Nieuwe modules bij richtlijn Diabetes mellitus type 1
Aan de richtlijn Diabetes mellitus type 1 (DM1) zijn twee nieuwe modules toegevoegd. De eerste module beschrijft de mogelijkheden voor glucose zelfmanagement door mensen met type 1 diabetes. De tweede module gaat over het inzetten van SGLT-2 remmers voor het reguleren van het glucosepeil.
Sytze van Dam, internist en een van de werkgroepvoorzitters: ‘Technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller, en spelen een steeds belangrijkere rol bij de behandeling van DM1. Het was daarom tijd voor een nieuwe richtlijnmodule op het gebied van glucose zelfmanagement. Met deze module willen we bruikbare handvatten bieden bij het kiezen van de meest geschikte behandeling. Hierbij is het van belang dat vooraf goed wordt besproken welke individuele behandeldoelen gehaald zouden moeten worden, en welke voorwaarden gelden voor het behandelteam en de patiënt.’
Glucose zelfmanagement
In deze nieuwe richtlijnmodule wordt de toegevoegde waarde van flash glucose monitoring (FGM), continue glucose monitoring (CGM) en semi-closed loop systemen besproken. Met dergelijke glucosesensoren wordt de glucoseconcentratie in het onderhuids weefsel elke 5 tot 15 minuten bijgehouden. Dit geeft meer inzicht in de regulatie dan vingerprikken en maakt anticiperen op mogelijke veranderingen eenvoudiger. Met zogenaamde semi-closed loop systemen stuurt de glucosesensor de insulinetoediening via een pomp op basis van (verwachte) stijgingen en dalingen van de glucosewaarde. Er wordt aanbevolen om de keuze voor de methode van glucosecontrole en insulinebehandeling in nauwe samenspraak met het diabetesbehandelteam en de patiënt te bepalen. Hierbij spelen kwaliteit van leven en praktische aspecten van diabetesregulatie een belangrijke rol.
Gebruik van SGLT-2 remmers
Ook is er een module ontwikkeld over de mogelijke rol die SGLT-2 remmers kunnen hebben in de behandeling van mensen met DM1. Op basis van alle bevindingen wordt aanbevolen om SGLT-2 remmers niet standaard te gebruiken. Wel zouden deze middelen overwogen kunnen worden in uitzonderlijke situaties, waar overige behandelopties zijn uitgeput. Denk hierbij aan (zeer) slecht ingestelde diabetes en frequente ernstige hypoglykemieën.
Samenwerking
De richtlijnmodules zijn ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Internisten Vereniging in samenwerking met Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland en de Diabetesvereniging Nederland. De ontwikkeling van deze richtlijnmodules maakt onderdeel uit van het project modulair onderhoud van de diabetesrichtlijnen en zijn gefinancierd vanuit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject ondersteund.