‘Ga fatsoenlijk om met macht, gezag en leeftijdsverschillen’
DOSSIER GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG
De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) publiceerde in februari – na berichtgeving van NRC over de ziekenhuiscultuur – als enige medisch-wetenschappelijke vereniging een statement over grensoverschrijdend gedrag. Een vraaggesprek met voorzitter Bernard Elsman.
Was die verklaring in jouw ogen een moedige stap, zoals wel werd gezegd?
‘Daar was niet echt moed voor nodig, hoor. Kort na de onthullingen over The Voice verschenen artikelen in de NRC en het Nederlands Juristenblad over de ziekenhuiscultuur, over de situatie rond artsen in opleiding. Toen hebben wij ons als bestuur van de NVvH afgevraagd: als wij nu benaderd worden, hebben wij het goed geregeld voor onze leden en hebben we dan een verhaal over ons beleid, of gaan we net zo’n stotterend interview geven als John de Mol? Daar kwam dit statement uit voort.’
Is het tot op zekere hoogte ook een bekentenis?
‘Nee, zo moet je het niet zien. Al realiseren we ons natuurlijk welk beeld er over chirurgen bestaat. Bij seksuele intimidatie in de zorg denken de meeste mensen niet in eerste instantie aan de huisarts.’
Maar is dat beeld van chirurgen terecht of onterecht, of misschien achterhaald?
‘Dat wil ik in het midden laten, want we kennen de cijfers niet. We vonden als bestuur simpelweg dat we er actief mee aan de gang moesten. Je kunt niet zeggen: “Er zijn geen meldingen, dus hoeven we niets te doen.” Het probleem kan immers juist zijn dat degene die te ver gaat dat niet goed doorheeft, en het slachtoffer vanuit een ondergeschikte rol geen melding durft te maken.’
Het niet door hebben, bestaat dat nog?
‘Iedereen zou het inmiddels inderdaad wel door moeten hebben. Als je de enige bent die om je eigen grap lacht, je mensen bits afsnauwt zonder er later excuses voor te maken, iemand links laat liggen die wel bij een groep of team hoort. Laat staan als je iemand ongevraagd aanraakt, of erger. Toch hoor je helaas nog: “Ik dacht dat het wel kon.”
Is zo’n verweer typisch voor chirurgen?
‘Niet per se. We hebben weliswaar de naam van alfamannetjes en haantjesgedrag, en we kennen van oudsher inderdaad een masculiene cultuur. Dat zit niet alleen in het seksueel getinte, maar bijvoorbeeld ook in hoe stevig we elkaar aanspreken. Nogmaals: vandaar ook ons statement. Maar het kan net zo goed elders spelen. In het algemeen gaat het om de awareness bij mensen in leidinggevende posities.’
Wat moeten zij dan leren als ze het nu nog niet zien?
‘De maatstaf is eigenlijk behoorlijk simpel: behandel je ondergeschikte zoals je ook omgaat met je baas. Sensitief en respectvol. Natuurlijk moet je iemand in opleiding soms corrigeren, maar het gaat om de toon en het respect. Een jolig bedoelde opmerking die je tegen je baas niet zou maken, moet je ook niet maken bij een ondergeschikte. Bedenk: er is een hiërarchische verhouding, je staat niet in de kroeg.’
Jullie vereniging was de enige die zich uitsprak, ben je daar trots op?
‘Niet in het bijzonder. Navraag leerde dat andere verenigingen vinden: wat op de werkvloer gebeurt, dus in het ziekenhuis, moet ook dáár opgepakt worden. Wij denken dat grensoverschrijdend gedrag ook in onze opleidingen, cursussen en op congressen kan spelen. Hier zijn wij als NVvH verantwoordelijk voor en dit willen we goed regelen voor onze leden.’
De NVvH kondigde een vertrouwenspersoon aan.
‘Om misstanden aan te kunnen pakken, moeten mensen hun verhaal, klacht of melding veilig ergens kwijt kunnen. Een externe vertrouwenspersoon is hierbij een belangrijke stap. De regeling is bijna rond en we gaan dat binnenkort communiceren. Het gaat daarbij om kwesties die niet direct de werksituatie betreffen, maar die bijvoorbeeld spelen binnen opleidingen. Als werkgever hebben ziekenhuizen hun eigen vertrouwenspersonen, naar wie onze vertrouwenspersoon eventueel kan doorverwijzen.’
En het beleid?
‘Beleid gaat verder dan een vertrouwenspersoon uiteraard. Je wilt bewustwording, een klimaat waarin mensen elkaar aanspreken en goede procedures. Onze middelen als vakvereniging zijn beperkt. Daarom richten we ons vooralsnog vooral op bewustwording. Het is al eens een thema op de Chirurgendagen geweest, en we blijven het agenderen. Alles om een veilige cultuur tot stand te brengen. We gebruiken de kracht van herhaling en blijven erkennen dat ongewenst gedrag bestaat. We praten erover en bevorderen dat mensen elkaar erop aanspreken.’
Dus bij de eerste flauwe grap moet iemand al opstaan?
‘Je wilt dat mensen doorhebben wat wel en wat niet kan, wat gewenst is en wat ongewenst, en wat echt aanstootgevend is. Ik hoop dat we niet de hele dag gaan zitten opletten of iemand iets ongewensts doet of zegt. Maar wel dat medisch specialisten fatsoenlijk omgaan met macht, gezag en leeftijdsverschillen. Verken daarom al vroeg in de samenwerking, bijvoorbeeld in een kennismakingsgesprek, samen hoe je het prettigst met elkaar omgaat. Blijf vervolgens dat compliment en die grap binnen de kaders gewoon maken, en sta open voor reacties. Op die manier kom je verder.’
Heb je zelf wel eens iets gedaan of meegemaakt dat over de grens ging?
‘Ik heb de tijd van grovere teksten meegemaakt. Dat iemand in een vergadering tot pispaaltje werd gemaakt, op een manier die we nu niet meer zouden accepteren. Ik ben gisteren toevallig op een cursus diversiteit en inclusie geweest; daar is nu veel aandacht voor. Ook ik leer doordat we elkaar meenemen in maatschappelijke veranderingen.’
Is die ontwikkeling in de hele chirurgische wereld gaande?
‘Absoluut. Neem alleen al het feit dat in opleidingen vrouwen inmiddels in de meerderheid zijn. Ook in de personele bezetting zie je op alle niveaus verbetering. Of het probleem daarmee vanzelf en compleet verdwijnt? Sinds de oorlog in Oekraïne ben ik niet meer zo zeker dat we zorgen ooit definitief achter ons kunnen laten.’
Maar vind je dat we na vijf jaar #MeToo niet al wat verder hadden kunnen zijn?
‘Ik zie dat we de goede kant op gaan, al is er nog veel te winnen. We vinden het inmiddels raar als een entertainment-CEO op tv zegt: “De slachtoffers hadden zich kunnen melden, we hebben toch een loket?” We vinden dat niet slachtoffers iets hadden moeten doen, maar dat híj iets had moeten doen om hun veiligheid te verbeteren. Hij zocht het niet bij zichzelf. Dat is precies de reflex waar we nu vanaf moeten.’
Hoe is er eigenlijk op jullie statement gereageerd?
‘Vooral positief. We kregen wel terug dat er ook veel gewenste relaties in het ziekenhuis ontstaan. Dokters met elkaar, of met een verpleegkundige. En dat brengt het vak inderdaad traditioneel met zich mee. Dit zijn situaties met consent, ook al is er soms machtsverschil. Daartoe moeten we ons ook verhouden in het beleid.’
Lees het statement van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde.
Lees de andere artikelen uit dit dossier