Leermomenten voor vernieuwers

Innovaties komen beter van de grond als er een innovatieve omgeving wordt gecreëerd. Dat was de rode draad in alle praktijkvoorbeelden die tijdens het Platform Innovatie op 13 november de revue passeerden. Peter Paul van Benthem, kno-arts en algemeen bestuurslid van de Federatie: “Het was fantastisch om te zien hoe in een open sfeer de aanwezige medisch specialisten in gesprek gingen over hoe ongelooflijk lastig het soms kan zijn om innovaties van de grond te krijgen. Maar vooral ook hoe ze ons werk ontzettend leuk maken en de zorg voor de patiënt verbeteren.”

Go van Dam, hoogleraar oncologische chirurgie bij het UMCG, trapte de avond af met de ontwikkeling van fluorescente tracers: stoffen die in het lichaam ingebracht kunnen worden en waarmee kankercellen beter opgespoord kunnen worden. De bureaucratische en wettelijke hobbels in het ziekenhuis vormden een belemmering om deze innovatie te ontwikkelen. Van Dam zocht daarom de oplossing in het oprichten van een eigen bedrijf buiten het ziekenhuis. Hij werkte nauw samen met het ziekenhuis maar was minder gebonden aan regels en procedures. Met als resultaat dat hij innovaties beter en sneller kon ontwikkelen. Innovatie vraagt om een heel andere manier van samenwerken in de organisatie vindt Van Dam. Daarom werkt zijn bedrijf volgens de principes van de ‘Holacracy’: in deze samenwerkingsvorm is er geen sprake van een top-down of bottom-up aanpak, maar van een zelforganiserend team. “Deze organisatievorm versterkt de innovatieve kracht van de hele organisatie”, aldus Van Dam.

Implementatie verdient veel aandacht

Ward Cottaar, technisch natuurkundige, ging in op implementatie van nieuwe medische technologie: hoe zorgen we dat er echt toegevoegde waarde uitkomt voor patiënten en zorgprofessionals? “Met alleen onderzoeken en ontwikkelen van innovaties ben je er nog niet. Technologie heeft weinig effect als er onvoldoende aandacht wordt besteed aan goede implementatie en een aanpassing van werkprocessen. Sterker nog, als dat niet goed gebeurt, kan technologie zelfs onbetrouwbaar worden.”

Slimme pleister: in theorie een prachtig concept

Erik Jan van Lieshout, internist, illustreerde het belang van goede integratie in werkprocessen aan de hand van zijn ervaringen met ‘de slimme pleister’. Een wearable die hartfrequentie en ademhaling meet en het minder ingewikkeld maakt voor verpleegkundigen om in te schatten of een patiënt extra zorg nodig heeft en bijvoorbeeld naar de IC moet. De informatie vanuit de pleister gaat rechtstreeks naar het epd, dat een signaal geeft bij alarmerende scores. “In theorie een prachtig concept”, aldus van Lieshout. Maar de pleister is nog steeds niet in gebruik want de ict is nog niet op orde. Het enthousiasme voor de pleister begint daardoor ook steeds meer in te zakken. Want het duurt te lang. Misschien hadden we achteraf gezien beter kunnen wachten tot de ict zover was voordat we de organisatie erbij gingen betrekken. Zodat we daarna gelijk hadden kunnen doorpakken. Een leermoment voor ons.” Van Lieshout benadrukte dat het belangrijk is om niet alleen successen maar ook mislukkingen te delen: “Daar kunnen we minstens zoveel van leren.”

Digitalisering van de pathologie

Patholoog Marijke van Dijk vertelde hoe ze in het UMCU binnen de pathologie digitalisering doorvoerden. “We maakten een voor pathologen revolutionaire omslag van een fysiek archief waarin we werkten met coupes van lichaamsmateriaal, naar een volledig digitale workflow. Dit levert ons veel op: we kunnen ons werk nu beter doen en informatie is veel sneller beschikbaar.”

Bent u er de volgende keer bij?

Wilt u ook aanwezig zijn bij de volgende inspiratiesessie? Stuurt u dan een mail naar raadwi@demedischspecialist.nl zodat wij u kunnen attenderen op de volgende bijeenkomst.