Schetsen aan de toekomst: medische opleiding krijgt vorm tijdens tekentafels

Hoe ziet de medische opleiding van morgen eruit? Die vraag staat centraal tijdens de tekentafels van de werkgroep Ruimte voor opleiden. Koen Bos, orthopedisch chirurg in het Erasmus MC, en Liselot Valkenburg-van Iersel, internist-oncoloog in het Maastricht UMC, staan aan het hoofd van de sessies. Ze vertellen hoe de eerste plannen zijn geschetst. Valkenburg-van Iersel: 'We discussiëren erop los.'

Gedreven door passie voor opleiden

Zowel Bos als Valkenburg-van Iersel zijn al lang betrokken bij het opleiden van jonge artsen. Bos vertelt: 'Lesgeven aan jonge mensen geeft ontzettend veel energie. Ik voel de verantwoordelijkheid om dat zo goed mogelijk te regelen. In het project Ruimte voor opleiden vertalen we als beroepsgroep het advies Opleidingenstructuur naar een praktische invulling voor op de werkvloer.’

Valkenburg-van Iersel vult aan: 'De uitdaging is: hoe kunnen we jonge artsen enerzijds een uitdagende opleiding bieden, en anderzijds aansluiten op de vraag van de maatschappij? Het is een boeiende puzzel om theorie, praktijk en maatschappelijk belang op elkaar af te stemmen.'

Portretfoto Koen en Liselot
Foto: Liselot Valkenburg-van Iersel (links) en Koen Bos (rechts)

 

De tekentafels: brainstormen over de basis

De tekentafels vormen de basis voor het uitwerken van de plannen en zijn opgesplitst in snijdende en beschouwende specialismen. Bos is de voorzitter van de snijdende tekentafel. Hij licht toe: 'Ons idee is om een gezamenlijke basisfase te ontwikkelen voor elk van beide richtingen. Hierin leer je alle essentiële competenties die je als arts nodig hebt.'

Valkenburg-van Iersel, voorzitter van de beschouwende tekentafel, vertelt over de aanpak: 'We kijken eerst puur naar de inhoud. Wat zijn de kernactiviteiten die elke arts moet beheersen? Dat varieert van een beoordeling van de situatie tot basisvaardigheden als samenwerken en plannen.'

‘We mogen nu dromen, groots denken. Pas later komt de vorm aan bod’

Bos geeft een concreet voorbeeld: 'Tijdens een van de tekentafels bespraken we hoe een aios moet handelen bij een acuut bedreigde patiënt. Voordat je consulenten om hulp vraagt, kun je zelf al een aantal stappen nemen. Een ander aspect zijn chirurgische basisvaardigheden. Een extra uitdaging, want we zijn allemaal expert op een ander gebied. Toch zijn een aantal vaardigheden hetzelfde: iedereen moet kunnen snijden, hechten, steriel werken, een patiënt voorbereiden.'

‘Wat ik goed vind aan dit project, is dat we eerst vanuit de inhoud kijken', vertelt Valkenburg-Van Iersel. ‘We mogen nu dromen, groots denken. Pas later komt de vorm aan bod.’ Toch is deze fase nog niet zonder discussie, zegt ze: 'Een terugkerend thema is de balans tussen medische inhoud en algemene vaardigheden. Moeten we een vaste lijst ziektebeelden opstellen die elke arts moet kennen? Of focussen we meer op vaardigheden als "leren dokteren"?'

MMV-congres: toetsen en verfijnen

Voor nu zijn er slechts een aantal specialismen bij de tekentafels betrokken. Als de eerste lijnen zijn uitgezet, zullen ook andere specialismen om input gevraagd worden. Zo wordt het plan sterker en krijgt het draagvlak. Een aantal stellingen waar de werkgroep zich over buigt werden voor het eerst voorgelegd aan een breder publiek op het MMV-congres op 4 december. Bos: 'We presenteerden stellingen en gingen in discussie met het publiek. Het was mooi om te zien hoe betrokken iedereen was.' 

Deelnemers aan de discussie tijdens het MMV-congres kiezen of ze het met een stelling eens of oneens zijn.
Foto: Deelnemers aan de sessie tijdens het MMV-congres 2024

Valkenburg-van Iersel: 'Een van onze stellingen was: :"De belangrijkste vijf consultvragen van ieder specialisme horen thuis in de basisfase". Het merendeel was het daarmee eens, wat aangeeft dat er behoefte is aan een duidelijke afbakening.'

Bos bleef nog iets anders bij: 'Een specialist ouderengeneeskunde suggereerde om in de vroege fase al te leren over de doorstroom van patiënten naar verpleeghuizen. De interesse is er dus zeker vanuit andere clusters en specialismen. Zulke inzichten nemen we mee terug naar de tekentafels.’

Samen schetsen aan de toekomst

Beide tekentafels hebben nog tot maart om verder te discussiëren. Dan komen de snijdende en beschouwende specialismen weer samen. Bos: ‘We gaan elkaars ideeën toetsen en verfijnen. Je zult zien dat we in onderdelen op een ander pad zijn geraakt. Het wordt spannend om te zien hoe onze verschillende perspectieven samenkomen.'

Valkenburg-van Iersel verwacht toch dat er ook veel overeenkomsten zullen zijn: 'Onze manier van werken zit dicht tegen elkaar aan. Ik verwacht dus dat we meer overeenkomsten dan verschillen zullen vinden tussen de specialismen. Uiteindelijk hopen we vooral dat de wetenschappelijke verenigingen het plan ook echt gaan dragen. Zij gaan over hun eigen opleiding, dus hun steun is belangrijk.'

Bekijk ook