Nieuwe richtlijn Luchtwegmanagement bij vitaal bedreigde patiënt buiten de operatiekamer
De nieuwe richtlijn Luchtwegmanagement bij vitaal bedreigde patiënt buiten de operatiekamer is ontwikkeld om het proces van luchtwegmanagement bij deze groep patiënten te optimaliseren. Zo wordt de kans op mortaliteit en morbiditeit als gevolg van deze procedure geminimaliseerd.
De richtlijn is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en richt zich op patiënten op de intensive care of spoedeisende hulp. Bij vitaal bedreigde patiënten is het toepassen van invasieve en non-invasieve beademing een complexe handeling door de combinatie van patiëntkenmerken, verstoringen van de normale fysiologie en door de benodigde medicatie en de beademing zelf.
Inhoud van de richtlijn
De richtlijn biedt handvatten over onder andere:
- Screening van de luchtweg met de MACOCHA-score.
- Methoden voor pre-oxygenatie en per-oxygenatie.
- Intubatie met behoud van spontane ademhaling.
- Gebruik van medicatie tijdens inductie.
- Optimale hoofd- en lichaamspositie tijdens de intubatie.
- Toepassing van hulpmiddelen zoals een stylet of bougie en het gebruik van videolaryngoscopie.
- Hemodynamische ondersteuning tijdens de procedure.
- Uitvoering van eFONA-technieken (emergency front-of-neck access).
- Instructies wat betreft de aanwezigheid van een naaste tijdens de procedure.
- Randvoorwaarden voor een veilige en effectieve uitvoering van luchtwegmanagement.
Samenwerking
De richtlijn is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC) in samenwerking met vertegenwoordigers vanuit de anesthesiologen (NVA), internisten (NIV), cardiologen (NVVC), kno-artsen (NVKNO), spoedeisende hulp artsen (NVSHA), anesthesiemedewerkers (NVAM) en patiëntenorganisatie voor (voormalige) ic-patiënten, hun naasten en nabestaanden (FCIC/IC Connect). Het traject is begeleid door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).