pathologen (NVVP) en patiëntenorganisatie SPKS. Het traject is begeleid door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en gefinancierd door de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). 

Bekijk de richtlijn 
Bekijk het stroomschema