Behandeladvies voor patiënten met IL6-remmers aangepast
Op 9 november informeerde minister de Jonge de Tweede Kamer over de verminderde beschikbaarheid van IL6-remmers in Nederland (tocilizumab en sarilumab). Deze geneesmiddelen worden ingezet bij de behandeling van patiënten met reumatoïde artritis, maar ook voor patiënten met COVID-19 en kanker. Op dat moment was de voorraad in Nederland zodanig dat er sprake was van fase één van het behandeladvies, opgesteld door het Landelijk Coördinatiecentrum Geneesmiddelen.* Door het oplopende aantal ziekenhuisopnames van patiënten met COVID-19 en de achterblijvende leveringen van IL6-remmers, heeft het LCG vrijdag 12 november een nieuwe alert verstuurd waarin de volgende fase van het behandeladvies is aangekondigd.
Dat betekent dat in verband met de schaarse beschikbaarheid van IL6-remmers de behandeling van COVID-19 patiënten wordt aangepast. Deze patiënten gaan over op tocilizumab waarbij de dosis wordt verlaagd van 600 naar 400mg intraveneus. De alert van het LCG is verstuurd naar alle ziekenhuisapothekers, zodat zij aan de slag kunnen met de herverdeling. De medisch specialisten die met IL6-remmers werken zijn naast de alert ook via hun wetenschappelijke vereniging op de hoogte gebracht wat dit voor de behandeling van hun patiënten betekent. Het gaat in dit geval om de NVALT, NVIC, NVR en de NIV.
*Het advies is opgesteld door het LCG, na raadpleging van de commissie Acute Tekorten Geneesmiddelen, aangevuld met vertegenwoordiging vanuit de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie, de SWAB en het Expertiseteam behandeling COVID-19 van de Federatie Medisch Specialisten.