Sportartsen publiceren nieuwe kennisagenda

De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) heeft in kaart gebracht waar in de dagelijkse praktijk van de sportarts nog een gebrek is aan wetenschappelijke onderbouwing. Deze kennisagenda met een top-11 van openstaande kennisvragen is deze week gepubliceerd.  

‘Openstaande kennisvragen leiden onder andere tot verschillende diagnostische en behandeltrajecten bij dezelfde aandoening; ook wel praktijkvariatie genoemd. Het is van belang inzicht te krijgen in wat de beste diagnostische en behandelstrategie is: in de eerste plaats voor de patiënt, maar ook voor de arts die de beste zorg wil leveren en voor de maatschappij’, zo is te lezen in de kennisagenda. In deze herziening van de kennisagenda van 2017 presenteert de VSG de meest urgente vragen die zich de komende jaren lenen voor zorgevaluatie. Daarnaast wordt een eerste aanzet gegeven voor de wijze waarop deze openstaande kennisvragen middels wetenschappelijk onderzoek zijn in te vullen.

Top-11 kennisvragen
De top-11 bestaat uit vragen op het gebied van exercise is medicine, behandeling van blessures, sportmedische preventie en sportmedische begeleiding.

1.    Wat is de effectiviteit van medisch specialistische beweegzorg bij complexe patiënten op verbetering van fysieke fitheid en hieraan gerelateerde belangrijke uitkomstmaten als kwaliteit van leven, return to work?

2.    Wat is de toegevoegde waarde van inspanningsdiagnostiek bij de diverse verwijs indicaties voor vaststellen van inspanningsbeperking en trainingsadvisering?

3.    Is maximale inspanning gecontra-indiceerd voor patiënten met een cardiale aandoening, hoe kunnen we dit begeleiden en monitoren bij activiteiten in het dagelijks leven en (intensieve) inspanning?

4.    Wat is het effect van regelmatig fietsen (ondergrens 3 maal 15 minuten per week) op de symptomen van knie- en/of heupartrose en het voortschrijden van de gewrichtsafwijkingen?

5.    Welke medische behandelingen (inclusief injectietherapieën) zijn effectief voor patiënten met tendinopathie die niet goed reageren op standaard conservatieve therapie conform de multidisciplinaire richtlijn?

6.    Wat zijn prognostische factoren voor de meest voorkomende apofysitiden om tot een meer gepersonaliseerde behandeling te komen?

7.    Wat zijn prognostische factoren voor een ongunstig beloop bij patiënten met tendinopathie die worden behandeld met conservatieve therapie conform de multidisciplinaire richtlijn? 

8.    Wat is de meerwaarde van het toevoegen pijneducatie (waaronder uitleg over centrale sensitisatie) aan usual care, bij chronische aan beweging gerelateerde pijnklachten >3 maanden, op functioneren en pijnklachten bij patiënten met patellofemoraalpijnsyndroom? 

9.    Wat is de plaats van diagnostisch onderzoek (provocatietesten en aanvullend onderzoek) bij patiënten met inspanningsgebonden pijnsyndromen van het onderbeen? 

10.    Welke interventies zijn effectief om sportblessures (primaire preventie) en recidief blessures (secundaire preventie) te voorkomen?

11.    Welke factoren zijn geassocieerd met psychische aandoeningen van topsporters na het beëindigen van hun topsportcarrière?

Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Bekijk de volledige kennisagenda