Herziening richtlijn Schildklier en zwangerschap
De herziene richtlijn biedt zorgverleners een actueel en modulair opgebouwd kader voor de begeleiding van vrouwen met een schildklierziekte voor, tijdens en na de zwangerschap. Belangrijke aanvullingen zijn onder meer informatie over lactatie, de kraambedperiode en foetale en neonatale controles. Daarnaast zijn enkele modules uit de NIV-richtlijn herzien.
De nieuwe modules vervangen onderwerpen die in de NVOG-richtlijn van 2010 aan bod komen en zijn nu geïntegreerd in de NIV-richtlijn Schildklierfunctiestoornissen onder het hoofdstuk ‘Schildklierfunctiestoornissen voor, tijdens en na de zwangerschap’. Onderwerpen die aan bod komen:
- Medicatie en lactatie bij schildklierziekten.
- Preconceptionele thyreotoxicose.
- Screening op over de hypothyreoïdie in het eerste trimester van de zwangerschap.
- TSH-receptor antistof bepaling begin zwangerschap.
De overige nieuwe modules gaan over zwangere vrouwen met de ziekte van Graves:
- Afkapwaarde TSH-receptor antistof bepaling.
- Herhalen van TSH-receptor antistof bepaling tijdens de zwangerschap bij vrouwen met de ziekte van Graves.
- Additionele foetale echografie.
- Schildklierwaarden bepalingen uit de navelstreng.
De bovengenoemde onderwerpen zijn toegevoegd aan bestaande modules. Daarnaast zijn enkele modules herzien, waaronder screening schildklierfunctie zwangerschap en begeleiding voor zwangerschap ziekte van Graves, additionele foetale echografie en bloedmonsters uit de navelstreng.
Samenwerking
De richtlijn is herzien op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), in samenwerking met verloskundigen (KNOV), internist-endocrinologen (NIV), klinisch chemici (NVKC) en kinderartsen (NVK). Ook Schildklier Organisatie Nederland (SON) was betrokken bij het traject. Het traject is begeleid door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).