Leidraad voor zorgvuldige introductie nieuwe antistollingsmiddelen
Tijdens het 3e Nationaal Kwaliteitscongres is de ‘Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen (NOAC's)’ aangeboden aan VWS-directeur Curatieve Zorg Veronique Esman. De Leidraad stelt dat onder bepaalde voorwaarden NOAC’s op verantwoorde wijze geïntroduceerd kunnen worden in de klinische praktijk. De leidraad helpt artsen en hun patiënten veilige en doelmatige keuzes te maken over hun zorg. Medisch specialisten laten hiermee zien dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen bij de introductie van nieuwe therapieën.
De leidraad werd ontwikkeld door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van een aantal direct betrokken wetenschappelijke verenigingen (internisten, cardiologen, neurologen, orthopeden, laboratoriumartsen, klinische chemici, (ziekenhuis)apothekers) samen met de Orde van Medisch Specialisten. De werkgroep opereerde onder voorzitterschap van de cardioloog Martin Schalij. Bij de behandeling met antistollingsmiddelen moet een optimale balans gevonden worden tussen enerzijds het voorkomen van trombose en embolie (effectiviteit) en anderzijds de bloedingrisico’s (bijwerkingen) die veroorzaakt kunnen worden door het gebruik van antistollingsmiddelen. Uit onderzoek blijkt dat de NOAC’s die recent op de markt zijn gebracht, even effectief of effectiever zijn dan de huidige therapie. Bovendien is de kans op bloedingen in het hoofd lager. Hoewel de organisatie van de Nederlandse trombosezorg uniek en effectief is, bieden de nieuwe middelen voor veel patiënten een belangrijk voordeel: patiënten zijn niet langer afhankelijk van de trombosediensten en hebben daardoor meer bewegingsvrijheid.
Zorgvuldige introductie
Toch lijkt terughoudendheid bij de grootschalige inzet van deze middelen geboden. Deze middelen zijn onderzocht in geselecteerde populaties; er is nog weinig praktische ervaring opgedaan. Ook is er geen specifiek antigif beschikbaar als het antistollingseffect gestopt moet worden bij spoedingrepen of bloedingen. Dit was de reden dat de Gezondheidsraad de wetenschappelijke verenigingen in mei opriep om hun richtlijnen aan te passen om het veilig gebruik van de nieuwe medicijnen te waarborgen en therapietrouw te bevorderen. Een zorgvuldige, geleidelijke introductie van deze middelen in de Nederlandse praktijk is daarom dan ook essentieel.
De leidraad bevat adviezen over de geleidelijke en daarmee zo veilig en doelmatige mogelijke introductie van de NOAC’s in de Nederlandse klinische praktijk. Van groot belang is dat voorafgaande aan de introductie in ieder ziekenhuis, op basis van landelijke afspraken en richtlijnen, protocollen worden opgesteld. Daarnaast moeten regionaal afspraken worden gemaakt tussen ziekenhuizen, huisartsen en ambulancediensten over verantwoordelijkheden in het geval van spoedeisende situaties. In de leidraad worden ook aanbevelingen gegeven over indicatiestelling. Tevens worden een aantal organisatorische adviezen gegeven.