Update leidraad Medicamenteuze behandeling voor patiënten met COVID-19
Op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten is de Leidraad 'Medicamenteuze behandeling voor patiënten met COVID-19' geactualiseerd. De wijzigingen hebben betrekking op de dosering van monoklonale antistoffen en medicatie bij zwangerschap/lactatie. Op basis van de beschikbare wetenschappelijke data is er geen plaats meer voor remdesivir in de behandeling van patiënten met COVID-19.
De dosering van monoklonale antistoffen is verlaagd. Patiënten die worden opgenomen met COVID-19 zonder aantoonbare antistoffen en waarbij behandeling met monoklonale antistoffen wordt gestart, krijgen vanaf nu eenmalig een dosis van 1200 mg casirivirmab en 1200 mg imdevimab (totaal 2400 mg). Ambulante patiënten met COVID-19 zonder aantoonbare antistoffen krijgen eenmalig 600 mg casirivirmab en 600 mg imdevimab (totaal 1200 mg).
Daarnaast is er een advies toegevoegd over zwangere of lacterende vrouwen. Tocilizumab wordt hierin genoemd als eerste keus middel, mits patiënten hiervoor in aanmerking komen volgens de SWAB leidraad. Ook is een advies toegevoegd over het gebruik van monoklonale antistoffen (anti-spike eiwit) bij zwangere vrouwen met COVID-19.
De SWAB heeft deze leidraad ontwikkeld in samenwerking met het Centrum Infectieziektebestrijding (CIB), het Expertiseteam COVID-19 Behandeling, het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en de wetenschappelijke verenigingen van de ziekenhuisapothekers (NVZA), artsen-microbioloog (NVMM), internisten (NIV/NVVI), intensivisten (NVIC), kinderartsen (NVK) en longartsen (NVALT).