Richtlijn Oriënterend fertiliteitsonderzoek: nieuwe inzichten en modules toegevoegd

De richtlijn Oriënterend fertiliteitsonderzoek (OFO) is vernieuwd. Met nieuwe en herziene modules sluit de richtlijn nu beter aan bij de praktijk en de laatste inzichten in de zorg voor stellen met subfertiliteit.

Ongeveer vijftien procent van de stellen klopt bij de huisarts aan omdat het niet lukt om zwanger te worden. Voor een deel van hen volgt een verwijzing naar een specialist, waar het oriënterend fertiliteitsonderzoek start.

Inhoud van de richtlijn

Met het oriënterend fertiliteitsonderzoek wordt stap voor stap een aantal mogelijke oorzaken van het uitblijven van een zwangerschap onderzocht. Uiteindelijk maakt de specialist op basis van de uitkomsten een schatting van de kans op een spontane zwangerschap.  

De belangrijkste aanvullingen ten opzichte van de vorige richtlijn zijn:

  • Voer niet standaard schildklieronderzoek (TSH en TPO) uit bij patiënten met subfertiliteit: Er is nooit een relatie aangetoond tussen subklinische hypothyreoidie of TPO antilichamen en verminderde fertiliteit of een slechte zwangerschapsuitkomst. Ook is niet aangetoond dat behandeling hiervan, invloed heeft op fertiliteit. Daarom wordt een standaard bepaling afgeraden. Dit is alleen zinvol als een vrouw klachten heeft die passen bij een schildklierafwijking.  
  • Overweeg bij het aanwezig zijn van een indicatie voor HSG, deze uit te voeren met oliehoudend contrast vanwege een hogere kans op zwangerschap en levendgeborene in vergelijking met waterhoudend contrast: Uit onderzoek blijkt dat oliehoudend contrast leidt tot betere uitkomsten.
  • Verricht geen hysteroscopie in het oriënterend fertiliteitsonderzoek als er geen afwijkingen zijn gezien bij echoscopie: Een hysteroscopie leidt niet tot betere kansen op een zwangerschap als er geen afwijkingen zijn gezien bij een echoscopie.  

Daarnaast zijn een praktisch stroomschema en patiëntinformatie op Thuisarts.nl ontwikkeld.

Samenwerking

De richtlijn is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), samen met de Nederlandse Vereniging van Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (NVKC), de Vereniging van Fertiliteitsartsen (VVF), patiëntenvereniging Freya en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Bekijk de richtlijn
Bekijk het stroomschema