Politiek gaat op stoel professional zitten
De Tweede Kamer heeft voor het wetsvoorstel 'financiële toetsing voorgedragen kwaliteitsstandaarden' gestemd. Met dit voorstel krijgt de minister van VWS de wettelijke mogelijkheid om kwaliteitsstandaarden om financiële redenen tegen te houden. De minister toetst kwaliteitsstandaarden, zoals richtlijnen, zorgstandaarden en zorgmodules vóór invoering in het Register van het Zorginstituut Nederland op financiële consequenties voor de collectieve zorguitgaven. Met dit wetsvoorstel bestaat een groot risico dat voor het bepalen van goede zorg de betaalbaarheid het uitgangspunt wordt. Bovendien biedt het wetsvoorstel ruimte voor politieke beïnvloeding van het medisch en zorginhoudelijk handelen op basis van wetenschappelijke of vakinhoudelijke gronden. Dat is onacceptabel, vinden de Federatie Medisch Specialisten, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).
In aanloop naar het debat van 16 januari heeft de Federatie samen met V&VN en het NHG in een brief aan de Tweede Kamer haar zorgen geuit. Patiëntenfederatie Nederland en KNMG steunen onze bezwaren.
Risico politieke afweging
De SP en PVV zijn van mening dat minister De Jonge van VWS met dit wetsvoorstel op de stoel van de zorgprofessional en patiënt gaat zitten. Fleur Agema (PVV): 'De politiek krijgt hiermee een stem om een uitspraak te doen over wat goede zorg is en of goede zorg al dan niet wenselijk is. Er kan met de toets immers een politieke afweging gemaakt worden tussen de meerwaarde van de kwaliteit van de zorg en de financiële gevolgen.' Maarten Hijink (SP): 'Deze minister wil een kwaliteitsstandaard uit de sector kunnen weigeren als hij van mening is dat deze kwaliteitssprong te duur is. Hoe gaat de minister voorkomen dat hij op de stoel van de zorgprofessional en patiënten gaat zitten als hij het eindoordeel gaat vellen over kwaliteitsstandaarden?'. Volgens de minister is de wet bedoeld als noodrem en verandert er niets aan de totstandkoming van kwaliteitsstandaarden, behalve dat er hooguit een aantal keer per jaar een financiële toets op substantiële wijzigingen plaatsvindt.
Tuchtrecht
Als een kwaliteitsstandaard als gevolg van de financiële toetsing niet in het Register van het Zorginstituut wordt opgenomen, en daarmee dus géén goede zorg meer is, is het onduidelijk waaraan de tuchtrechter dient te toetsen. Dit zorgt voor onduidelijkheid en onzekerheid bij de patiënt en zorgprofessional. In reactie op vragen van de SP heeft minister De Jonge aangegeven dat de tuchtrechter altijd kan toetsen aan de laatst ingeschreven kwaliteitsstandaard. De Federatie vindt dit echter onvoldoende om goede zorg te kunnen waarborgen en zal hierover in gesprek gaan met de Eerste Kamer.
Beoordelingscriteria
De Tweede Kamer deelt tijdens het debat ons pleidooi dat de risicocriteria waarop kwaliteitsstandaarden worden beoordeeld, die in aanmerking zouden moeten komen voor de financiële toetsing, te ruim zijn. Minister De Jonge heeft aangegeven geen harde financiële grens te willen vastleggen in het wetsvoorstel. Minister De Jonge: 'Ik doel op criteria over de personele kant, fte's, het opleidingsniveau, de materiële kant, de investeringsgevoelige materiële kant en de omvang van de doelgroep'. Er volgt een algemene maatregel van bestuur (AMvB) waarin de criteria verder worden gespecificeerd. Daarnaast mogen zowel Eerste als Tweede Kamer stemmen over de AMvB.
De volgende stap voor het wetsvoorstel is de beoordeling van de Eerste Kamer. De Federatie zal de bezwaren voor het wetsvoorstel ook met hen delen.