Voordracht radiologen (NVvR)
Onderzoeksvraag
Wat is effectiever: een ultra-lage-dosis CT-scan of een X-thorax (‘longfoto’) bij patiënten met verdenking op een longziekte op de spoedeisende hulp?
Onderzoekers
Inge A.H. van den Berk, Maadrika M.N.P. Kanglie Tjitske S.R. van Engelen, Josje Altenburg, Jouke T. Annema, Ludo F.M. Beenen, Bart G. Boerrigter, Marije K. Bomers, Paul Bresser, Elvin Eryigit, Maarten Groenink, Suzanne M.R. Höchheimer, Frits Holleman, Jos A.J. Kooter, Ramon B. van Loon, Mitran Keijzers, Ivo van der Lee, Paul Luijendijk, Lilian J. Meijboom, Saskia Middeldorp, Laura J. Schijf, Robin Soetekouw, Ralf W. Sprengers, Alexander D. Montauban van Swijndregt, Wouter de Monyé, Milan L. Ridderikhof, Michiel M. Winter, Shandra Bipat, Marcel G.W. Dijkgraaf, Patrick M.M. Bossuyt, Jan M. Prins, Jaap Stoker
Inhoud en impact van het onderzoek
Enkele jaren geleden is de ultra-lage-dosis CT thorax als nieuwe methode geïntroduceerd voor het onderzoeken van patiënten op de spoedeisende hulp bij wie een longziekte wordt vermoed. Maar het was tot op heden niet duidelijk in hoeverre deze techniek resulteert in verbetering van patiëntuitkomsten: functionele en mentale gezondheid, aantal en duur van ziekenhuisopnames, en mortaliteit. De onderzoekers hebben aangetoond dat deze CT-scan niet leidt tot betere patiëntuitkomsten. Deze uitkomst ondersteunt dan ook de huidige richtlijn om als eerste beeldvormende onderzoek een X-thorax (longfoto) te doen bij deze groep patiënten. Deze studie heeft voorkomen dat op de spoedeisende hulpgrootschalig de X-thorax door ultra-lage-dosis CT-thorax wordt vervangen. Als dit wél zou zijn gebeurd, dan zou de druk op de CT-capaciteit en de werkbelasting voor radiologen onnodig zijn toegenomen, waardoor patiënten minder snel aan de beurt zouden zijn voor een CT-scan en ook langer zouden moeten wachten op de uitslag.