Passende zorg is een gedeelde verantwoordelijkheid

Dit artikel is op 20 november verschenen in Medisch Contact

Artsen nemen hun rol, maar het debat moet breder gevoerd worden

Meer dan 80 procent van de medisch specialisten is actief bezig met het toepassen van passende zorg voor hun patiënten. Maar de uitvoering is weerbarstig, blijkt uit een peiling van de Federatie Medisch Specialisten. Passende zorg bieden kunnen artsen niet alleen. Het vraagt om gezamenlijke keuzes - tussen eerste en tweede lijn, maar óók van politiek, verzekeraars en samenleving. Want soms is het beter om minder of anders te doen, en dat vraagt niet alleen medisch, maar ook maatschappelijk draagvlak.

Er zijn talloze voorbeelden van medisch specialisten die laten zien dat passende zorg werkt. In Less is More-projecten stoppen zij veilig en verantwoord overbodige controles bij laagrisicogroepen en kijken kritischer naar behandelingen die jarenlang vanzelfsprekend waren. Dat vraagt moed, zegt de voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten Karel Hulsewé: ‘Stoppen met iets wat “altijd zo ging” roept vragen op – van patiënten, collega’s en politiek. Toch groeit het besef dat passende zorg niet draait om minder doen, maar om beter afwegen.’ Passende zorg is daarmee geen beleidsdoel, maar een professioneel principe: voortdurend afwegen wat waarde toevoegt voor de patiënten en wat niet, zonder dat je dat helemaal zeker weet.

Het gesprek over minder doen

In de spreekkamer nemen artsen en patiënten dagelijks gezamenlijke beslissingen over wél, anders of niet behandelen. Een kwetsbare patiënt met een heupfractuur wordt niet altijd beter van een operatie. Soms is het menselijker - als patiënt en arts dat samen besluiten - om níét te opereren⁣, maar op een andere manier te behandelen. Steeds vaker voeren artsen gesprekken over kwaliteit van leven, verwachtingen en grenzen aan wat zinvol is. Dat vraagt tijd, aandacht maar ook begrip, en het verdient bredere steun: dat we als samenleving accepteren dat niet alles wat kan ook moet of überhaupt zinvol is.

Waar het schuurt

De peiling onder medisch specialisten laat zien: de bereidheid is groot, maar de praktijk weerbarstig. Iedere arts wil passende zorg kunnen leveren, maar door belemmeringen in het systeem zijn samenwerking en terughoudendheid niet altijd lonend. Artsen die verantwoord zorg afbouwen of anders behandelen, lopen daarbij vaak tegen financiële muren aan. Bovendien kan passende zorg ook betekenen dat patiënten in de eerste lijn blijven voor hun behandeling waar er al grote druk op de capaciteit bestaat. De verantwoordelijkheid voor passende zorg is nu nog te versnipperd. De kracht ligt juist in de samenwerking. Huisartsen en medisch specialisten kunnen veel winst boeken door elkaar vroeg te betrekken: via consultatie, triage en (voor)overleg over wanneer verwijzen echt zinvol is. Dat geldt ook omgekeerd: een medisch specialist moet kunnen rekenen op goede opvolging in de eerste lijn. In regio’s waar zulke samenwerking al bestaat, blijken wachttijden korter en patiënten tevredener.  
Andere capaciteitsproblemen leiden ook tot stokkende passende zorg voor de patiënt. Een schrijnend voorbeeld hiervan is te vinden op geriatrieafdelingen: ruim een kwart van de oudere patiënten ligt nog in het ziekenhuis omdat er geen nazorgplek is in de geriatrische revalidatiezorg of de thuiszorg. Dit is niet passend maar zelfs kwalitatief slechter voor het herstelproces. Zolang dit soort voorbeelden blijven bestaan, blijft passende zorg een (papieren) ideaal.  

Gelukkig ontstaan er ook steeds meer initiatieven waarin de zorg wél aansluit op de behoefte van de patiënt. Zo werken op de Intensieve Samenwerking Afdeling van het Jeroen Bosch Ziekenhuis medisch specialisten en verpleegkundigen uit verschillende vakgebieden – zoals longziekten, interne geneeskunde, geriatrie en cardiologie – samen met paramedici aan de zorg voor patiënten met meerdere gezondheidsproblemen. De ziekenhuisarts is het eerste aanspreekpunt voor de patiënt én het team. Dankzij deze nauwe samenwerking krijgt de patiënt sneller de juiste, passende zorg en wordt onnodige diagnostiek en behandeling voorkomen.

‘Schaarste betekent dat patiënten, familie en naasten soms moeten accepteren dat een ingreep níet wordt gedaan. Dat vraagt openheid en eerlijkheid. Dáár moeten we het over hebben.’

Beleid

Het recent gesloten Aanvullend Zorg- & Welzijnsakkoord (AZWA) moet passende zorg verder brengen. Succesvolle voorbeelden uit de praktijk worden opgeschaald, samenwerking tussen zorg, welzijn en eerste lijn versterkt, en professionals krijgen meer ruimte door minder regeldruk en slimme inzet van digitalisering en AI. Het akkoord bevestigt dat medisch specialisten inhoudelijk experts zijn op passende zorg en verantwoordelijk blijven voor het aanpassen en ontwikkelen van richtlijnen. In die richtlijnen zal explicieter moeten worden aangegeven welke zorg niet of onvoldoende bijdraagt aan gezondheid of kwaliteit van leven, en er zal meer rekening worden gehouden met inzet van personele capaciteit en effecten op duurzaamheid. Dat is cruciaal: zo blijft de professionele afweging leidend, maar wordt ze wel gemaakt in het licht van de beschikbare mensen en middelen waarbij rekening wordt gehouden met de impact op het klimaat. Daar waar door schaarste hardere keuzes nodig zijn, zal er ook een maatschappelijke afweging moeten worden gemaakt. Daarbij heeft de overheid een belangrijke rol – want die keuzes kunnen niet in de spreekkamer worden gemaakt.

Maatschappelijke dialoog

Passende zorg is meer dan een medische afweging. Het is een gesprek tussen patiënt en arts over de keuze wat het best aansluit bij iemands leven, maar het is ook een maatschappelijk gesprek over wat we van zorg mogen verwachten, en wat niet. Veel mensen kunnen daar genuanceerd over denken, maar als het dichtbij komt is dat niet altijd makkelijk. Artsen voelen dagelijks de spanning tussen verwachtingen van patiënten en de grenzen van wat zinvol is.  

Dat gesprek over vaststellen van de grenzen aan de zorg hoort niet in de spreekkamer thuis, maar aan de beleidstafel. Alleen als zorgprofessionals, politiek, verzekeraars en samenleving sámen bepalen wat de kaders zijn waarbinnen we de keuzes kunnen maken, dan kan passende zorg duurzaam worden ingebed.

Medisch specialisten nemen hun verantwoordelijkheid, elke dag opnieuw, in de spreekkamer en in de praktijk. Maar zij kunnen het niet alleen. De politiek moet richting geven en implementatie faciliteren, verzekeraars moeten ruimte bieden en helpen, en de samenleving moet het gesprek aangaan over de grenzen van de zorg.  

Zoals een van de respondenten uit de peiling zei: ‘Schaarste betekent dat patiënten, familie en naasten soms moeten accepteren dat een ingreep níet wordt gedaan. Dat vraagt openheid en eerlijkheid. Dáár moeten we het over hebben.’  


Peiling onder medisch specialisten - de cijfers

80% van de medisch specialisten past passende zorg al toe in de dagelijkse praktijk.

70% vindt dat passende zorg leidt tot betere kwaliteit van zorg.

60% ervaart belemmeringen in het huidige bekostigingssysteem.

Bijna alle specialisten zien samenwerking met huisartsen als voorwaarde voor succes.

Bron: Federatie Medisch Specialisten, Peiling Passende Zorg (2024)