Blog Hein Brackel: Kom jij uit je silo en kijk je over je eigen grenzen heen?


28 APRIL 2021

‘Interprofessioneel leren en werken, wat is dat eigenlijk? Kinderartsen doen toch meestal alles zelf?’ Dit zijn reacties die ik vaker krijg wanneer het onderwerp netwerkgeneeskunde ter sprake komt als het nieuwe werken voor de medisch specialist.

Dat zette me aan het denken. We doen inderdaad best veel zelf, maar werken toch ook veel samen met andere professionals. Ik denk verder en concludeer: we werken vooral multidisciplinair samen. We stemmen wel onderling af, maar iedere professie gaat daarna weer verder vanuit eigen perspectief. Terwijl interprofessioneel werken juist gaat om samen met meerdere zorgprofessionals en zo mogelijk samen met de patiënt te overleggen en te komen tot één zorgplan. Daarbinnen heeft ieder een eigen rol.  

De grote waarde van ‘kijken over mijn grenzen’ merk ik bijvoorbeeld tijdens gezamenlijke scholing en training van opvang van neonaten. Kinderartsen en aios volgen deze in scenario’s samen met gynaecologen, verloskundigen en ook verpleegkundigen en anesthesisten. Ieder leert en krijgt een goed beeld van ieders beroepsidentiteit: wat moet of kan ik aan de ander overlaten en wat juist niet? Met als resultaat dat we in ‘real life’ situaties veel beter op elkaar ingespeeld zijn en samen snel het juiste (acute) zorgplan weet uit te voeren. 

Een ander voorbeeld van hoe interprofessioneel leren kan leiden tot echt interprofessioneel werken zijn de huisartsen en jeugdartsen i.o. die een stage lopen op de afdeling Kindergeneeskunde. Zij zien kinderen van alle leeftijden, die zich presenteren met klachten als koorts, moeheid, buikpijn, incontinentie, hoofdpijn en benauwdheid. Zij leren wat van de kinderarts verwacht mag worden en wij leren wat in de eerste en nulde lijn mogelijk is. Huisartsen leren zo beter wat ze zelf kunnen behandelen en wanneer ze beter kunnen verwijzen en wij leren beter terug verwijzen. We leren elkaar kennen, vooroordelen verdwijnen en de onderlinge communicatie verbetert sterk.  

We kennen allemaal de verhalen van de patiënten die in de knel komen omdat ze niet gezien worden door de juiste behandelaar, of omdat er geen hoofdbehandelaar is die zorgt voor onderlinge afstemming tussen de verschillende zorgverleners. Voor de patiënt is interprofessionele samenwerking een must. Zeker bij oudere patiënten met multi-morbiditeit kan dat bijvoorbeeld leiden tot gebruik van medicijnen die elkaar tegenwerken of versterken, of problemen geven in de volgorde van behandeling. De patiënt verdwaalt dan in zijn eigen zorgomgeving. 

Dat interprofessioneel samenwerken noodzaak is, heeft ook de COVID-crisis aangetoond. In het afgelopen jaar hebben we laten zien dat we tot optimale zorg komen als we elkaars kennis aanvullend laten zijn, in een netwerk rond de patiënt, met afstemming over het soort behandeling, door welke behandelaar en op welk moment. Dat we daar ook graag toe bereid zijn, is terug te zien in de soepele samenwerking met tal van specialismen op de ic’s, maar ook in de COVID-19-afdelingen waar de longarts, geriater en internist, vaak samen met hulp uit andere specialismen, samen patiënten zien en er nauw overleg is met de verpleeghuisarts, huisarts of fysiotherapeut. 

Aios leren in de huidige medische vervolgopleiding nog vooral intra-professioneel: zij kijken voornamelijk mee met specialisten in hun eigen vakgebied. Terwijl we om de doelen uit Opleiden 2025 te halen, juiste zorg op de juiste plek een prominente plek moeten geven. En dus ook zorg moeten leren afstemmen met andere geledingen in het ziekenhuis, in het sociale domein en met de eerste lijn. Netwerkgeneeskunde goed vormgeven kan immers alleen als je alle andere zorgverleners kent die jouw patiënt ook behandelen. Met hun kennis en kunde, én hun beperkingen. Dat begint met interprofessioneel leren in de opleiding. 

Om een integrale blik te ontwikkelen, moeten we ruimte maken in de curricula én op de werkvloer. Leren doe je nu eenmaal het beste samen met anderen. Dat geeft steun, biedt reflectie en, als het goed is, inspiratie om gezamenlijk niet de ziekte, maar de zieke te behandelen. 

Hein Brackel