Duurder merkgeneesmiddel lang niet altijd nodig
Medisch specialisten laten zich nog weinig leiden door de kosten van geneesmiddelen en zijn vaak niet op de hoogte van de prijs.
Uit Vektis-data (de declaratiegegevens van de zorgverzekeraars) bleek, dat er grote verschillen bestaan in de mate waarin ziekenhuizen generieke geneesmiddelen voorschrijven. Dit was aanleiding voor de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) om het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) opdracht te geven de redenen hiervoor te onderzoeken. Er is specifiek gevraagd naar het voorschrijven én afleveren van cholesterol- en bloeddrukverlagers in 10 ziekenhuizen en 6 openbare apotheken.
Uit het onderzoek blijkt dat apothekers al standaard generieke geneesmiddelen leveren – ook bij recepten op merknaam – tenzij de arts een ‘medische noodzaak’ aangeeft. Het voorschrijven van merkmiddelen op ‘medische noodzaak’ kan bovendien nog verminderen als patiënten steeds dezelfde variant van een generiek middel zouden krijgen. Als patenten op geneesmiddelen verlopen, komen ze vaak als zogenoemd generiek geneesmiddel op de markt. De capsule of tablet kan er wat anders uitzien, maar werkzame stof en werking zijn hetzelfde en de prijs is een stuk lager.
Arts-gerelateerde redenen
De ervaring die een medisch specialist heeft met een geneesmiddel beïnvloedt het voorschrijfgedrag. Daarnaast blijken de meeste medisch specialisten zich bij een keuze voor een middel nog weinig te laten leiden door de kosten en niet altijd op de hoogte te zijn van de prijs van geneesmiddelen. Op grond van deze bevindingen is een aantal aanbevelingen geformuleerd, waaronder vergroting van kostenbewustzijn bij medisch specialisten, opname van de kosten van geneesmiddelen in het elektronisch voorschrijfsysteem, gebruik maken van beschikbare spiegelinformatie over voorschrijfgedrag en meer aandacht in de opleiding voor de balans tussen kwaliteit en kosten van voorschrijven.
Voorkeur patiënt
Suzanne Geerlings, voorzitter van de commissie Kwaliteit van de NIV: “Voor cholesterolverlagers is vooral de kracht van het middel een reden om op medische noodzaak een merkmiddel voor te schrijven. Maar ook de voorkeur van een patiënt speelt een rol. Als deze om een merkmiddel vraagt, wordt dit vaak voorgeschreven om therapietrouw te bevorderen. Om het aantal pillen die patiënten moeten slikken te verminderen, worden bovendien ook duurdere combinatiepreparaten voorgeschreven.”
Generieke varianten
Het aanbod van generieke middelen blijkt sterk te wisselen. Het komt nog regelmatig voor dat patiënten na een bezoek aan de apotheek of een tijdelijk verblijf in het ziekenhuis met een andere variant van een cholesterolverlager thuiskomen dan ze daarvoor gebruikten. Dit kan verwarring opleveren, waardoor patiënten bijvoorbeeld denken dat ze beide pillen moeten blijven slikken – ze zien er immers anders uit – terwijl de werkzame stof dezelfde is. Op deze manier gebruiken ze dus een dubbele dosis. Of ze krijgen een ongewenste bijwerking door de verandering van variant van het generieke middel. Dit komt de therapietrouw niet ten goede. Eric Dubois, voorzitter van de commissie Kwaliteit van de NVVC: “Als een patiënt niet goed reageert op een nieuwe variant van een generiek middel, voelt een arts zich genoodzaakt een merkmiddel voor te schrijven. Terwijl je dit had kunnen voorkomen bij gebruik van de eerdere generieke variant.”