Interprofessioneel opleiden: Wat kunnen we van elkaar leren?

Bij de doorontwikkeling van medische vervolgopleidingen werken de Federatie en de wetenschappelijke verenigingen samen aan interprofessioneel opleiden. Want als we van de dokters van de toekomst verwachten dat ze de juiste zorg op de juiste plek leveren en zich bekwamen in netwerkgeneeskunde, dan moeten we aios nu op de werkvloer zoveel mogelijk in de gelegenheid stellen om met verschillende zorgprofessionals binnen en buiten de opleidingsinstelling samen te leren en te werken. In een aantal ziekenhuizen staat interprofessioneel opleiden al jaren hoog op de agenda. Wat kunnen opleiders, aios en onderwijskundigen leren van deze voorlopers? In het kader van het project Opleiden 2025 laten we drie experts aan het woord over hoe zij zijn begonnen. 

Acht jaar geleden kreeg Saskia Peerdeman, neurochirurg, hoogleraar en directeur van het Instituut Onderwijs en Opleiden in Amsterdam UMC, locatie AMC, van de raad van bestuur het verzoek om een training te ontwikkelen om de communicatie en samenwerking binnen teams te verbeteren. Dat leidde tot de veelgeprezen TeAMZ-trainingen, één van de eerste voorbeelden van interprofessioneel opleiden. Belangrijkste succesfactoren: mensen trainen die met elkaar samenwerken, situaties trainen die ze daarin regelmatig tegenkomen en niet-technische vaardigheden trainen die ze direct kunnen toepassen.  

Peerdeman

Educatiematrix

Het Amsterdam UMC hanteert nu een educatiematrix waarin de TeAMZ-training een verplicht onderdeel is voor alle artsen. Eens in de twee jaar moet één van de drie trainingen gevolgd worden. ‘In het begin kregen we best wat weerstand van teams. Zo van: ‘we moeten weer wat’. Nu steeds meer mensen zo’n training hebben gevolgd en het goed waarderen kloppen teams zelf bij ons aan met de vraag of we hun multidisciplinaire overleg (MDO) willen trainen. We hebben nu zelfs een wachtlijst voor MDO’s die graag willen’, vertelt Peerdeman. Ook krijgt Peerdeman van andere ziekenhuizen veel vragen over de aanpak. ‘Dat vinden we ontzettend leuk. We helpen andere ziekenhuizen heel graag om de TeAMZ-trainingen op hun eigen locatie op te zetten door onze concepten te delen.’ 

Van elkaar leren

Gelderse Vallei is één van die ziekenhuizen die de TeAMZ-concepten hebben omarmd. Daar loopt sinds 2018 het organisatiebrede programma InterProfessioneel Samenwerken en Leren (IPSEL). Bij aanvang maakte het ziekenhuis dankbaar gebruik van de ervaringen rondom interprofessioneel opleiden van de umc’s in Amsterdam, Utrecht en Maastricht. ‘Inmiddels leren we met meer ziekenhuizen samen en worden wij regelmatig bevraagd op onze aanpak. Van elkaar leren is belangrijk; als iemand een goed idee heeft is het toch zonde om dat niet ook toe te passen?’, zegt Nynke Veltman, klinisch geriater en programmaleider IPSEL. 

IPSEL is vijf jaar geleden gestart, toen ik hier een maand werkte. Het ziekenhuis stond toen onder verscherpt toezicht door een bestuurscrisis. “Never waste a good crisis”, zei onderwijskundige Joannette Los, samen met toenmalig COC-voorzitter Dik Snijdelaar grondlegger van IPSEL’, vertelt Veltman. Kern van IPSEL is het versterken van interprofessionele samenwerkingsvaardigheden en daarbij leren van wat goed gaat in de dagelijkse praktijk. Het verscherpte toezicht functioneerde als een vliegwiel voor het programma.

Veltman

Gewoon gaan doen

‘We hebben destijds enthousiastelingen uit het hele ziekenhuis samengebracht om in drie werksessies een koers uit te stippelen. Daarna zijn we het ‘gewoon gaan doen’ door op een aantal afdelingen proeftuinen te starten’, zegt Veltman. Zoals de proeftuinen Exnovatie op het scopie-centrum en Verwonder en verbeter bij interne geneeskunde. Ook begon het ziekenhuis onder het motto Zorg is een teamprestatie met interprofessionele simulatietrainingen voor acute situaties. ‘De kern van IPSEL is natuurlijk niet het uitrollen van proeftuinen, maar het gesprek dat op een afdeling ontstaat. Van teams die een proeftuin doen horen we terug dat ze niet alleen hun zorg verbeteren, maar ook dat proeftuinen verbindend werken. Zo experimenteren we al een aantal jaar met interprofessioneel leren en werken; we bouwen de brug terwijl we er overheen lopen.’  

Expertise binnenhalen

Interprofessioneel opleiden naar een hoger plan tillen, dat is een van de ambities van het UMCG. Met het binnenhalen van Nynke Scherpbier als hoofd huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde is er op dat gebied veel expertise in huis. Scherpbier, eerder werkzaam in het Radboudumc, was daar onder andere medeontwikkelaar van het succesvolle consultatieproject voor aios interne geneeskunde en aios huisartsgeneeskunde.  

‘Als hoofd van vijf eerstelijns vervolgopleidingen kreeg ik de ruimte om werk te maken van interprofessioneel opleiden: tussen die opleidingen, met de Hogeschool en met vervolgopleidingen in de tweede lijn. Dat was niet de makkelijke weg, want ieder heeft zo zijn eigen programma en logistiek. Maar ik besloot me daar niet bij neer te leggen, omdat ik geloof in de kracht van samen optrekken.’ Het Radboudumc sloot zich indertijd aan bij de leerwerkplaatsen in de wijk van de HAN, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. ‘Hierin brachten we studenten geneeskunde, studenten verpleegkunde en studenten van sociale en paramedische opleidingen samen. Die leerwerkplaatsen bestaan nog steeds en ik ben er een groot voorstander van: je maakt het daarmee in het basiscurriculum al heel normaal dat verschillende professies elkaar nodig hebben voor de beste zorg.’  

Scherpbier

Boegbeeld aanstellen

‘Iets nieuws implementeren komt vaak neer op het oh zo belangrijke draagvlak creëren’, zegt Scherpbier. ‘Dat houdt in mijn ogen in: beginnen waar de energie is en dan langzaam uitbouwen. Dat doen we nu in het UMCG ook. De voorzitter van de centrale opleidingscommissie heeft boegbeelden aangesteld voor een aantal relevante opleidingsthema’s. Ik ben boegbeeld voor interprofessioneel opleiden en doe mijn best om expliciet te maken wat er al gebeurt in de vervolgopleidingen en om collega’s met nieuwe ideeën op weg te helpen.’ 

Op verschillende plekken in het ziekenhuis lopen initiatieven om specialismen met elkaar te verbinden. Onder meer een project op het gebied van aanhoudende lichamelijke klachten. Die bestaat uit een e-learning en praktijktraining voor verschillende aios uit het ziekenhuis. Scherpbier: ‘Daar willen we nu ook aios huisartsgeneeskunde aan toevoegen. Dat blijft overigens wel een zoektocht, want hoe geef je een gezamenlijke praktijktraining zodanig vorm dat alle aanwezigen aan hun eigen leerdoelen kunnen werken? Iedereen komt met eigen bagage en die loopt nogal uiteen. Het is een kunst om de goede maturity match te vinden.’  

Geoormerkte plek

Ook wordt er gekeken hoe aios gynaecologie kunnen meelopen in de huisartsenpraktijk en aios huisartsgeneeskunde op de poli gynaecologie. ‘Natuurlijk stuit je meteen op organisatorische problemen. Het gaat altijd over planning en een gebrek aan tijd. We missen heel erg een geoormerkte plek voor gezamenlijk onderwijs. Maar waar een wil is, is een weg. Ook dat heb ik geleerd in Nijmegen. Als we met elkaar besluiten dat we interprofessioneel opleiden belangrijk vinden, dan gaat het balletje rollen.’  

Ter ondersteuning van interprofessioneel opleiden ontwikkelt de Federatie een Werkvormenbundel voor interprofessioneel opleiden in de zorg, die binnenkort wordt gepubliceerd. Nu al meer lezen over interprofessioneel opleiden? Bekijk: