Congres Netwerkgeneeskunde

Maak werk van netwerkgeneeskunde. Dat was de hoofdboodschap van het Congres Netwerkgeneeskunde van de Federatie Medisch Specialisten op 19 maart in Utrecht. Voorzitter Marcel Daniëls opende het congres met een opdracht aan de 350 deelnemers: ‘Ik nodig u uit om morgen uw eigen spreekuurlijst te bekijken en uzelf bij elke patiënt de vraag te stellen: had deze patiënt ook echt naar het ziekenhuis moeten komen? Kan deze patiënt ook anders geholpen worden, meer toegespitst op de behoefte van de patiënt? Door iemand anders wellicht? Doelmatiger?'

Bekijk alle foto's congres Netwerkgeneeskunde 19 maart 2019

Kennis en kunde

Volgens Daniëls, die tijdens het congres de rol van dagvoorzitter vervulde, is de kennis en kunde van medisch specialisten niet gebonden aan het gebouw van het ziekenhuis, of alleen in de zogenaamde ‘2e en 3e lijn’. ‘Dat een gebouw nodig is staat buiten kijf: operatiekamers, intensive care, CT scanners, bedden voor de meest zieken. Maar moet iedere patiënt, om te kunnen profiteren van de kennis en kunde van de medisch specialist, dan ook naar het ziekenhuis komen?’ De Federatie ziet meer toekomst in netwerkgeneeskunde als middel om de juiste zorg op de juiste plek te realiseren, én door de juiste professional, dan door te schuiven met de patiënt als pakketje van de ene naar de andere zorgverlener.

Uitnodiging Bruins

Tijdens het congres stonden de goede voorbeelden van netwerkgeneeskunde centraal, maar er was ook veel aandacht voor de obstakels. Met name goede uitwisseling van gegevens en de bekostiging belemmeren netwerkgeneeskunde. Minister Bruno Bruins voor Medische Zorg nodigde in zijn speech medisch specialisten uit om te komen praten, en samen te kijken welke regels de bekostiging van netwerkgeneeskunde in de weg staan. ‘Marcel Daniëls heeft mijn nummer’, zei Bruins. Hij gaf aan dat hij naast de Federatie ook de toezichthouders ACM en NZa aan tafel wilde. Ook zei hij bezig te zijn met een wetsvoorstel voor meer eenduidigheid van ‘taal en techniek’, zodat verschillende systemen beter gegevens met elkaar kunnen uitwisselen.

Prullenbak

Nadat de deelnemers met elkaar letterlijk een netwerk hadden gevormd met wol, nam Leonard Witkamp het woord, directeur van KSYSOS TeleMedical Centre. Zijn stelling is dat in 2030 het ziekenhuis zoals we dat nu kennen, niet meer bestaat. Het ziekenhuis is ‘rijp voor de prullenbak’. Zijn virtuele ziekenhuis behandelt evenveel patiënten als een groot academisch centrum, stelt hij. Maar in zijn ziekenhuis gaat niet 50% van de kosten naar ‘de stenen’, dure ict en management. ‘En dan is er nog geen patiënt geholpen’. Verder vindt Witkamp substitutie van de 2e naar 1e lijn onzin. ‘Je moet zorgen dat de medisch specialist supervisie heeft. Substitutie is niet van deze tijd, het gaat om zorg dichtbij de patiënt brengen’.

Kleine stapjes

Na drie workshopsrondes sloot bedrijfseconoom Jos Burgers de dag af. Om werk te maken van netwerkgeneeskunde is gedragsverandering nodig, en op een vermakelijke wijze reikte Burgers hiervoor tips en trics aan. Voor verandering heb je gelegenheid, capaciteit en motivatie nodig, legde Burgers uit. Daarnaast is het belangrijk om kleine stapjes te nemen, anders is het ontzettend lastig om patronen te doorbreken. Hij rekende voor hoe kleine stapjes kunnen leiden tot een groot verschil. ‘Stel dat je als medisch specialist bij één patiënt per week kritisch kijkt of deze patiënt bij jou, of bij een andere zorgverlener het beste geholpen is. En stel je doet dit een jaar lang, het hoeft maar bij één patiënt. Als alle 22.000 medisch specialisten dit kleine stapje zouden nemen, dan heb je het over 1 miljoen patiënten voor wie je een verschil kunt maken.’ Tot slot stelde hij dat voor netwerken ‘een ABC-tje’ nodig is: met Aandacht, Begrip, en Complimenten bereik je meer.

Voorbeelden

Tijdens de workshops stonden diverse voorbeelden van netwerkgeneeskunde centraal. De Federatie maakte over een aantal voorbeelden een video. Op de themapagina over netwerkgeneeskunde vindt u meer voorbeelden.

Bijzondere quotes van de dag:

‘Een succesvol netwerk start met een scherpe en gedeelde doelstelling. Met ‘betere kwaliteit’ of ‘de patiënt centraal’ ben je er nog niet. Als er geen gemeenschappelijk doel is, dan is het geen netwerk maar een praatgroep’.
Prof. dr. Joris Knoben, hoogleraar Bedrijfseconomie tijdens de workshop ‘Van niet-werken naar netwerken’, waarin hij diverse uitdagingen van netwerkgeneeskunde onder de loep nam.

‘Stop met de zorg over de muur te gooien naar de huisarts, beter is zorg aanbieden in een netwerk van meerdere professionals’.
Dr. Marcel van der Linde, cardioloog, tijdens de workshop ‘Netwerkgeneeskunde, en wie betaalt dat?’ die hij samen gaf met Martin Wijnen, zorginkoper bij CZ.

‘De medisch specialist met één been buiten het ziekenhuis? Is dat niet te voorzichtig? De patiënt met één aandoening bestaat niet meer en over een tijdje is er geen 1e, 2e, 3elijnszorg meer’.
Prof. dr. Karin Kaasjager, internist en medisch afdelingshoofd UMC Utrecht tijdens de workshop ‘Cardiometabool Netwerk’.

‘Juiste zorg op de juiste plek begint een containerbegrip te worden, laten we duidelijk zijn over dat er verschillende belangen spelen’.
Aldus een deelnemer aan de workshop ‘Netwerkvorming in de oncologie’ van dr. Michel Wouters, oncologisch chirurg Antoni van Leeuwenhoek NKI en voorzitter van Stichting Oncologische Samenwerking (SONCOS).

‘Technisch kan een expert in Rotterdam door een ct-scan in Hengelo scrollen. Juridisch zoiets door de deur van een ziekenhuis krijgen is een ramp. Ook de structurele financiering is lastig: voor ons zou een aparte dbc voor netwerkgeneeskunde rondom zeldzame ziekten een uitkomst zijn’.
Dr. Hein Bernelot Moens, reumatoloog, voorzitter van de reumatologenvereniging en Stichting ARCH. Moens hield een workshop over ARCH, een kennisnetwerk rondom zeldzame reumatische aandoeningen.

‘Alleen als je rust hebt, kun je veranderen, niet als je op de vlucht bent’.
Anja van Balen, sector bankier zorg bij ABN AMRO tijdens de workshop over de rol van banken bij de vorming van netwerkgeneeskunde.