Tweede overleg werkgroep Honoreringsregeling Academisch Medisch Specialisten (HAMS)
Op vrijdag 14 september jl. is de HAMS-werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de NFU, OMS en LAD voor de tweede keer bij elkaar geweest. Taakopdracht van de werkgroep is om bestaande knelpunten uit de HAMS regeling te inventariseren en aanbevelingen voor de oplossingen daarvan te doen aan de CAO UMC-partijen.
Naast de inventarisatie is in dit tweede overleg onder mee aandacht besteed aan de toekomstige positie van de universitair medisch specialisten(ums). Er zijn op dit moment vele ontwikkelingen gaande, zoals:
• de bijna jaarlijks terugkerende budgetkortingen en daarmee samenhangende reorganisaties;
• Samenwerkingen tussen umc’s;
• Samenwerking met algemene ziekenhuizen;
• Afstoten taken door umc’s;
• Aanbevelingen uit het in het voorjaar gepresenteerde IBO-rapport die umc’s kunnen raken.
Kortom de wereld in – en rondom de umc’s is in beweging en het is van groot belang ervoor te zorgen dat binnen al die bewegingen de positie van ums duidelijk wordt en blijft.
Krachtige positie
Welke invloed krijgen universitair medisch specialisten op de eigen afdeling? Krijgen universitair medisch specialisten meer verantwoordelijkheden voor de eigen afdeling, maar worden zij geacht die ook te nemen? Hoe zit het met de geldstromen binnen de umc’s en met welke geldstromen moeten de universitair medisch specialistenwerken? Wat is de betrokkenheid van ums bij samenwerkingen, of outsourcing van activiteiten? Hoe zit het met productieafspraken?
In het komend cao-overleg zal moeten worden afgesproken om dit soort onderwerpen gedurende de looptijd van die CAO UMC vanaf 1 april 2013 een plaats te geven. Daarover zal niet alleen met de NFU over moeten worden gesproken, maar vooral met de leden. Welke kant gaan de umc’s op? Wat kan dit betekenen voor UMS en wat moeten we regelen in de cao en wat wellicht op lokaal niveau? Het niet bespreekbaar maken van dit soort onderwerpen kan betekenen, dat de wereld binnen en buiten de umc’s aan het veranderen is en de universitair medisch specialist slechts met de uitkomst daarvan worden geconfronteerd.
Willen we universitair medisch specialisten een krachtige positie geven ook in de toekomst, dan zullen we over die ontwikkelingen met elkaar het debat moeten aangaan. De verwachting is dat we voorjaar 2013 met elkaar over deze ontwikkelingen het gesprek gaan voeren.