Specialist in beeld - Christel Zijlstra

Wat heeft je doen besluiten tot het specialisme oogheelkunde?

‘Ik wist gedurende mijn studie geneeskunde in Utrecht nog niet wat ik wilde. Mijn co-schap oogheelkunde in Ziekenhuis Rivierenland in Tiel was wat dat betreft een eye opener. Daar ben ik enthousiast geworden voor dit vakgebied. Mijn specialisatie heb ik in Nijmegen gedaan. Oogheelkunde is een praktisch vakgebied. Als oogarts kun je in veel gevallen concrete behandelingen geven en afronden. Met bijvoorbeeld een staaroperatie, die frequent wordt uitgevoerd, kun je mensen weer erg blij maken. Dat geeft mij veel voldoening. Je krijgt met uiteenlopende patiëntengroepen te maken, van baby’s tot ouderen. Ik geniet ook van de contacten met ouderen. Het klinkt als een cliché maar oude mensen hebben een verhaal te vertellen, dat is echt zo. Jammer dat ik er door de drukke spreekuren zo weinig tijd voor heb.’

Zijn er veel ontwikkelingen binnen de oogheelkunde?

‘Ja, behoorlijk. Op het gebied van staaroperaties bijvoorbeeld. De operatietechniek is de laatste jaren sterk verbeterd en ook de keuze in kunstlenzen is uitgebreid. Zo hebben we tegenwoordig behalve de standaard monofocale en multifocale kunstlenzen, de torische kunstlens waarmee we cylindrische afwijkingen kunnen
corrigeren. Ook op het gebied van netvliespathologie gebeurt veel. Vroeger kon je weinig doen bij maculadegeneratie. Tegenwoordig zijn er goede resultaten met het gebruik van vaatgroeiremmers die in het oog worden geïnjecteerd. Deze medicijnen
kunnen zelfs het gezichtsvermogen weer wat verbeteren. Het is een onderdeel van de oogheelkunde waar ik me binnen de maatschapde komende tijd meer op ga richten.’

Medisch specialisten hebben de afgelopen jaren het nodige
op zich af zien komen. Heeft dat invloed op je werk?


‘Je merkt dat er op macroniveau veel in beweging is dat impact heeft op onze werksituatie. De voortgaande discussie met de zorgverzekeraars bijvoorbeeld, die de laatste jaren veel macht hebben gekregen. Hier in het ziekenhuis zijn we volop bezig met de invoering van het elektronisch patiëntendossier. Dat geeft extra werkdruk. Lastig is dat je niet meer even snel een tekeningetje kunt maken van wat je ziet. Of het een verbetering geeft voor de oogheelkunde moet nog blijken. De collectiefvorming vergt ook de nodige aandacht. Zeker omdat het voor
ons functioneren erg belangrijk is dat de relatie tussen medisch specialisten en ziekenhuisbestuur goed is. Toen ik hier in 2007 kwam, had ik nog niet zo’n idee van wat er naast de patiëntenzorgallemaal bij het werk van een medisch specialist komt
kijken. Vergaderen met de zorgmanager, vergaderen over de aanschaf van nieuwe apparatuur… Dat maakt het - naast een drukke praktijk – behoorlijk zwaar.’

Wat zou je de huidige generatie aios mee willen geven?

‘Zonder inzet kom je nergens. Maar ook: heb hart voor wat je doet. Het patiëntencontact is ontzettend belangrijk in ons vak. We moeten ons realiseren dat de patiënt vol met vragen, angst en twijfels kan zitten. Ik probeer mensen altijd zo te benaderen zoals ik mijn eigen familie zou benaderen.’