‘Iedere arts is verantwoordelijk voor stoppen-met-roken-zorg’

Stoppen met roken is voor iedere patiënt relevant en daarom zou iedere medisch specialist zich hier verantwoordelijk voor moeten voelen, zo pleit cardioloog Maurits van der Veen. Een goed gesprek met een patiënt hierover hoeft volgens hem niet meer dan een halve minuut te duren. Daarnaast is het belangrijk dat artsen goed gefaciliteerd worden. ‘Een arts moet iemand met één druk op de knop kunnen doorverwijzen naar stoppen-met-roken-zorg.’ 

Foto geïnterviewde

De cijfers liegen er niet om. Patiënten die vier weken voor hun operatie stoppen met roken hebben minder kans op complicaties tijdens de narcose en herstellen beter in de zes maanden erna.1 Ook blijkt uit onderzoek dat iemand die na een hartinfarct stopt met roken, dertig procent minder kans heeft om te overlijden aan een cardiovasculaire oorzaak.2 Redenen genoeg om als medisch specialist meer aandacht te hebben voor stoppen met roken, vindt Van der Veen, en zo bij te dragen aan de juiste zorg op de juiste plek en daarmee de best passende zorg voor je patiënten.

Vermijdbare risicofactor

Stoppen met roken wordt vaak gezien als een leefstijlinterventie, net als meer bewegen, goed slapen of afvallen. Toch vindt Van der Veen stoppen met roken niet persé thuishoren in het leefstijlhoekje. ‘Roken is vaak een verslaving en daarmee eigenlijk een ziekte. Dat maakt dat roken ook heel problematisch is. Het is de meest belangrijke vermijdbare risicofactor en daar moeten we ons als artsen over uitspreken. Bovendien heeft het altijd zin om te stoppen met roken. Ik zeg vaak tegen mijn patiënten: “Als u stopt met roken geeft u een belangrijk signaal af aan uw kinderen en kleinkinderen”. Dat zet mensen toch aan het denken.’ 

Ambassadeur 

Van der Veen werkt al achttien jaar als cardioloog in ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, waar hij ook ambassadeur is voor de stoppen-met-roken-zorg. ‘Een paar jaar geleden volgde ik een lezing van een inspirerende spreker. Deze vroeg zich af waarom artsen zich focussen op zorg en behandeling, maar geen rol voor zichzelf zien als het gaat om de preventie van ziekten. Dat zette mij aan het denken. Als medisch specialisten zijn wij er ook bij gebaat wanneer iemand niet ziek of zieker wordt, een behandeling succesvol verloopt en iemand goed herstelt. Het was een eyeopener die mij motiveerde om actief met dit onderwerp aan de slag te gaan. Stel je eens voor: wij hadden in die tijd zelfs nog een ‘rooktuin’ in ons ziekenhuis waar de rookwolken door het open raam van de oncoloog naar binnen dreven. Best idioot als je daarover nadenkt.’ 

Stoppen-Met-Roken-consulent

Mede dankzij de inzet van Van der Veen beschikt zijn ziekenhuis sinds een klein jaar over een Stoppen-Met-Roken-consulent (SMR-consulent). Deze consulent helpt patiënten van het ziekenhuis op een laagdrempelige manier de weg te vinden naar de juiste stoppen-met-roken-zorg in de regio. ‘Wat mij met name opvalt is dat vanuit maar liefst vijftien verschillende specialismen mensen naar onze consulent zijn doorverwezen voor een op maat gemaakt advies. Het belang hiervan wordt dus niet alleen ingezien door cardiologen en longartsen, maar bijvoorbeeld ook door dermatologen of gynaecologen. En terecht, mensen die roken hebben bijvoorbeeld ook meer kans op huidkanker of complicaties tijdens de zwangerschap. In die zin is stoppen met roken voor iedere patiënt relevant’, vertelt Van der Veen. ‘We weten inmiddels ook dat de helft van de gesprekken met de SMR-consulent zorgt voor een stopactie. Dat kan zelfstandig zijn of met wat extra hulp. Of dat ook blijvend is, gaan we later meten.’ 

Generatieverschil

Als initiatiefnemer is Van der Veen uiteraard een groot voorstander van goed georganiseerde stoppen-met-roken-zorg. Maar hoe kijken collega’s daar tegenaan? Voelen zij die verantwoordelijkheid ook? ‘Gezien het succes van de SMR-consulent durf ik te zeggen dat er in ons ziekenhuis voldoende draagvlak is vanuit verschillende disciplines. Ik stuit gelukkig nooit op weerstand, wel merk je soms dat niet iedereen het onderwerp even interessant vindt. Daarbij zie ik overigens wel een generatieverschil. Mijn jongere collega’s en artsen in opleiding vinden het vaak vanzelfsprekend om stoppen met roken ter sprake te brengen. Dat komt denk ik omdat veel van hen al rookvrij zijn opgegroeid en van jongs af aan op de gevaren van roken zijn gewezen. Bij de wat oudere generatie ligt dat toch anders. Ik zal eerlijk bekennen dat ik in mijn jongere jaren ook aardig wat sigaretten gerookt heb.’ 

Very Brief Advice

Hoe zit het met tijd? Hebben medisch specialisten wel voldoende mogelijkheid om het onderwerp tijdens een consult ter sprake te brengen? Er ‘moet’ immers al zoveel? Volgens Van der Veen is het een misvatting dat een gesprek hierover veel tijd kost. ‘Ik hanteer altijd de Very Brief Advice methode (VBA). Deze bestaat uit drie simpele stappen: vraag, vertel en verwijs. Je vraagt of iemand rookt, je laat weten dat er hulp bestaat om te stoppen met roken en eventueel verwijs je iemand door.’ Van der Veen benadrukt dat artsen hierin wel goed gefaciliteerd moeten worden. ‘Mijn ziekenhuis heeft een knop aan het EPD toegevoegd waarmee een specialist in één klik een patiënt kan doorverwijzen naar de SMR-consulent. Deze neemt het traject verder over waardoor de arts wordt ontzorgd.’

Rookvrije generatie in 2040

Met hulp van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) leidt Van der Veen een project waarmee hij wil zorgen voor een betere aansluiting tussen ziekenhuizen en stoppen-met-roken-zorg in de regio. Wat is daarvoor nodig? “Om te beginnen zou het fantastisch zijn als ieder ziekenhuis zou beschikken over een stoppen-met-roken-ambassadeur. Het liefst is dat een enthousiaste arts die ook gelijk de eindverantwoordelijkheid draagt. Maar uiteindelijk gaat het erom dat dit onderwerp een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt van alle zorgprofessionals.” De overheid streeft, samen met een aantal andere organisaties, naar een rookvrije generatie in 2040. Is dat een haalbare kaart? Volgens Van der Veen wel. “Ik denk wel dat strenge wet- en regelgeving nodig is om dit probleem onder de knie te krijgen. Nieuw-Zeeland koos daar ook voor en daar rookt nu nog maar tien procent van de bevolking. Maar wat mij met name hoopvol stemt is dat roken nu eigenlijk al niet meer normaal wordt gevonden.” 

1. World Health Organisation

2. Managing tobacco use: the neglected cardiovascular disease risk factor. NA Rigotti and C Clair; European Heart Journal (2013) 34, 3259-3267.