De opmars van een app tegen grensoverschrijdend gedrag

Dit artikel is onderdeel van het dossier Grensoverschrijdend gedrag dat is gepubliceerd in het Magazine Medisch Specialist juni 2022. Het artikel is alleen online beschikbaar. 

‘Anonimiteit zet de rem op openheid’

Met de app Zouikwatzeggen kunnen eenvoudig signalen van grensoverschrijdend gedrag worden gegeven. Na een melding kan een gesprek plaatsvinden met een student-ambassadeur voor bachelor studenten of coassistenten. Een trapje hoger kunnen melders praten met de studieadviseur. En voor de zogenoemde ‘hoge route’ kunnen ze bij de opleidingsdirecteur zelf terecht. Ook kunnen ze via de app direct een (anonieme) melding doen, zo nodig acuut. In het laatste geval wordt dan meteen het team Sociale Veiligheid van de VU ingeschakeld.

Vice-decaan onderwijs Christa Boer van Amsterdam UMC, locatie VUmc, is verheugd over de recente aandacht van ziekenhuizen voor de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag. Een van de aandachtstrekkers binnen het beleid van Amsterdam UMC is de app Zouikwatzeggen (iedereen kan de app downloaden via de app store). ‘De app is vooral bijzonder doordat hij laagdrempelig is, op het enige device dat jongeren vrijwel doorlopend gebruiken, de mobiele telefoon. Een website zou veel minder impact hebben.’ De interesse voor de app bij andere zorgorganisaties is inmiddels groot.

Alle verhalen

Zouikwatzeggen is er nu al voor studenten en binnenkort in aangepaste vorm voor alle zeventienduizend medewerkers van UMC Amsterdam. Ze kunnen heel makkelijk een melding maken als ze last hebben van grensoverschrijdend gedrag, of als ze door iemand in vertrouwen zijn genomen. ‘Maar ook als ze zelf zijn aangesproken op hun gedrag. Want ook dát is belangrijk; alle verhalen tellen mee.’

Onafhankelijk

Melden is een eerste stap, en dat kan ook via andere routes, zoals in een gesprek met een studieadviseur, in een intervisietraject, via evaluatieformulieren van coschappen of via een vertrouwenspersoon. 'Het is van belang dat een vertrouwenspersoon iemand is die letterlijk lijkt op degene die iets kwijt wil. Je kunt niet zonder meer van een twintigjarige vrouw van kleur verwachten dat ze haar verhaal neerlegt bij een 61-jarige witte man. Zo werkt dat gewoon niet, hoe goed en objectief de vertrouwenspersoon ook is. De meesten zoeken iemand die een beetje op henzelf lijkt. Dus onder de vertrouwenspersonen moeten ook jongeren zijn, en mensen van diverse culturele en seksuele geaardheid.’

En of die vertrouwenspersoon dan intern of extern is, is dan volgens Christa niet de belangrijkste vraag. ‘Wel gaat het om de onafhankelijke positie. Het kan zelfs iemand van dezelfde afdeling zijn, maar die moet dan niet rapporteren aan dezelfde leidinggevende waar ook de persoon onder valt met die melding of klacht. En je zou kunnen denken aan een centrale groep vertrouwenspersonen in een instituut, met ‘satellieten’ op de werkvloer.’

Zuiver

Als een melding een klacht wordt, volgt een formele behandeling. Het is dan cruciaal om genuanceerd te onderzoeken, inclusief hoor en wederhoor, met een evenwichtig samengestelde klachtencommissie, waarin ook externe leden zitting nemen. ‘Dat houdt de boel zuiver en geeft de organisatie de kans om te leren. Iedere interventie vraagt ook om grondige evaluatie. Dat leren is belangrijk omdat we nog maar zo weinig écht weten.’ 

Confronterend

Christa is dan ook geen voorstander van anonieme meldingen. ‘In feite zet anonimiteit de rem op openheid. Als we op basis van een of meerdere meldingen besluiten actie te ondernemen, is mijn verzoek aan de melder altijd om zichzelf kenbaar te maken. Dat kan confronterend zijn, zeker, maar een open dialoog geeft ook degene die wordt aangeklaagd een faire kans om te leren, en leidt - zo toont de praktijk - in veel gevallen tot een voor iedereen bevredigende schikking. Je voorkomt ermee dat na jou anderen last krijgen van grensoverschrijdend gedrag door iemand die we daarop nooit hebben kunnen aanspreken.’
 

Lees de andere artikelen uit dit dossier