Veelgestelde vragen over de onderhandelingen van het Integraal Zorgakkoord

(deze veelgestelde vragen worden regelmatig bijgewerkt)

Waar gaat het Integraal Zorgakkoord over?

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) gaat over zorg die geregeld wordt in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Daarin is vastgelegd wat er vanuit de basisverzekering wordt vergoed. In het akkoord maken de partijen afspraken over de kwaliteit, de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg in Nederland. Sinds april van dit jaar zijn er onder leiding van het ministerie van VWS met partijen uit diverse sectoren in de zorg gesprekken over dit akkoord, dat de huidige hoofdlijnenakkoorden moet vervangen.

Waarom heeft de Federatie ingestemd met het IZA?

We staan voor hele grote uitdagingen in de zorg en moeten samenwerken om ons zorgstelsel toekomstbestendig te maken. De Federatie heeft besloten in te stemmen met het voorliggende akkoord omdat we vinden dat de inhoudelijke inbreng van alle zorgprofessionals van grote invloed moet zijn bij het vormgeven van de beweging richting die toekomst. Ook willen we voorkomen dat bijvoorbeeld de overheid, besturen van ziekenhuizen, of zorgverzekeraars besluiten voor ons gaan nemen, zonder ons erbij te betrekken. Juist door aan tafel te zitten kunnen we onze invloed op constructieve wijze blijvend uitoefenen, zodat samen met andere zorgprofessionals, overheid, zorgverzekeraars en ziekenhuisbesturen de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd blijft. 

Het is dus zaak dat medisch specialisten en andere direct betrokken zorgprofessionals nauw betrokken zijn bij het invullen van werkagenda’s die voortkomen uit het IZA.  

Hoe is jullie besluitvormingsproces gelopen?

De Federatie heeft een zorgvuldig besluitvormingsproces doorlopen samen met haar leden, de 32 wetenschappelijke verenigingen die samen de Algemene Vergadering van de Federatie vormen. De afgelopen maanden zijn de leden uitvoerig betrokken bij de onderhandelingen over het IZA. Vanuit de wetenschappelijke verenigingen is er meegedacht en meegelezen. Die input en feedback is vervolgens meegenomen naar de onderhandelingstafels van IZA.  

Op meerdere momenten zijn de leden (de voorzitters van de wetenschappelijke verenigingen) bijgepraat over de gesprekken die gaande waren. Medio augustus is tijdens zo’n bijeenkomst de versie 0,9 van het IZA besproken en zijn een aantal moeilijke kwesties geformuleerd. Begin september is de definitieve versie van het IZA aan de wetenschappelijke verenigingen gestuurd om het resultaat binnen de eigen vereniging te kunnen bespreken. Uit die definitieve versie werd duidelijk dat tijdens de laatste onderhandelingsrondes een aantal voor ons belangrijke  verbeteringen waren doorgevoerd in het document. Op 5 september is deze versie 1.0 wederom toegelicht en uitvoerig besproken in een bijeenkomst met alle voorzitters van de wetenschappelijke verenigingen, ditmaal inclusief de vertegenwoordigers van het platform oncologie - Soncos- , van de Federatie. Vervolgens heeft de Algemene Vergadering op 7 september aangegeven in te stemmen met het akkoord. 30 leden stemden voor, twee hebben zich onthouden van stemming. Daarop heeft het bestuur van de Federatie op donderdag 8 september besloten om met het IZA in te stemmen. 

Hoe wil de Federatie naast de 32 wetenschappelijke verenigingen, ook de gehele achterban betrekken bij de inhoud van het Zorgakkoord?

De Federatie nodigt alle 23.000 medisch specialisten op korte termijn uit voor een webinar over het Integraal Zorgakkoord. Tijdens dit webinar gaan we met elkaar in gesprek over de toekomst van de zorg en over de inhoud van het akkoord. Wat komt er de komende tijd op ons af? Welke vragen leven er bij de achterban? En wat betekent het concreet voor patiënten en zorgprofessionals op de werkvloer?

Herkent de Federatie de zorgen van andere zorgprofessionals over het IZA, zoals die van de huisartsen?

We hebben te maken met grote maatschappelijke kwesties. Het tekort aan zorgpersoneel, de vergrijzing, steeds meer patiënten met een complexere zorgvraag, de almaar stijgende zorgkosten en de nog altijd voortdurende impact van de coronapandemie. De problemen die de zorgsector op zich af ziet komen, worden beïnvloed door grote maatschappelijke kwesties zoals de toegenomen armoede, inflatie, tweedeling in de samenleving, klimaatproblematiek en luchtvervuiling. We kunnen deze problemen alleen gezamenlijk oplossen. Daarom is het goed dat bij de totstandkoming van dit akkoord is gekeken naar een integrale aanpak. De Federatie ziet dat veel zorgen over dit akkoord niet alleen leven onder haar leden, maar ook bij veel andere zorgprofessionals zoals de huisartsen. De huisartsen zijn de natuurlijke partners van medisch specialisten en het is van belang dat wij samen optrekken. De Federatie herkent de zorgen en bezwaren, en het is van belang voor een succesvolle implementatie van de afspraken in het IZA dat alle partijen zich gehoord voelen.

Wat waren en zijn jullie zorgpunten tijdens de onderhandelingen voor het IZA?

De Federatie en haar achterban maken zich zorgen over de verdere uitwerking van elementen uit het zorgakkoord zoals de hoge verwachtingen van digitalisering, concentratie van zorg, volumenorm en vrije artsenkeuze. De Federatie is voorstander van innovatieve toepassingen zoals e-Health maar de ict-infrastructuur moet daar wel optimaal voor worden uitgerust. Op dit moment is dat niet het geval. Er zijn grote verwachtingen ten aanzien van de inzet van digitale middelen in aanvulling op, of naast fysiek aangeboden zorg. De Federatie steunt dit uitgangspunt in het IZA, maar het moet wel mogelijk zijn; medisch, technisch, qua vaardigheden en wensen van de patiënten. Van belang is bovendien dat de komende jaren meer kennis wordt opgedaan over de effectiviteit van de inzet van dergelijk tools, bijvoorbeeld bij kwetsbare ouderen. 

Concentratie van zorg kan bijdragen aan verbetering van kwaliteit van zorg. De Federatie maakt zich zorgen over eventuele versnippering van zorg voor (multimorbide) patiënten en de verdringing van andere zorg als gevolg van vergaande concentratie. Inefficiëntie en dubbeldiagnostiek, en verlies van kwaliteit van zorg voor de patiënt liggen op de loer. Concentratie van zorg moet niet een doel op zich zijn. Het moet aansluiten bij de beweging die al in gang is gezet in het kader van netwerkgeneeskunde. Volumenormen hebben zeker een plek in deze beweging, maar vereisen een zorgvuldige afweging in combinatie met een realiteitscheck wat het betekent voor patiënten, de organisatie van zorg in het ziekenhuis en in de regio.  

De vrije artsenkeuze is van belang juist voor die patiënt die graag in de regio zijn dokter wil bezoeken vanwege bijvoorbeeld een kwetsbare gezondheid of geen mogelijkheid om (verder) te reizen. De Federatie ziet dat veel zorgen over dit akkoord niet alleen leven onder haar achterban, maar ook bij veel andere zorgprofessionals zoals de huisartsen. De huisartsen zijn natuurlijke partners van medisch specialisten en het is van belang dat zij samen optrekken. De Federatie herkent de zorgen en bezwaren, en het is van belang voor een succesvolle implementatie van de afspraken in het IZA dat alle partijen zich gehoord voelen.