‘Leer werken op de grenzen van uw beroep’

Om daadwerkelijk zorg te kunnen leveren vanuit een netwerk, waarbij de patiënt en zijn gezondheid centraal staan, moeten zorgverleners leren werken op de grenzen van hun beroep. Dat stelde Pauline Meurs, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS), afgelopen donderdag tijdens de bijeenkomst 'Van medisch beroep naar netwerk' die de Federatie en het College Geneeskundige Specialismen (CGS) gezamenlijk organiseerden.

Dat geneeskundig specialisten in de toekomst steeds meer onderdeel zullen uitmaken van een netwerk rondom de patiënt, daar is vrijwel iedereen het over eens. Ook in het visiedocument Medisch Specialist 2025 neemt het thema ‘Netwerkgeneeskunde’ een belangrijke plaats in. Maar hoe vertalen we dit naar de dagelijkse praktijk? En in hoeverre past de huidige beroepen- en specialismenstructuur bij die nieuwe manier van werken? Tijdens de invitational 'Van medisch beroep naar netwerk' gingen diverse betrokkenen hierover met elkaar in gesprek.

Herbezinning

Peter van Lieshout, hoogleraar Theorie van de zorg bij de Universiteit Utrecht, voorspelt het ‘einde van het beroep van de dokter zoals we dat nu kennen’. Volgens hem zorgt slimme technologie er in toenemende mate voor dat patiënten zelf over kennis en adviezen kunnen beschikken, die ze voorheen van hun arts kregen. Dat vraagt om herbezinning op het beroep van arts in de netwerken van de toekomst, aldus Van Lieshout.
Deze nieuwe technologie kan volgens cardioloog Marcel van de Linden ook stimulerend werken voor netwerkgeneeskunde. Als voorbeeld hiervan noemt hij de vergoeding vanaf 2018 van herhaalconsulten op de poli via mail, telefoon of screen-to-screen. Dergelijke randvoorwaarden maken het volgens hem mogelijk om de zorg beter rondom de patiënt te organiseren.

Zorgwekkend

Martin Schalij, afdelingshoofd hartziekten en opleider cardiologie in het LUMC, hield een warm pleidooi voor de herwaardering van de generalistische zorg. Hij noemde de huidige trend richting superspecialisatie van medisch specialisten zorgwekkend. “We leveren in Nederland geweldige hoogcomplexe cardiologische zorg door supergespecialiseerde cardiologen. Maar 90% van de patiënten heeft helemaal geen superspecialistische zorg nodig. Er is voor de toekomst juist behoefte aan algemene cardiologen die in de acute zorg inzetbaar zijn en blijven. We moeten af van het beeld dat een arts die zich verder specialiseert beter is en daarmee een hogere status heeft dan een arts met een meer generalistische blik.”

Regievoerder

Over één punt zijn alle aanwezigen het eens: goede netwerkzorg valt of staat met een regievoerder. Daarvoor is geen nieuwe functie nodig, maar een gevoelde verantwoordelijkheid bij alle zorgprofessionals. Pauline Meurs: “In ieder zorgnetwerk moet er een zorgverlener zijn die zich verantwoordelijk voelt voor het hele traject van de patiënt, die de verantwoordelijkheid pas overdraagt als hij zich ervan heeft vergewist dat een andere zorgverlener de verantwoordelijkheid overneemt. Dat betekent dat je moet leren werken op de grenzen van je beroep.” Daarbij speelt de opleiding van aios een belangrijke rol, volgens Edith van Esch van De Jonge Specialist: “Tijdens je opleiding, leer je niet alleen je vak, maar je leert ook werken met grenzen: wat weet je niet, wanneer moet je collega’s van een ander specialisme erbij halen? Dat kun je niet leren wanneer aios vanuit de verschillende specialismen geïsoleerd opgeleid worden. Om straks interprofessioneel te kunnen werken, moet je nu interprofessioneel leren.”