KNMG: Artsen minder machteloos met meldcode kindermishandeling
Artsen zijn door hun contact met de patiënt en diens familie vaak bij uitstek in staat om kindermishandeling en huiselijk geweld tegen volwassenen te signaleren. De vandaag gepresenteerde KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld helpt artsen bij het beantwoorden van de centrale vraag: wanneer, bij wie en hoe trek ik aan de bel?
Artsen hebben een zorgplicht voor kinderen die schade door kindermishandeling kunnen oplopen, maar ook voor volwassenen die in de huiselijke kring worden bedreigd. Maar welke actie nodig is, is vaak niet eenvoudig te bepalen. De KNMG-meldcode helpt artsen bij het maken van de afweging hoe te handelen. In twee stappenplannen staan puntsgewijs alle overwegingen. Ook bevat het de criteria voor het doen van een melding aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. Een melding is en blijft een uiterste optie, primair richt de meldcode zich op het organiseren van hulp. Het (anoniem) vragen van advies aan AMK of SHG is altijd een must. Bij voorkeur wordt ook advies gevraagd aan een deskundige collega.
Uitbreiding: volwassenengeweld
Deze meldcode is een uitbreiding van de al bestaande meldcode kindermishandeling uit 2008. Het nieuwe onderdeel betreft geweld waar uitsluitend volwassenen als slachtoffer bij betrokken zijn, zoals partnergeweld of ouderenmishandeling. De KNMG loopt hiermee vooruit op de politieke plannen voor een Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze treedt naar verwachting dit jaar in werking.
Informatie geven
De aanpak van volwassenengeweld is vergelijkbaar met die van kindermishandeling, maar verschilt op het punt van informatie geven aan anderen zonder toestemming. Weigert een volwassen slachtoffer weloverwogen toestemming voor een melding, dan is vanuit de optiek van het beroepsgeheim van de arts en het zelfbeschikkingsrecht van de volwassene meer terughoudendheid geboden dan bij kindermishandeling.
Patiënt vermoedelijke pleger
In de meldcode is uitdrukkelijker opgenomen dat artsen ook stappen moeten ondernemen als hun patiënt niet het slachtoffer, maar de vermoedelijke pleger is of wordt van kindermishandeling of volwassenengeweld.