Nieuwe modules richtlijn Urineweginfecties bij volwassenen

Er zijn zes modules over de technische uitwerking van urinekweken toegevoegd aan de richtlijn Urineweginfecties bij volwassenen. Deze nieuwe modules moeten de uiteenlopende uitwerkingen in de praktijk verminderen.

De urinekweek is de meest aangevraagde kweek in de medische microbiologie, zowel intra- als extramuraal. Maar uit onderzoek blijkt dat er grote verschillen zijn tussen laboratoria in de gebruikte transportmedia, de manier van beënten en incubatie en de uitwerking van urinekweken. Dat beïnvloedt de betekenis en rapportage van de resultaten, wat kan leiden tot onder- of overbehandeling met antibiotica. Nieuwe richtlijnmodules in de richtlijn Urineweginfecties bij volwassen moeten zorgen voor standaardisatie in de verwerking en rapportage van urinekweken, en zo antibioticagebruik verbeteren en resistentie beperken.  

Inhoud van de nieuwe modules

De zes nieuwe richtlijnmodules beschrijven op welke manier een urinekweek uitgewerkt moet worden bij patiënten die mogelijk een urineweginfectie hebben. Ook wordt besproken op welke manier de kweek moet worden gerapporteerd. De volgende vragen worden in de richtlijn beantwoord:  

  • Op welke manieren moeten urinemonsters worden afgenomen?
  • Wanneer is een urinebuis met stabilisator nodig tijdens transport van het urinemonster naar het laboratorium?
  • Welke van de volgende methoden van voorscreening (flowcytometrie, microscopie (urinesediment en/of grampreparaat) of urinesticks), heeft een hoge voorspellende waarde en kan in het microbiologisch laboratorium of klinisch chemisch laboratorium worden gebruikt om een urineweginfectie uit te sluiten?
  • Op welke manieren moeten urinekweken worden uitgewerkt?  
  • Wat is de diagnostische waarde van een dipslide ten opzichte van een conventionele urinekweek voor het identificeren van de verwekker (en resistentiepatroon) van een urineweginfectie?
  • Hoe moeten de uitslagen van urinekweken, inclusief gevoeligheidsbepaling, worden gerapporteerd?

Samenwerking

De modules zijn ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM), in samenwerking met de klinisch chemici (NVKC), huisartsen (NHG) en urologen (NVU). Het Kennisinstituut heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Bekijk de richtlijn