Voordracht ziekenhuisapothekers (NVZA)
Onderzoeksvraag
Leidt het rekening houden met het DNA-profiel bij het voorschrijven van medicijnen tot minder bijwerkingen?
Onderzoekers
J.J. Swen, H.J. Guchelaar, C.H. van der Wouden, L.E. Manson, H. Abdullah-Koolmees, K. Blagec, T. Blagus, S. Böhringer, A. Cambon-Thomsen, E. Cecchin, K.C. Cheung, V. H. Deneer, M. Dupui, M. Ingelman-Sundberg, S. Jonsson, C. Joefield-Roka, K.S. Just, M.O. Karlsson, L. Konta, R. Koopmann, M. Kriek, T. Lehr, C. Mitropoulou, E. Rial-Sebbag, V. Rollinson, R. Roncato, M. Samwald, E. Schaeffeler, M. Skokou, M. Schwab, D. Steinberger, J.C. Stingl, R. Tremmel, R.M. Turner, M.H. van Rhenen, C.L. Dávila Fajardo, V. Dolžan, G.P. Patrinos, M. Pirmohamed, G. Sunder-Plassmann, G. Toffoli, U-PGx consortium
Inhoud en impact van het onderzoek
Patiënten reageren allemaal anders op eenzelfde medicijn. De variatie in ons DNA speelt hierin een belangrijke rol. De ene patiënt verwerkt bijvoorbeeld een medicijn sneller dan de ander, en heeft daarom een hogere dosis nodig om hetzelfde effect te bereiken. In de PREPARE-studie is onderzocht of patiënten die startten met een van de 39 medicijnen waarvan de verwerking wordt beïnvloed door onze genen, minder bijwerkingen hebben als rekening wordt gehouden met 50 varianten in 12 genen bij patiënten. Het resultaat laat zien dat patiënten waarvan de dosering was afgestemd op hun DNA, 30% minder ernstige bijwerkingen melden dan patiënten die de standaarddosis kregen voorgeschreven.