Pleidooi van Karin Pool, longarts en kaderarts palliatieve zorg: ‘Zet je LHBTIQ+ antenne aan’

Vooral jongere LHBTIQ+ artsen zien ertegen op om uit te komen voor hun geaardheid. Dat heeft alles met gevoel van veiligheid te maken. Acceptatie is er doorgaans wel bij de collega’s, maar velen weten - onbewust - nog maar heel weinig. Er mag meer zichtbaarheid komen, maar dus ook meer kennis over roze diversiteit en sensitieve communicatie zegt Karin Pool, longarts en kaderarts palliatieve zorg in het Rode Kruis Ziekenhuis en een van de oprichters van de stichting RozeinWit.

‘Vlak voor de officiële oprichting van de stichting RozeinWit werd ik onzeker: is dit wel echt nodig in Nederland? Ik schrok van de overweldigende reacties; inmiddels hebben ruim vijfhonderd artsen zich aangesloten, dertig daarvan zetten zich actief in voor de stichting. Niet alleen LHBTIQ+ collega’s (lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transpersoon, intersekse persoon of queer), maar ook zogeheten straight allies. ‘Het zit ‘m in kleine dingen. De vraag “heb je een vriend?” was twintig jaar geleden, toen ik een relatie met een man had, geen enkel punt. Nu denk ik na voordat ik antwoord geef. Staat deze vragensteller open voor LHBTIQ+? Zeg ik dat ik met een vrouw getrouwd ben, of laat ik het gaan? Als mij echter wordt gevraagd “heb je een relatie?”, dan heb ik een totaal andere ervaring. En vergeet niet, dat geldt ook voor LHBTIQ+ patiënten. Met “heeft u een partner?” ben je sensitief en geef je je LHBTIQ+ patiënten een veiliger gevoel.

‘Als LHBTIQ+ is het mijn tweede natuur af te tasten of je jezelf kunt zijn. Die antenne is ontwikkeld door eerdere ervaringen van onveiligheid. Want ook al ben je door de wet beschermd - wat geen vanzelfsprekendheid is, in 71 landen is homoseksualiteit strafbaar - is er nog altijd veel discriminatie en geweld. Het doet echt wat met je als je wordt uitgescholden en bespuugd omdat je hand in hand loopt. Dus leef ik altijd met de vraag: wanneer vertel je het, en tegen wie wel en wie niet? Vooral voor jonge artsen kan het antwoord op die vraag heel lastig zijn, want zij hebben te maken met een machtsverhouding. Stel dat je je opleider hoort zeggen ‘die homo stelt zich aan’. Dat gebeurt gewoon. Dan moet je heel sterk in je schoenen staan om te vertellen dat je als man zelf op mannen valt.

‘Het is dus fijn te weten dat iedereen er oké mee is. Dat het veilig is om jezelf te zijn, en dat je niet hoeft af te tasten. Wat goed werkt, is een regenboog-magneetje in je spreekkamer ophangen. Een visueel signaal dat LHBTIQ+ - collega’s én patiënten - toont dat ze hun antenne kunnen intrekken niet op hun ‘qui-vive’ hoeven te zijn. Daarmee help je negen tot tien procent van de bevolking. ‘Van de Amerikaanse Gay and Lesbian Medical Association (al veertig jaar actief) kregen wij het advies kleine stappen te nemen. Onze focus ligt nu op onderwijs over LHBTIQ+ in het geneeskunde curriculum. Daarmee verbeteren we de kennis over roze diversiteit (seksuele oriëntatie, sekse en genderdiversiteit) maar ook over gezondheidsverschillen bij de verschillende letters en in de diverse levensfasen. De bestaande casuïstiek werkt vaak stigmatiserend in plaats van normaliserend. Het gaat daarin bijvoorbeeld over een homoseksuele steward die hiv heeft, terwijl wordt genegeerd dat LHBTIQ+-patiënten vaker kampen met verslavingen en trauma’s dan heteroseksuele patiënten. Alleen met díe kennis kun je je patiënt optimaal behandelen.

‘Iedere arts wil de ander een veilig gevoel geven. Toch zal een deel van de collega’s vasthouden aan een ouderwetse visie die die ambitie in de weg zit. Dit zijn niet degenen die we willen bereiken; hen verander je niet. Het gaat om artsen die zich nog niet bewust zijn van de antennes en gezondheidsverschillen, maar die als ze het eenmaal wel weten, een groot verschil kunnen maken. Hen laten we zien hoe simpel het is om je LHBTIQ+-antenne aan te zetten. ‘En artsen kunnen meer doen. Bijvoorbeeld door hun naam op onze website te zetten. Patiënten, maar ook bijvoorbeeld coassistenten kijken erop. Het is een van de bouwstenen voor mijn droom om iedereen, LHBTIQ+ of niet, een onbekommerd en veilig gevoel te geven. Binnen en buiten het ziekenhuis. Uiteindelijk hoop ik te kunnen zeggen: RozeinWit is inderdaad niet nodig.’

Karin Pool (1972) is longarts en kaderarts palliatieve zorg in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk en getrouwd met Petra. In 2018 richtte zij samen met collega’s Geert Rootmensen en Chris Rikers de stichting RozeinWit op. De stichting steunen kan door het statement te onderschrijven op rozeinwit.nl. Luister ook de podcast van KoffieCo aflevering 80.

Download het artikel als pdf

Lees meer artikelen uit het magazine