Veilig opleidingsklimaat: Geen fluwelen handschoentjes, wel open gesprekken

Open gesprekken kunnen voeren over ongewenst gedrag, hoe krijgen we dat voor elkaar? Met deze introductievraag ging chirurg en opleider Bas Verhoeven tijdens het MMV-congres in gesprek met anios heelkunde Kirsten Dabekaussen, neuroloog en voorzitter centrale opleidingscommissie Marijke Eurelings en gynaecoloog en vertrouwenspersoon Hanneke de Vries. Veilig opleidingsklimaat was een van de thema’s die tijdens dit MMV-congres 2022: De kunst van het opleiden de revue passeerde. 1.000 deelnemers volgden online dit congres dat door de Federatie jaarlijks wordt georganiseerd. 

Kirsten Dabekaussen, die onderzoek doet naar psychologische veiligheid in de gezondheidszorg, geeft in het gesprek gelijk de urgentie van dit onderwerp aan. Bijna een derde van de a(n)ios heeft in de huidige functie ongewenst gedrag ervaren, blijkt uit een eerder gehouden enquête van De Jonge Specialist. Dat percentage is de laatste decennia nauwelijks veranderd. Wel staat het pas recent hoog op de agenda’s van de opleidingsinstellingen, mede door de media-aandacht rondom The Voice en DWDD. Bovendien durft de nieuwe generatie artsen zich opnieuw af te vragen: wat vinden wij eigenlijk normaal? Hoe willen we met elkaar omgaan? Wat vinden we hierin niet meer acceptabel en wat gaan we daaraan doen?’. 

Afhankelijkheid maakt kwetsbaar 

Intimidatie door collega’s of leidinggevenden, maar ook door patiënten en hun naasten, is een van de meest voorkomende vormen van ongewenst gedrag. Binnen de context van opleiden brengt de afhankelijkheidspositie van a(n)ios een kwetsbaarheid met zich mee en de vraag is of iedereen zich dat voldoende realiseert. Marijke Eurelings, neuroloog en voorzitter centrale opleidingscommissie, vindt dat opleiders de verplichting hebben om zich in te zetten voor de veiligheid voor a(n)ios. En dat organisaties waar de a(n)ios werken verplicht zijn aan hun medewerkers om uit te zoeken waar het eventueel aan schort. ‘De neiging bestaat om aan de hand van wetten en regels loketten of meldpunten te openen, maar a(n)ios voelen vaak een drempel om daar gebruik van te maken.’ Die drempel herkent Dabekaussen. ‘Wat denk ik goed werkt is als er binnen de a(n)ios-groep een aanspreekpunt is. Je eerste reactie is vaak: “Ligt het aan mij dat ik dit als ongewenst gedrag ervaar? Heb ik mijn dag niet, heb ik een dikkere huid nodig?” Ik denk dat het heel waardevol is als je je eigen gevoel kunt toetsen bij een collega-aios. Die drempel is veel lager dan die naar je opleider of een hulploket. Die a(n)ios kan dan vervolgens makkelijker de nodige stappen ondernemen om er iets aan te doen. 

Wees een rolmodel  

Gynaecoloog en vertrouwenspersoon Hanneke de Vries beaamt dat maar een fractie van alle a(n)ios aanklopt bij haar en haar collega-vertrouwenspersonen. ‘In de laatste twee jaar ging het bij ons om anderhalf procent van alle a(n)ios. Meestal zijn dat goed functionerende ouderejaars aios, die denken “Ik ga er voor mijn collega’s nu toch wat van zeggen”. Ook wordt ze vaak pas in een laat stadium ingeschakeld. ‘Ze komen nooit na een eenmalig incident, het gaat altijd om herhaaldelijk ongewenst gedrag.’ De Vries benadrukt de belangrijke rol die omstanders hebben. ‘Wegkijken is echt een groot probleem. Een beetje lacherig doen of over ongepast gedrag zeggen “Ah ja joh, zo doet hij altijd”. Wees een rolmodel, pak als lid van de opleidingsgroep je verantwoordelijkheid en maak duidelijk dat bepaald gedrag simpelweg niet wordt geaccepteerd.’  

Leren signaleren 

Eurelings ziet graag dat gedrag op de werkvloer op vakgroepvergaderingen een agendapunt wordt en dat er ziekenhuisbrede trainingen komen over het bespreekbaar maken van ongewenst gedrag. ‘Zodat we samen toewerken naar een gedragscode die past bij deze tijd. Daarnaast moeten we mensen met een leidinggevende positie de verantwoordelijkheid geven om ongewenst gedrag en de reactie van a(n)ios daarop te signaleren en erover in gesprek te gaan. Zowel met degene die het gedrag vertoonde, wat niet altijd bewust of expres gebeurde, als met degene die het ervaart. Bijvoorbeeld door te vragen: “Ik dacht te zien dat je er ongemakkelijk van werd, zullen we het er eens over hebben?” Idealiter is er de mogelijkheid meteen een open gesprek te voeren, zegt Dabekaussen. ‘Ik zou echt samen toe willen naar een cultuur waarin je tegen elkaar kunt zeggen “Ik vond het niet prettig wat je net deed”. Dan kan de ander zijn excuses aanbieden en direct reageren, bijvoorbeeld met “Zo heb ik het niet bedoeld”. De intentie achter ongewenst gedrag hoeft niet verkeerd te zijn, maar degene die het gedrag vertoont is zich vaak niet bewust van de impact die het heeft op een ander. Direct de lucht klaren, zodat een vervelende ervaring niet blijft sudderen of escaleert, zorgt ervoor dat je er samen wat van leert.’  

Feedback met respect

Bij sommige opleiders hebben de discussies over onveiligheid en ongewenst gedrag geleid tot twijfels: Ze vragen zich af of ze nog wel gewoon feedback kunnen geven. ‘Natuurlijk moet krachtige feedback mogelijk blijven’, reageert Dabekaussen. ‘Als we allemaal fluwelen handschoentjes gaan dragen creëren we ook weer een ongewenste situatie. Wanneer het met respect gebeurt is feedback niet altijd leuk om te horen, maar wel goed voor je ontwikkeling.’  

Gedragsbesprekingen 

Over een ding zijn de gesprekspartners het eens: ongewenst gedrag helemaal uitbannen is een illusie en daarom is het belangrijk om bespreekbaar te maken hoe we met elkaar willen samenwerken. ‘Mijn stip op de horizon is dat we uiteindelijk net zo makkelijk in gesprek gaan over gedrag als over VIM-meldingen (Veilig Incident Melden), zegt Eurelings. ‘We hebben enorme verbeteringen in de zorg gerealiseerd doordat we laagdrempelig signaleren waar het mis kon gaan en hoe we kunnen verbeteren. Zo’n systeem moeten we ook zien te ontwikkelen voor gedrag.’ Gespreksleider Verhoeven sluit het geanimeerde gesprek af, geïnspireerd door de opmerking van Eurelings met de slotwoorden: ‘Ik ga in mijn vakgroep het gesprek aan om te kijken of we naast calamiteitenbesprekingen ook gedragsbesprekingen kunnen gaan invoeren’. 
 
Bekijk ook een van de trainingen rond het thema veilig werk- en leerklimaat: 

Bekijk ook