Effectiviteitsonderzoeken medisch specialisten leveren miljoenenbesparingen op
Wetenschappelijke verenigingen van medisch specialisten gaan onderzoek doen naar de effectiviteit van behandelingen van zeven veelvoorkomende aandoeningen. Dit maakte de Orde van Medisch Specialisten (OMS) vanochtend bekend op het zorgcongres Sturen op gepaste zorg in Haarlem. De zeven van in totaal 35 geplande effectiviteitsonderzoeken kunnen al minimaal dertig miljoen euro besparen aan zorgkosten, blijkt uit berekeningen van de OMS.
Er is nog ongeveer drie miljoen euro nodig om te starten met de eerste zeven van in totaal 35 onderzoeken. De OMS roept de partners in het zorgveld en politiek Den Haag op om een zogeheten shared savings fonds op te richten, waarmee de miljoenenbesparingen kunnen worden gerealiseerd. OMS-bestuurder Marcel Daniëls: ‘De kosten gaan hier voor de baten uit, dus dat vereist moed en verantwoordelijkheid van de investeerders. Maar als we als maatschappij niet investeren in deze onderzoeken zijn we een dief van onze eigen portemonnee.' De OMS en de betrokken wetenschappelijke verenigingen investeerden zelf al 1 miljoen euro in de onderzoeksopzet.
Bij verschillende aandoeningen kan een medisch specialist kiezen uit diverse behandelopties, maar is onduidelijk welke behandeling het meest effectief is. Daniëls: ‘Er leiden meerdere wegen naar Rome, maar we willen graag de beste weg nemen.' Het grootschalige onderzoek maakt deel uit van de campagne Verstandig Kiezen van de OMS, de wetenschappelijke verenigingen en ZonMw. Deze campagne is een concrete uitwerking van het Zorgakkoord dat de OMS vorig jaar sloot met het kabinet. Met dit akkoord moeten de kosten in de curatieve zorg de komende jaren significant worden verminderd.
Op het congres maakte de OMS namens de wetenschappelijke verenigingen bekend welke behandelingen van welke zeven aandoeningen worden onderzocht. Het gaat om chronische neus- en bijholteontsteking (jaarlijks 15.000 patiënten), polsbreuk bij ouderen (12.000 patiënten), complicaties in zwangerschappen bij meisjes die in de prepuberteit problemen hadden met de urineverwerking (onbekend aantal), effectiviteit van kunstmatige inseminatie (jaarlijks 30.000 behandelingen), behandeling van een beknelde armzenuw (komt voor bij 9 procent van de vrouwen, 0,5 procent mannen), de zin van het doorgaan met groeihormoonbehandeling bij kinderen (1500 kinderen). Daarnaast gaan anesthesiologen testen of directe gesprekken met patiënten na afloop van een operatie kunnen zorgen voor minder fysiek ongemak. De anesthesist – specialist in verdoving tijdens operaties – heeft na de operatie zelden contact met patiënten.
Daniëls: ‘Als blijkt dat het een korte behandeling even effectief is als een langere, bijvoorbeeld bij kinderen met groeiachterstand die hormonen krijgen, dan zijn we veel minder geld kwijt aan de behandeling. Hetzelfde geldt voor de vraag of je als patiënt met chronische neus- en bijholteontsteking beter af bent met een operatie of met medicijnen. Hier zitten enorme potentiële kostenbesparingen.'