Nieuwsoverzicht

OMS en KNMG: politieke steun voor patiëntveiligheid belangrijk

OMS en KNMG: politieke steun voor patiëntveiligheid belangrijk   De VVD-plannen voor betere patiëntveiligheid zijn een welkome politieke steun voor de invoering van al ontwikkelde veiligheidsnormen in ziekenhuizen. Met name het borgen van een veiligheidscultuur en het versterken van verantwoordelijkheid van de raden van bestuur van zorginstellingen kan helpen medische missers in een vroeg stadium te voorkomen. De OMS en de artsenfederatie KNMG hebben wel bezwaren tegen het voorstel om een arts standaard te schorsen als de Inspectie voor de Gezondheidszorg een onderzoek start.   De VVD heeft de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en de KNMG eerder geconsulteerd over de voorstellen. Een aantal van onze suggesties is overgenomen. Andere punten zullen binnenkort nader worden toegelicht aan de VVD. OMS en KNMG zien in de voorstellen van de VVD het belangrijke signaal dat de uitvoering van veiligheidsprogramma’s een prioriteit van ziekenhuizen moet blijven. Net als in de luchtvaart wordt hierbij het hele proces doorgelicht en vormt de zorgverlening door artsen hierin één schakel. Negentig procent van de ziekenhuizen heeft inmiddels een gecertificeerdveiligheidsmanagementsysteem (VMS) waarin het analyseren, voorkomen en leren van incidenten centraal staat. De overheid kan zich daarom toeleggen op specifieke knelpunten en de verbreding van veiligheidsprogramma’s naar de hele zorg.   Sturing raad van bestuurDe KNMG ziet net als de VVD een belangrijke kwaliteitstaak voor de raden van bestuur van zorginstellingen. Zij kunnen direct sturen op instellingsniveau. Daarvoor is het belangrijk dat de raden van bestuur stuurinformatie ontvangen, zoals de conclusies en aanbevelingen van visitatiecommissies. Dit is ook zo vastgelegd in de kwaliteitskaders van de OMS en de KNMG. Bij visitaties is overigens al sprake van intercollegiale toetsing op basis van geanonimiseerde patiëntendossiers ter bevordering van de kwaliteit van zorg. Ook de verdere invoering van (verplichte) functioneringsgesprekken in de medische wereld  is een belangrijk instrument voor verbetering van de zorg.   Tegen standaard schorsingOngelukkig zijn OMS en KNMG met het VVD-voorstel om artsen tegen wie een onderzoek loopt vanwege mogelijke fouten standaard op non-actief te zetten. Het is, ook binnen de VVD-plannen, in de eerste plaats de taak van de raad van bestuur om maatregelen te nemen, zoals het stilleggen van het werk door een arts of afdeling. Daarnaast heeft de inspectie voor de gezondheidszorg de bevoegdheid om in te grijpen als de kwaliteit en veiligheid in het geding is, zoals door het onder verscherpt toezicht stellen van een zorgaanbieder. OMS en KNMG vinden het een goed voornemen om te bezien of het instrumentarium van de IGZ aanvulling behoeft, maar vindt het onjuist om standaard over te gaan tot schorsing bij een onderzoek. Dit zou de inspectie de mogelijkheid ontnemen om af te wegen of de patiëntenzorg wel geholpen wordt met een dergelijke ingrijpende maatregel. En de arts in kwestie wordt bij voorbaat gebrandmerkt, terwijl dat onterecht kan zijn; een onderzoek is immers juist bedoeld om de (ernst van de) situatie te onderzoeken.   OMS en Artsenfederatie KNMG komen binnenkort met een brief waarin zij op de voorstellen zullen reageren. 

Reactie op Nieuwsuur - Borstkankerzorg in Nederland behoort tot de top van Europa

Actualiteitenprogramma Nieuwsuur heeft op 26 november in een uitzending aandacht besteed aan de kwaliteit van de borstkankerzorg in Nederland. De uitzending ging voor een groot gedeelte over de normering van het aantal uitgevoerde operaties. Het ging met name over het verschil tussen de Nederlandse normering en de Europese normering. In het programma is de suggestie gewekt dat een lagere Nederlandse volume normering (dan een niet officiële Europese normering) nadelig is voor de kwaliteit van de borstkankerzorg. Niets is minder waar.   De afgelopen jaren heeft de heelkunde veel gedaan aan normering op het gebeid van kankerzorg. Dit jaar is er een gezamenlijk normendocument van chirurgen, oncologen-internisten en radiotherapeuten opgesteld. De resultaten van alle behandelingen worden gemonitord om voortdurend te kunnen verbeteren (NABON-Breast Cancer Audit). Ook volgend jaar bespreekt heelkunde de resultaten, op het DICA congres op 24 en 25 juni 2013.   Dit alles heeft er toe geleid  dat de resultaten van borstkanker behandeling in Nederland zeer goed zijn. Een hoog percentage vrouwen wordt borstsparend geopereerd (62%) (UK 58%). Het aantal patiënten in Nederland bij wie binnen vijf jaar opnieuw kanker in de borst geconstateerd wordt (een lokaal recidief), is in ons land bijzonder laag: 1,5 procent na een borstsparende behandeling (van der Heiden-van der Loo 2012). Hiermee behoort de Nederlandse borstkankerzorg tot de top van Europa.