Blog: De zorgvraag moet centraal staan
In mijn vrije tijd bak ik graag brood. Ik houd van het mengen van allemaal lekkere ingrediënten, het rijzen van het deeg, de heerlijke geur als het brood de oven uit komt, en hoe mijn kinderen ervan smullen. Het duurt even, maar dan heb je ook wat. Was het in de zorg ook maar zo simpel. Dat als een patiënt het ziekenhuis belandt met een beroerte, de arts samen met andere zorgprofessionals snel de beste behandeling geeft, en de patiënt weer gezond het ziekenhuis uit komt.
Helaas. Het zit heel wat ingewikkelder in elkaar. De patiënt komt om te beginnen al niet het ziekenhuis in met de mededeling dat hij of zij een beroerte heeft, maar is bijvoorbeeld verward. De artsen en andere zorgverleners moeten eerst zo snel mogelijk vaststellen wat er aan de hand is. Is het inderdaad een beroerte, of is er wat anders aan de hand? Een delier? Bijwerkingen van medicijnen? En wat is de beste behandeling? Is het nodig om te opereren? Wat zijn dan de risico’s? En wat wil de patiënt zelf? Allemaal vragen waar artsen binnen no time antwoord op moeten vinden en op moeten handelen, om de patiënt de beste behandeling te geven.
In de ogen van de Orde van Medisch Specialisten en de wetenschappelijke verenigingen staat de zorgvraag dus centraal. Helaas denkt Zorgverzekeraars Nederland (ZN) daar anders over. Het visiedocument van ZN waarop de verzekeraars hun regionale plannen voor de inrichting van de acute zorg hebben gebaseerd, gaat uit van een aantal vooraf vastgestelde diagnoses en niet van het daadwerkelijke probleem waarmee de patiënt in het ziekenhuis belandt. Door het zorgaanbod als uitgangspunt te nemen, en niet de zorgvraag van patiënten, past slechts een minderheid van de patiënten binnen deze gedefinieerde aandoeningen. Wat er met de rest moet gebeuren als ze zorg nodig hebben, is vooralsnog onduidelijk.
Daarnaast staan ze onvoldoende stil bij de gevolgen van hun andere plannen met de acute zorg, namelijk het sluiten van spoedzorg en intensive care-afdelingen. Het is onduidelijk waar patiënten terechtkomen als een ziekenhuis deze zorg niet meer kan leveren. En misschien is de vergelijking wat te makkelijk, maar deze afdelingen zijn voor een ziekenhuis als gist voor brood. Zonder gist wordt het moeilijk een kwalitatief goed brood te bakken. Hoe kun je zonder deze afdelingen de zorg toegankelijk houden, en gegarandeerd hoge kwaliteit van zorg leveren?
De OMS en wetenschappelijke verenigingen vinden dan ook dat ZN zijn plannen opnieuw moet herzien, en samen met andere professionals de ontwikkelingen moet monitoren en toetsen. Dit kan door een College Acute Zorg aan te stellen waarin medisch specialisten, ziekenhuizen, zorgverzekeraars, huisartsen én patiënten zitting hebben. Zodat iedere patiënt de juiste zorg op de juiste plek en binnen de juiste tijd krijgt. Het duurt even, maar dan heb je ook wat.
Bart Heesen
Algemeen directeur OMS