Eenvoudige oogklachten naar de optometrist
Hoe organiseer je een snelle toegang tot zorg voor patiënten met laagcomplexe oogklachten en meer ruimte voor patiënten met complexe oogklachten bij de oogarts? De implementatiekaart Netwerkgeneeskunde Oogheelkunde beschrijft hoe je een optometrist kunt inzetten om patiënten met laagcomplexe oogklachten te helpen en wat er nodig is om dat in de regio te organiseren.
In diverse regio’s wordt er met succes gewerkt met de inzet van een optometrist. Patiënten, oogartsen, optometristen én huisartsen zijn tevreden. Patiënten met bijvoorbeeld droge ogen of een geleidelijke visusdaling worden in deze regio’s door de huisarts verwezen naar de optometrist. Een bezoek aan de oogarts is dan meestal niet meer nodig. Hierdoor krijgt de oogarts ruimte om de complexe zorg te leveren. Heeft de huisarts de verwachting dat een operatie nodig is bij een patiënt met een geleidelijke visusdaling? Dan verwijst de huisarts rechtstreeks naar de oogarts. Deze werkwijze zorgt voor een doelmatige en effectieve verwijzing.
Juiste oogzorg op de juiste plek
De implementatiekaart Netwerkgeneeskunde Oogheelkunde is gebaseerd op de notitie Juiste oogzorg op de juiste plek. In deze notitie hebben het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG), de Optometristen Vereniging Nederland (OVN) en de Oogvereniging vastgelegd aan welke eisen de optometrist moet voldoen en welke patiënten door de optometrist gezien kunnen worden. ‘De wachttijd ligt in veel regio’s boven de Treeknorm van vier weken. Door de vergrijzing neemt het aantal patiënten met oogklachten in de komende jaren verder toe. Door optometristen in te zetten voor laagcomplexe oogzorg gaat de wachttijd hopelijk omlaag en kunnen er meer patiënten worden geholpen’, aldus Corina Moerland, directeur van het NOG.
Duurzame financiering
Helaas is er nog geen structurele financieringsvorm beschikbaar voor deze oogzorg. Regio’s maken nu gebruik van vaak tijdelijke financiering. ‘Hopelijk komen we samen met de zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit tot een structurele financieringsvorm, zodat patiënten in het hele land ook in de toekomst de vruchten kunnen plukken van deze werkwijze.’
Het NOG, de OVN, de Oogvereniging, NVZ en de Federatie Medisch Specialisten werkten samen aan deze implementatiekaart.