Aan de slag na RIO
Het federatieproject Individualisering Opleidingsduur (RIO) zit erop. De afgelopen vier jaar zijn er grote stappen gezet, maar de individualisering is daarmee nog geen feit. Waar staan de verschillende opleidingsgroepen op dit moment? Waar lopen ze tegenaan én hoe lossen ze dit op? In het magazine De Medisch Specialist delen drie opleiders hun ervaringen.
Zo merkt neurochirurg en opleider Saskia Peerdeman in de praktijk goed dat er door individualisering van de opleiding en verminderde instroom minder aios-uren beschikbaar zijn: ‘Voor dagelijkse werkzaamheden en aanwezigheidsdiensten hebben we negen mensen nodig. We hebben nu maar twee aios, dus moeten we dat anders oplossen, met andere beroepsgroepen. Denk aan anios, ziekenhuisartsen en verpleegkundig specialisten. Om tot de juiste samenstelling van zorgverleners te komen, zijn we in navolging van andere ziekenhuizen en afdelingen gestart met het TOKIO Optimum Model van de Federatie. Dit model helpt inzicht te krijgen in activiteiten, fte’s en kosten van verschillende samenstellingen en het laat zien of deze samenstellingen voldoen aan de eisen die wijzelf als staf stellen aan de kwaliteit van zorg. Op basis van die informatie maken we keuzes.’
Regionale aanpak
Henry Weinstein, hoofd opleiding neurologie in het OLVG West is ervan overtuigd dat individualisering alleen kan slagen wanneer je het regionaal aanpakt. ‘Dat is best wel een uitdaging. Maar als opleiding neurologie in de regio Amsterdam hebben we inmiddels de nodige stappen gezet. Er was al wel sprake van samenwerking, maar die hebben we nu concreter gemaakt. Met het OLVG, AMC, VUmc en vier perifere ziekenhuizen hebben we de opleiding gedefinieerd in blokjes. Waar zit welke expertise? Wat kan iemand hier leren, welke kennis kan iemand op die plek opdoen? Dat hebben we vastgelegd.’ Voor de komende tijd ziet hij nog wel wat hobbels die genomen moeten worden, met name in de randvoorwaardelijke sfeer. ‘Zo vallen bijvoorbeeld niet alle instellingen onder dezelfde opleidings- en onderwijsregio en moeten we goed kijken naar roostering en de financiering van opleidingsinspanningen. Dat opleidingsgelden meegaan, mag voorlopig niet ten koste gaan van een individueel ziekenhuis.’
Gezamenlijk beoordelen
Alieke Vonk is opleider microbiologie in het Erasmus MC. Met haar opleidingsgroep zoekt zij naar de beste manier om het bekwaamverklaringsproces in te richten. ‘‘Met een werkgroep van het concilium hebben we op landelijk niveau EPA’s geformuleerd, die we nu toetsen in de praktijk. We hebben zo goed mogelijk uitgeschreven wat we van aios verwachten in de verschillende rollen, maar hoe bepaal je hoeveel supervisie iemand nodig heeft? Naast getoetste kennis is daarvoor inschatting van bijvoorbeeld professionaliteit belangrijk. Dit kan alleen door aios te observeren en conclusies te delen met meerdere leden van de opleidingsgroep.’ Dat laatste kan op verschillende manieren. In de opleidingsgroep van Vonk is ervoor gekozen om de opleiders individueel een beoordeling in te laten vullen, die vervolgens besproken wordt in de opleidingsgroep. ‘Als blijkt dat opleiders verschillend kijken naar de ontwikkeling van een aios, levert dat echt eyeopeners en leermomenten op.’