Nieuwe richtlijn DDH bij kinderen onder één jaar
Er is een nieuwe richtlijn ontwikkeld over DDH (heupdysplasie) bij kinderen onder één jaar. De richtlijn heeft als doel meer eenduidigheid te krijgen in de diagnostiek en behandeling. In Nederland ontwikkelt 3 tot 4% van de kinderen in de leeftijdsperiode tot zes maanden deze aandoening. Om problemen met lopen, pijnklachten en slijtage aan de heup op latere leeftijd te voorkomen, is het belangrijk om heupdysplasie op tijd te ontdekken en te behandelen.
De richtlijn over zorg rondom heupdysplasie in de tweede lijn is bedoeld voor kinderorthopeden, kinderradiologen, gipsverbandmeesters en instrumentmakers. De richtlijn gaat verder waar de JGZ-richtlijn Heupdysplasie (2018) eindigt: het moment waarop de patiënt wordt doorgestuurd vanuit de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) bij risicofactoren die kenmerkend zijn voor DDH uit de anamnese en/of lichamelijk onderzoek. In geval van bevestigde DDH komt de patiënt in aanmerking voor verdere behandeling in de tweede lijn.
De richtlijn omvat de volgende onderwerpen:
- Organisatie van zorg
- Diagnostiek en classificatie van DDH
- Timing van screening voor DDH
- Behandeling stabiele DDH
- Behandeling heupluxaties en instabiele heupen
Een belangrijke wijziging voor de praktijk is de behandeling in kinderorthopedische netwerken met een DDH-behandelteam. Dit biedt een effectieve infrastructuur waarin de behandeling van DDH gestroomlijnd verloopt en waarin de expertise wordt vergroot.
Samenwerking
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging. De richtlijn is opgesteld door een commissie met vertegenwoordigers vanuit de orthopeden, radiologen en jeugdartsen. Het patiëntenperspectief kwam aan bod door inbreng van de patiëntenvereniging Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling.
- Bekijk de richtlijn
- Bekijk het stroomschema
- Bekijk de Thuisartsteksten bij deze richtlijn