Raad Opleiding stelt randvoorwaarden voor individualisering

Tijdens haar vergadering op donderdag 10 maart jongstleden heeft de Raad Opleiding van de Federatie Medisch Specialisten een duidelijk standpunt ingenomen over de manier waarop de individualisering van de opleidingsduur in de dagelijkse praktijk gestalte moet krijgen. Volgens de Raad zijn herkenbare beroepsactiviteiten essentieel om het bekwaamheidsniveau van de aios te kunnen vaststellen. En om daadwerkelijk individueel op te kunnen leiden, is het cruciaal dat aios en opleider tijdens een introductiegesprek een opleidingstraject bespreken, dat aansluit bij de ambities en competenties van de desbetreffende aios.

Bekwaam verklaren op herkenbare beroepsactiviteiten

De kern van de individualisering van de opleidingsduur is, dat de duur van de vervolgopleiding afhankelijk is van reeds verworven vaardigheden en het leertempo van de aios. Daarvoor is het cruciaal om op verschillende momenten tijdens de opleiding objectief te kunnen bepalen wat de aios al kan en op welke punten hij zich nog verder moet ontwikkelen.
De meeste wetenschappelijke verenigingen herzien daarom hun opleidingsplan, waarbij ze eenheden beschrijven waarop bekwaam kan worden verklaard. Veel verenigingen gebruiken daarbij EPA’s (Entrustable Professional Activities). Aan de hand van deze activiteiten wordt beschreven wat een specialist in de praktijk moet kunnen doen. Vervolgens wordt per activiteit bepaald wanneer een aios competent genoeg is om hem dit zelfstandig toe te vertrouwen.

De Raad Opleiding ziet deze herkenbare beroepsactiviteiten als fundament voor het plannen, volgen, toetsen en beoordelen van de ontwikkeling van aios.

Iedere aios een introductiegesprek

Volgens het Kaderbesluit moet iedere aios vóór aanvang van de opleiding samen met de betrokken opleider(s) een opleidingsschema en individueel opleidingsplan opstellen. Dit betekent dat er voorafgaand aan de opleiding altijd een introductiegesprek met de aios wordt gevoerd. Dit is de start van de opleiding én de start van een cyclus van voortgangsgesprekken.

Uit een onderzoek dat de Federatie onlangs onder 1e en 2e jaars aios gehouden heeft, blijkt echter dat meer dan 30% van de aios (ingestroomd tussen juli 2014 en 1 november 2015) aan het begin van hun opleiding geen gesprek met hun opleider gehad heeft over het individueel opleidingsplan. De Raad Opleiding is verrast over deze uitkomst en vindt dit een onwenselijke situatie. Een introductiegesprek waarin een opleidingstraject besproken wordt, dat aansluit bij de ambities en competenties van de desbetreffende aios, is essentieel om in de dagelijkse praktijk individueel op te kunnen leiden.

Praktische tools

In de Raad Opleiding is een oproep gedaan aan de opleiders om binnen hun concilia de noodzaak van het introductiegesprek en het gebruiken van herkenbare beroepsactiviteiten te bespreken. Tijdens de masterclass voor opleidingsondersteuners op 2 en 3 maart heeft het Federatieproject RIO hiervoor praktische tools aangereikt.