Nieuwe richtlijn Overgevoeligheidsreacties op geneesmiddelen
Welke diagnostiek moet er plaatsvinden als een behandelaar vermoedt dat er een reactie op een geneesmiddel is opgetreden? En welke geneesmiddelen moet een patiënt vermijden? Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) is de afgelopen tijd een richtlijn ontwikkeld die hier handvatten voor biedt.
In de richtlijn worden adviezen gegeven over de diagnostiek en behandeling van de acute fase van vertraagd type geneesmiddelenreacties. De meest voorkomende geneesmiddelenreacties zijn uitgewerkt: drug reaction with eosinophilia and systemic symptoms (DRESS), acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP) en maculopapuleus exantheem (MPE). Er wordt een overzicht gegeven van de geneesmiddelenreacties, de verschillende huidreacties, hun reactietype en de relevante differentiaal diagnoses. Daarnaast wordt er gekeken naar het effect van onterecht labelen en de plaats van aanvullend onderzoek in de acute fase.
De richtlijn is bestemd voor leden van de medische en paramedische beroepsgroep. Daartoe behoren onder andere de dermatologen, pathologen, medisch microbiologen, kinderartsen, apothekers, internisten, (kinder)allergologen, verpleegkundig specialisten, physician assistants, huidtherapeuten, dermatologieverpleegkundigen en diegenen die voor deze beroepen in opleiding zijn.
Samenwerking
De initiatiefnemer is de NVDV. De richtlijn is ontwikkeld in samenwerking met de NVZA, NVVPa, NVK, NIV en HuidNL.