Thoraxchirurgen presenteren sterftecijfers
Voor bypassoperaties en geïsoleerde aortaklepvervangingen presenteren de 16 Nederlandse Hartchirurgische centra vandaag hun sterftecijfers. Deze zijn voor alle centra redelijk vergelijkbaar en in geen enkel centrum is de sterfte hoger dan de verwachte sterfte op basis van de EuroSCORE. De voorzitter van de Vaste commissie van VWS ontvangt de publicatie uit handen van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie, Michel Versteegh.
De sterftecijfers zijn afkomstig uit een publicatie van de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie die tijdens de wetenschappelijke najaarsvergadering gepresenteerd is. Nederlandse hartchirurgen zijn in 1995 gestart met een landelijke registratie op het gebied van hartchirurgische verrichtingen. Dit systeem is later aangevuld met risicovariabelen en ziekenhuissterfte. Sinds 1 januari 2007 is de registratie van de interventie van alle 16 Nederlandse hartchirurgische centra compleet.
In het totaal werden in de periode 1995-2011 meer dan 200.000 hartoperaties bij volwassen patiënten in de registratie opgenomen. De gemiddelde leeftijd van patiënten neemt over deze periode toe, zowel bij mannen als bij vrouwen. Het aandeel bypassoperaties daalt gestaag over deze periode. Er is wel een grote variatie in het aantal uitgevoerde bypassoperaties per centrum. Ook zijn er grote verschillen ten aanzien van de gebruikte technieken. De geïsoleerde aortaklepvervanging is in deze periode licht toegenomen. Het type geïmplanteerde prothese is in de loop van de jaren sterk veranderd; het percentage bioprothesen is bijvoorbeeld toegenomen van 30 naar ruim 70 procent.
In 2011 heeft een audit plaatsgevonden bij vijf centra om de juistheid en volledigheid van de data te controleren en om inzicht te verwerven in het proces van de dataregistratie. Deze audits zijn positief verlopen en het bleek dat de kwaliteit van de verzamelde data acceptabel tot goed is evenals de gebruikte methodes van dataverzameling.