Medisch Contact: De toekomst volgens de specialist

Medisch specialisten willen meedenken over de toekomst van de gezondheidszorg. Zij voelen zich in overgrote meerderheid medeverantwoordelijk voor de beheersing van de zorgkosten.

Begin oktober is het klaar, het visiedocument ‘De Medisch Specialist 2015’, een initiatief van de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en alle wetenschappelijke verenigingen. Wat er precies in komt te staan, is nog geheim. Het gaat immers om de visie op de zorg van de héle beroepsgroep, en een deel van de achterban wordt nu nog geraadpleegd. Maar de contouren tekenen zich af. Zo zal het document ingaan op kwaliteitsinformatie, op samenhang in de zorg en op de zorg aan patiënten in verschillende fasen van hun leven. Maar bovenal: op doelmatigheid en de verantwoordelijkheid van medisch specialisten om de kosten van de gezondheidszorg binnen de perken te houden.

‘Het is leuk om te doen’, zegt Carina Hilders, gynaecoloog in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft en voorzitter van de projectgroep die leiding geeft aan het project. Niet alleen ziet zij met plezier hoe de leden van die groep – tien medisch specialisten en een gezondheidseconoom – langzaam naar elkaar toegroeien. Ook geniet zij van de contacten met de leden van de klankbordgroep, onder wie een ziekenhuisdirecteur, een hoge ambtenaar van VWS , een zorgverzekeraar en een vertegenwoordiger van de patiënten. Hilders: ‘Zij weten niet allemaal uit eigen ervaring wat zich dagelijks in de ziekenhuizen afspeelt, maar uit onze verhalen krijgen zij een beeld. Omgekeerd helpen zij ons ook. Wij mogen dan wel vinden dat medisch specialisten zich met bepaalde zaken moeten gaan bemoeien, zij maken ons duidelijk of dat ook hún wens is!’

Kostenbeheersing

Uiteraard speelt ook de achterban van medisch specialisten een rol in het proces. Op de laatste dag van mei organiseerde de projectgroep een ‘heidag’, waar de wetenschappelijke verenigingen hun oordeel konden geven over een aantal stellingen. Vijf daarvan kwamen later op de website te staan, en werden daar beoordeeld door nog eens 700 sitebezoekers. Opvallende conclusie: meer dan 80 procent van de medisch specialisten zegt zich medeverantwoordelijk te voelen voor de beheersing van de zorguitgaven – precies zoals OMS-voorzitter Frank de Grave hen begin dit jaar opriep te doen.

Een mooi uitgangspunt, maar hoe kunnen ze precies bijdragen aan de kostenbeheersing? Hilders: ‘Medisch specialisten hebben hun verantwoordelijkheid voor het voorschrijven van dure geneesmiddelen in het eigen ziekenhuis. Maar zij kunnen de kosten ook helpen beheersen door generiek voor te schrijven. Of door praktijkvariatie inzichtelijk te maken. Of door kritische vragen te stellen als er op enig moment operatiekamers leegstaan: hoe zit het hier met de planning?’

Onzinnig

Natuurlijk kunnen de zorguitgaven ook omlaag door af te zien van alle onzinnige zorg. Maar wie bepaalt wat onzinnig is? De medisch specialisten zijn verdeeld. Ongeveer de helft (52%) zegt ‘ja’ op de stelling dat de politiek die vraag moet beantwoorden, de anderen zijn het daarmee oneens. Waarom die aarzeling?

‘Ik denk dat het voorzichtigheid is’, antwoordt Hilders. ‘Specialisten zijn bang dat anderen over medisch-inhoudelijke zaken beslissingen nemen die de vooruitgang in de gezondheidszorg remmen. Als de overheid bijvoorbeeld zou zeggen: “We stoppen met geavanceerde kankergeneesmiddelen, die zijn gewoon te duur”, dan remt dat de innovatie.’

Medisch specialisten, weet Hilders, willen hun patiënten zelf kunnen uitleggen wat zo’n duur geneesmiddel al dan niet voor hen kan betekenen. ‘Mensen goed informeren over de voor- en nadelen van een middel, zodat zij er zelf een besluit over kunnen nemen – dat wordt in de toekomst heel belangrijk.’ Zal in zo’n evaluatief gesprek de kostenbeheersing op de achtergrond meespelen?

Hilders: ‘Natuurlijk! De medisch specialist weet dat een oncologisch medicijn maar een paar maanden levensverlenging geeft, tegen enorme bijwerkingen. En hij weet ook dat het enorm veel geld kost. Het is de taak van de professional – met in zijn achterhoofd de wetenschap dat hij ook verantwoordelijk is voor de kosten – om een patiënt te begeleiden om tot een bevredigende keuze te komen. Dat de kosten daarbij even om de hoek komen kijken, is niet erg. Maar de brede discussie over de kosten moet elders en op een abstracter niveau worden gevoerd. Die hoort niet in de spreekkamer thuis.’

Buurtgezondheidscentra

Politiek Den Haag, zegt Hilders, is erg gecharmeerd van de zogeheten anderhalvelijnscentra, buurtgezondheidscentra waar ook medisch specialisten spreekuur houden. De meeste respondenten (64%) voelen daar echter niet voor. Hilders, voorzichtig: ‘De conclusie is dat het niet voor de hand ligt om dit te gaan invoeren. Kennelijk moet je verschil maken tussen de verschillende vakgebieden. Een orthopeed heeft niets te zoeken in zo’n centrum, maar voor een oogarts kan het een uitkomst zijn. Die verschillen kunnen benoemen, dat is het voordeel van het bevragen van onze achterban.’

Ook over preventie zijn de meningen verdeeld. Driekwart vindt dat medisch specialisten daarin een rol kunnen spelen, de rest denkt van niet. Zelf vermoedt Hilders dat er vooral winst valt te behalen in het voorkómen dat een ziekte verergert. ‘Nu nog verschilt de eerstelijnsaanpak van bijvoorbeeld hypertensie van die in de tweede lijn. Het is belangrijk dat we daarover in gesprek raken en dat er vervolgens voorbeelden ontstaan van best practices, die we met elkaar delen.’

Bijna eensgezind, ten slotte, vinden medisch specialisten klinische registraties dé manier om de kwaliteit van de zorg inzichtelijk te maken.
Zullen alle specialismen straks precies zo’n registratiesysteem kennen als, bijvoorbeeld, de colorectal audit van de chirurgen, waarin de resultaten van darmkankeroperaties worden geregistreerd?

Hilders denkt van niet: ‘Voor een kinderarts, bijvoorbeeld, is zo’n klinische registratie niet hét middel om kwaliteit inzichtelijk te maken. Daar moeten de wetenschappelijke verenigingen zich over gaan buigen: welke registratievorm is voor dit vak het meest geschikt? Zij zullen zich straks verplichten om binnen een paar jaar de verantwoordelijkheid te dragen voor een goede kwaliteitsregistratie.’

Specialisten aan zet

Voor Hilders komt de publicatie van het visiedocument precies op tijd. ‘In 2015 verandert de zorg, komt er integrale bekostiging. Dat levert nieuwe uitdagingen op. Nu nog moet een patiënt met multimorbiditeit de ene dag naar de internist en de volgende dag naar de chirurg. Dat werkt niet meer! In ons document formuleren we onze doelen, de manier waarop en de tijd waarin we deze willen bereiken. Het moment is gekomen dat medisch specialisten hun verantwoordelijkheid nemen. Nu zijn wij aan zet.’