Interview Peter Paul van Benthem: ‘Iedereen heeft ontzettend veel leed gezien, en stond vaak met lege handen’

Peter Paul van Benthem over de meest trieste en boeiende periode voor de medicus

Niet vaak krijgt een voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten het hoofdtoneel in dit magazine. Maar de manier waarop Peter Paul van Benthem en de Federatie tijdens de eerste golf van COVID-19 acteerden, vraagt om een toelichting.

Schrik en opluchting lagen dicht bij elkaar. Na het derde COVID-19 webinar van de Federatie op 24 maart kreeg bestuursvoorzitter Peter Paul van Benthem het even te zwaar. ‘Ik had tot die tijd mentaal gezien gezonde afstand kunnen houden. Maar de ervaringen die collega’s toen met bijna tweeduizend lotgenoten deelden... Het was heftig om te zien hoe deze professionals hun emoties nog maar net onder de oppervlakte konden houden. Je voelde hun worsteling met het tekort aan beschermingsmiddelen, de aanzwellende toestroom van patiënten, de confrontatie met hun angstige doodstrijd en de onbekendheid met het virus. Na afloop greep het me naar de keel. Ik dacht: “Die curve buigt nooit op tijd af, we gaan het niet redden.”

Roes

Zelf had Peter Paul als kno-arts weliswaar niet aan het bed van COVID-19 patiënten gestaan, maar hij was wel vanaf eind februari zeer gefocust bezig geweest met de uitbraak. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat overlegde hij met alle relevante spelers in de strijd tegen de COVID-19 pandemie. De Federatie pakte onder zijn leiding haar volle verantwoordelijkheid: op inhoud meesturen en zorgen voor optimale kennisdeling. Nooit wist hij aan het begin van de dag hoe die zou eindigen. Eén ding wist hij wel: ‘De intrinsieke motivatie van specialisten om hun patiënten altijd zo goed mogelijk te helpen en de zorg te verbeteren kwam tot volle wasdom. Met grote snelheid en onder grote druk organiseerden ze innovatieve zorg, in onbaatzuchtige coalities met partners in de zorgketen, en intern in samenwerking met andere specialisten, verpleegkundigen, anesthesiemedewerkers, OK-assistenten, stafleden en bestuurders. En diezelfde energie en inzet zag ik bij de medewerkers van het bureau van de Federatie die dag en nacht in de weer waren.’

Ommekeer

De Federatie bood de helpende hand door specialisten te verbinden, door kennis te delen aan de hand van webinars met duizenden deelnemers, en door meer dan dertig leidraden en richtlijnen. Die werden in een paar maanden tijd gemaakt, vaak in samenwerking met andere partijen, zoals het RIVM en de IGJ. Peter Paul schetst: Van de ene op de andere dag vroeg de maatschappij ons medisch leiderschap te tonen. Specialisten toonden altijd al leiderschap, maar in stilte. Hij beschouwt: ‘Deze crisis raakte iedereen. Het lag op ons domein, dus tilde men de medisch specialist op het podium. Iedereen zag wat er gebeurt als je ruimte geeft aan de intrinsieke motivatie van specialisten, wat voor moois er kan ontstaan als medisch leiderschap wordt gevolgd. In die geest handelde ook de Federatie. En het is fijn dat die boodschap ook in politiek Den Haag gehoord is.’

Urgentie

Hoe anders was dat begin maart. Premier Rutte pakte op 9 maart per ongeluk - maar opvallend nonchalant - de hand van Jaap van Dissel. Net nadat hij handen schudden had afgeraden. ‘Op dat bewustzijnsniveau zaten veel politici nog, terwijl het de dokters in Brabantse ziekenhuizen al bijna over de schoenen liep.’ In het eerste webinar van 14 maart luidden die collega’s de noodklok. Honderden deelnemers wilden de vragen over het sluiten van scholen besproken hebben. ‘Ik wilde de inhoud echter centraal stellen, en de politiek erbuiten laten, dus heb die vragen toen niet besproken.’ Dat gebeurde wel tijdens de ‘nazit’ van het webinar, toen kwam de urgentie naar voren van verdergaande maatregelen, waaronder ook het sluiten van de scholen. In de loop van de dag belden veel collega’s met de vraag waarom er nog steeds scholen open waren. Deskundigen waren het niet eens over de rol van kinderen bij het overbrengen van het virus.’ Het bestuur besloot toen met een nieuwsbericht een signaal af te geven: “OMT en kabinet, denk goed na over de onderbouwing.” En: “Bij twijfel liever niet inhalen.” Natuurlijk in het volle besef dat het kabinet beslist, op advies van het OMT. ‘Daar tornden wij niet aan. Ook bij de achterban heerste echter verdeeldheid over de rol van kinderen. Dat vond ik moeilijk. Als voorzitter wil ik verbinden, niet polariseren. Het bestuur heeft achteraf dan ook een goed gesprek gevoerd met de voorzitters van de wetenschappelijke verenigingen. We kregen het vertrouwen.’

Opluchting

De laatste tijd hoort Peter Paul van steeds meer deskundigen: “Het zou zomaar kunnen dat jullie signaal het besef in politiek Den Haag heeft gebracht dat verdergaande maatregelen nodig waren.” In ieder geval kwam een dag na het nieuwsbericht, op 15 maart, de intelligente lockdown. Op dinsdag 7 april lagen 1.323 Nederlanders met corona op de IC’s, waarna de daling zou inzetten, een dag of vijf voordat de maximale IC-capaciteit zou worden bereikt. ‘De maatregelen hadden dus geen week later moeten komen.’

De vrijdag voor de piek had hij nog laat op de avond contact gehad met Ronnie van Diemen, inspecteur-generaal van de IGJ. ‘Het lijkt erop dat de IC-bezetting toch minder snel oploopt dan we vreesden’, zei ze. ‘Dat geeft ons meer tijd om te beslissen over jullie concept triage document code zwart.’ Peter Paul: ‘Juist die ultieme triage had ons ontzettend zorgen gebaard en met weerzin vervuld, maar we wisten dat we onze dokters niet met lege handen konden laten staan bij een absoluut tekort aan IC-bedden.’

Toen de daling inzette, kwam de opluchting en gleed alle spanning van hem af. Om plaats te maken voor grote leegte. ‘De dag erna kon ik mezelf nauwelijks motiveren. Ik stuurde op de automatische piloot, voelde me gedissocieerd en merkte dit ook bij anderen. Gelukkig kon ik me snel herpakken.’ De voorzitter ervaarde gaandeweg steeds meer steun bij de achterban. Wildvreemden stuurden hem berichten: ‘We kennen elkaar niet, maar wat goed dat jullie je hard maken voor ons.’ Bij een afdelingsoverleg van een medebestuurslid vertelden specialisten spontaan dat ze trots waren aangesloten te zijn bij de Federatie. ‘Als mensen zonder belang zo hun waardering uitspreken voor een Federatie die nog maar vijf jaar bestaat, dan weet ik waarvoor ik dit doe.’

Ascetisch leven

In de loop van mei kreeg de medische wereld weer ademruimte. Hoe Peter Paul tot die tijd op de been is gebleven? ‘Simpel eigenlijk: goed slapen, een relativerend gesprek met mijn vrouw, geen alcohol en gedisciplineerd leven. Ik viel drie kilo af. Dat is me nooit gelukt met mountainbiken in de bossen rondom mijn woonplaats Apeldoorn, haha, iets waar ik trouwens in deze tijd sowieso niet aan toegekomen ben. Een beetje ascetisch leven behoedde me ook voor kokervisie; ik nam bedenktijd. Daarnaast heeft mijn gezin gelukkig heel goed begrepen waarin ik verzeild geraakt was.’ En dat is? ‘De meest trieste maar ook meest boeiende periode die je als medicus kunt meemaken. Als ik alleen al kijk naar alle jonge artsen die zich van hun beste kant toonden. Wat een start van hun carrière. Een onbekend virus, de verantwoordelijkheid, de solidariteit, de relevantie van je werk. Natuurlijk hebben we als sector uitdagingen; iedereen heeft ook ontzettend veel leed gezien, en stond vaak met lege handen. Dat heeft impact en laat zien hoe belangrijk peer support is. Maar zo’n diepe ervaring neem je mee, en helpt jongeren de toekomst van ons vak te vormen.’

Download het artikel als pdf

Lees meer artikelen uit het magazine