Nieuwe modules richtlijn Constitutioneel eczeem

Met de komst van biologics en JAK-remmers voor patiënten met constitutioneel eczeem (CE) zijn de behandelmogelijkheden flink uitgebreid. Daarom zijn aan de richtlijn Constitutioneel eczeem modules herzien en toegevoegd over deze onderwerpen. De richtlijn biedt nu relevante en praktische aanbevelingen voor de begeleiding en behandeling van patiënten met CE die in aanmerking komen voor een biologic of JAK-remmer. 

Met de introductie van biologics en JAK-remmers zijn de keuzemogelijkheden in de systemische behandeling van CE enorm toegenomen. Dat zorgt ervoor dat patiënten met CE die niet uitkomen met conventioneel systemische middelen hun ziekte beter kunnen controleren en zo een betere kwaliteit van leven krijgen. Biologics en JAK-remmers voor de behandeling van CE zijn relatief nieuw, maar worden al toegepast in de praktijk. De introductie van nieuwe geneesmiddelen leidt ook tot vragen, en dit zorgt ervoor dat de huidige richtlijn herzien moest worden. De richtlijnwerkgroep heeft zich ingezet om meer aspecten uit te diepen die nodig zijn voor een goede opstart en verloop van de behandeling met biologics en JAK-remmers.

Inhoud van de herzieningen

Deze herziening voegt aanbevelingen toe voor de verschillende momenten van de specialistische dermatologische zorg in de tweede en derde lijn. Het gaat om indicatiestelling, keuze voor en tussen behandelingen, gebruik (vóór start, tijdens gebruik, en na stoppen), switchen van en naar andere behandelingen en behandeldoelen met betrekking tot biologics en JAK-remmers voor patiënten met CE. De module over dupilumab is herzien en de volgende submodules zijn toegevoegd:  

  • Keuze voor en tussen biologics en JAK-remmers
  • Behandeldoelen
  • Switchen tussen de verschillende nieuwe systemische middelen
  • Biologics (dupilumab en tralokinumab)
  • JAK-remmers (baricitinib, upadacitinib en abrocitinib)
  • Abrocitinib

Samenwerking

De nieuwe modules zijn een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV). De modules zijn ontwikkeld in samenwerking met de internisten (NIV) namens de Nederlandse Vereniging voor Allergologie en Klinische Immunologie (NVvAKI), oogheelkundigen (NOG), ziekenhuisapothekers (NVZA), huidtherapeuten (NVH) en verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN). Ook de Patiëntenfederatie Nederland en de Vereniging voor Mensen met Constitutioneel Eczeem (VMCE) waren betrokken. Het Kennisinstituut heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Bekijk de richtlijn