Blog Hein Brackel: ‘Luister en je weet meer’
28 SEPTEMBER 2022
Als medisch specialisten kunnen we veel informatie online en uit boeken halen. En ook in het skillslab is het mogelijk om eindeloos te oefenen op nieuwe technieken. Maar het echte vak van dokter zijn, dát speelt zich af op de werkvloer – en dat maakt de werkvloer dé opleidingsvloer. Daar is immers het contact met de patiënt. En juist van die patiënt kunnen we ontzettend veel leren. Wat zeg ik? Eigenlijk alles.
Allereerst als het gaat om ziektebeelden, want de klinische presentatie daarvan varieert enorm. Maar het leerproces uit zich ook op andere manieren. Hoe patiënten omgaan met hun ziekte bijvoorbeeld, of wat hun eigen wensen zijn. Dat laatste is soms lastig voor een dokter. We werken namelijk meestal vanuit een diagnose en willen van daaruit een bepaalde richting op. Maar vervolgens luisteren we dan nog onvoldoende naar de patiënt – al dan niet door tijdgebrek. En dat terwijl we steeds meer te maken krijgen met chronische aandoeningen – vaak met multimorbiditeit – waarbij de nadruk niet meer op genezen ligt, maar op behoud van gezondheid. En dus op kwaliteit van leven.
Een mooi voorbeeld binnen mijn vak de kinderlongziekten betreft patiënten met taaislijmziekte. Zij mogen bij voorkeur niet in aanraking komen met pseudomonas, een bacterie die resulteert in meer longschade. Hun grootste risico? Medepatiënten die met dezelfde ziekte kampen! Natuurlijk kan ik als dokter eindeloos mijn best doen om te voorkomen dat patiënten met elkaar in contact komen, maar zij vinden dat onderlinge lotgenotencontact juist ontzettend belangrijk. Mijn medische doel kan dan nog zo hoog zijn, maar als ik weet welke sociale nadelen er voor een patiënt zijn, moet ik met hen zoeken naar een werkbaar ‘compromis’. Hoe moeilijk dat ook is.
‘Luister en je weet meer’. Dat ondervond ik toen ik wederom te maken had met een tiener met taaislijmziekte. Toneelspelen was haar lust en leven, maar door haar voortgeschreden ziekte ging dit nauwelijks meer. Mijn allereerste gedachte als zorgverlener was dat die repetities veel te zwaar voor haar waren. Maar door écht goed naar haar te luisteren, kwam ik met een oplossing in de vorm van een zuurstoftank met een twintig meter lange slang. Op die manier kon zij tijdens de première haar rol spelen. Ik was erbij en zag dat dit belangrijker voor haar was dan welke behandeling dan ook. Helaas is ze inmiddels overleden, maar ze is me altijd bijgebleven. Het is een schoolvoorbeeld van behandelen wat je niet uit een boek leert of online kunt opzoeken.
Wat is er echt belangrijk voor de patiënt zelf? Hoe zit het met de kwaliteit van zijn of haar leven? Dat soort vragen worden steeds belangrijker, zeker bij multimorbiditeit. Het antwoord is eigenlijk vrij simpel. Door dan met verschillende dokters goed naar een patiënt te luisteren, lever je samen uiteindelijk echt de juiste zorg op de juiste plek. Dat laatste kan alleen door interprofessioneel te werken en dus ook zo op te leiden. Op die manier kunnen we de zorg rondom een patiënt nóg beter organiseren.
Dat betekent ook dat we tijdens de opleiding als zorgprofessionals al oog voor elkaar moeten hebben en werkzaam moeten zijn op elkáárs werkgebied. Als kinderarts weet ik bijvoorbeeld nauwelijks wat er in de huisartsenpraktijk mogelijk is, en andersom weet de huisarts niet goed wat de kinderarts kan en doet. Interprofessioneel opleiden is hier de oplossing voor, want wil je van patiënten kunnen leren én wil je dat zij ook een belangrijke partner zijn in het zorgproces, dan wordt het tijd om meer in elkaars keuken te gaan kijken – zodat je de patiënt vanuit verschillende invalshoeken ziet. Je weet dan immers ook wat je moet doen voor de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment. Een beter streven voor medisch specialisten is er wat mij betreft niet.