Voor verpleegkundigen draait het om heldere afspraken en respect

Meer gelijkwaardigheid op de werkvloer levert hogere kwaliteit van zorg. Dat waarderen deze drie verpleegkundige teamspelers in hun samenwerking met medisch specialisten.

Florian van Hunnik, psychiatrisch verpleegkundige, cnio en bestuurslid verpleegkundig stafbestuur, OLVG
‘Als chief nursing information officer (cnio) zit ik sinds 2021 in het verpleegkundig stafbestuur van het OLVG. Op strategisch niveau voer ik intensief overleg met de staf van medisch specialisten. Met het stafbestuur kregen verpleegkundigen in datzelfde jaar medezeggenschap over de koers en de strategie van het ziekenhuis. In het begin leidde dit tot lichte onrust en argwaan onder medisch specialisten - want waarmee mochten verpleegkundigen zich dan precies bemoeien? Zouden wij bijvoorbeeld zeggenschap krijgen over de vraag welke zorg en patiënten bij het OLVG passen? Mijn standpunt is altijd geweest dat verpleegkundigen hierover - net als artsen - waardevolle ervaring en inzichten kunnen inbrengen. De dokters hadden aanvankelijk soms vrees dat met meer zeggenschap de verdeling van de taart ongunstig zou kunnen uitvallen. Gaandeweg is iedereen steeds beter gaan inzien dat we elkaar kunnen versterken; we beschouwen “de taart” als een krachtenbundeling. We werken inmiddels aanvullend en leren veel van elkaar, waarbij het me goed doet dat verpleegkundigen worden gewaardeerd om hun expertise in de patiëntenzorg.  

‘Wees nieuwsgierig naar ideeën van verpleegkundigen bij bestuurlijke vragen’

Medisch specialisten zijn vaak overtuigd van hun zaak. Dat is goed in de uitvoering van de geneeskunde, waar veel van hun persoonlijke inschattingsvermogen wordt verwacht. Maar bij bestuurlijke vragen vind ik het belangrijk dat ze ook open vragen durven te stellen en nieuwsgierig zijn. Die nieuwsgierigheid zou zich nadrukkelijk moeten richten op onze ideeën en ­overwegingen als verpleegkundigen. Ik zie gelukkig dat iedereen daarin is gegroeid. Zo botsten we tijdens de vroege coronacrisis over het gebruik van het type mondkapjes door verpleegkundigen. Medisch specialisten wilden dat we ons hielden aan de leidraad van het RIVM. Wij wilden liever afgaan op onze eigen ervaring en inschattingen. We zijn er toen uitgekomen door open in gesprek te blijven en benieuwd te zijn naar elkaars beweegredenen. Dat heeft echt geholpen. Na bijna drie jaar verpleegkundig bestuur zijn medisch specialisten inmiddels enthousiast. De twijfel is verdwenen en de discussies gaan over de goede zaken. Ik zie dat dokters de gedachte omarmen dat we samen invloed hebben op het beleid.’

Anita Meerlo, verpleegkundig specialist kindergeneeskunde, Isala
‘Ons team van achttien kinderartsen en twaalf verpleegkundig specialisten werkt met veel plezier samen om de zorg te optimaliseren, ieder vanuit de eigen professie. Wij, verpleegkundig specialisten, volgden de masteropleiding Advanced Nursing Practice en in de praktijk leren we vakspecifieke handelingen van de kinderartsen. Als verpleegkundig specialist doe ik laagcomplexe medische en hoogcomplexe verpleegkundige handelingen. Pasgeborenen van boven de 32 weken behandel ik bijvoorbeeld voor 90 procent zelfstandig. In de kindergeneeskundige praktijk werken we vooral op het medische vlak, verpleegkundige handelingen komen weinig voor. We nemen kinderen op van de seh als we ons daartoe bekwaam voelen en lopen zelfstandig visites op de afdeling. Met de medisch specialisten hebben we heldere afspraken over de patiëntencategorieën die we zelfstandig behandelen. Hebben we de kennis zelf niet, dan kunnen we altijd overleggen met de kinderarts.  

‘Samen verbeteren we de zorgkwaliteit. Daarbij passen geen antieke werkrelaties’

Als gesprekspartner hebben verpleegkundig specialisten een gelijkwaardige positie binnen de kindergeneeskunde. We schuiven aan bij vakgroep en bestuursvergaderingen - uniek in dit ziekenhuis - en doen mee aan de tweejaarlijkse heisessies. Oorspronkelijk waren die uitsluitend bedoeld voor medisch specialisten, inmiddels praten wij op gelijke voet mee over het best mogelijke zorgtraject, waarbij we opbouwende kritiek en feedback geven en ontvangen. Toegegeven, dat is niet altijd makkelijk, maar we staan ervoor open en leren ervan, daar gaat het om. De openheid en het tweerichtingsverkeer voelen als natuurlijke onderdelen van onze manier van werken: samen verbeteren we de zorgkwaliteit. Daarbij passen geen hiërarchische, antieke werkrelaties.

Ik ervaar deze werkwijze als een groeimodel. In de loop der jaren zijn we er steeds beter in geworden, en de vakgroep ontwikkelt erin mee. Mooi voorbeeld is de pasgeborenenzorg. Toen we begonnen met de masteropleiding tot verpleegkundig specialist, liepen alleen kinderartsen visite. Nu nemen we visites over en doen we de oudergesprekken zelfstandig. Dat geeft medisch specialisten meer ruimte om zich met complexe situaties bezig te houden. Voor bepaalde patiëntencategorieën is de zorg echt beter geworden. Bovendien maakt onze aanpak de zorg ook nog een stuk goedkoper.’

Wilma Kok, Nederlands eerste verpleegkundig endoscopist, Noordwest Ziekenhuisgroep
‘In 1997 nam ik voor het eerst taken over van medisch specialisten. Na jaren meekijken bij endoscopisch onderzoek, dacht ik: “Dat kan ik inmiddels ook.” Mijn idee kreeg bijval. Met het team van maag-, darm- en leverspecialisten – de een nog enthousiaster dan de ander – hebben we een landelijke opleiding voor verpleegkundig endoscopisten opgezet, inmiddels zijn er tachtig die medisch specialisten kunnen ontlasten. In mijn eigen werkomgeving zijn goede afspraken gemaakt, en we werken onder supervisie. De artsen zijn toegankelijk en ze beseffen dat ze zonder onze kennis – van bijvoorbeeld onderzoeksapparatuur - bijster weinig kunnen beginnen. De gelijkwaardigheid is dus wel geborgd. En natuurlijk, soms staat er nog wel eens een dokter met de armen te wapperen, omdat die in een jas wil worden geholpen. Alleen nieuwe verpleegkundigen trappen daar nog in.  

‘Luister goed als een ervaren verpleegkundige twijfel uitspreekt’

In dit team wil niemand meer met “u” worden aangesproken. Dat opheffen van hiërarchische afstand is ook functioneel, want de ontwikkelingen in de endoscopie gaan razendsnel. Daarin moet je elkaar op gelijke voet vooruit kunnen helpen. En als er op de OK een grote bloeding ontstaat, draait alles om rationeel met elkaar mee- en vooruitdenken. Andersom is het fijn als een arts situaties waarin verpleegkundigen hun werk doen, aanvoelt. Tijdens een darmonderzoek bijvoorbeeld voeren we ter ondersteuning compressie uit op de buik. Dat kost behoorlijk veel fysieke kracht. Dan is het prettig als een dokter aangeeft dat je even kunt stoppen op momenten dat die druk niet nodig is. Gehoord en gezien worden, waarderen we zeer als verpleegkundigen. Wil je een fijn team, dan doe je er goed aan je onvrede, stress en ongeduld niet op anderen te botvieren. Respect is een belangrijke kernwaarde, net als vertrouwen. Ook hecht ik aan eerlijkheid en waardering. Degenen die hier al lang werken, brengen immers een enorme bak ervaring mee. Zo verwarde een chirurg in opleiding eens de bolvormige overgang tussen de dikke en dunne darm met een poliep. Ik kon hem toen behoeden voor een overhaaste ingreep, waardoor werd voorkomen dat er een groot gat in het orgaan ontstond. Mijn advies? Als een ervaren verpleegkundige twijfel uitspreekt, luister daar dan vooral goed naar.’


Download het artikel als pdf
Lees meer artikelen uit het magazine