Pleidooi gynaecoloog Wouter Hehenkamp: Denk twee keer na voor je vliegt
Gynaecoloog en net benoemd hoogleraar duurzaamheid in de zorg Wouter Hehenkamp stopte vijf jaar geleden met vliegen naar medische congressen. ‘Als je als ziekenhuis wilt verduurzamen’, zegt hij, ‘is dit het laaghangende fruit met de meeste impact.’
‘Voor een driedaags congres op en neer vliegen naar Rio de Janeiro? Ik vond dat soort werkreisjes altijd hartstikke leuk. Maar vijf jaar geleden kreeg ik een climate epiphany. Met mijn pasgeboren zoontje in mijn armen zat ik naar een natuurdocumentaire te kijken. Als we over de planetaire grenzen blijven gaan, besefte ik, zullen toekomstige generaties daaronder lijden. Toen dat tot me doordrong, ging de knop om.
Thuis spraken we af dat we op allerlei vlakken zouden proberen onze consumptie met 80 procent terug te brengen. Minder autorijden, energie besparen, minder vliegen. Namen we vroeger soms twee keer per jaar het vliegtuig, nu eens in de zoveel jaar. Voor mijn werk heb ik helemaal niet meer gevlogen.
De klimaatcrisis is ook een gezondheidscrisis. Meer mensen zullen lijden onder bijvoorbeeld infecties, hitte en astma. Juist daarom zou je als arts je verantwoordelijkheid moeten nemen; ik merk dat veel collega’s daartoe bereid zijn. Wil je iets doen, dan is niet vliegen een relatief klein offer met een enorme impact. De zorg heeft in Nederland 7,3 procent aandeel in de uitstoot van CO2. Ziekenhuizen doen veel moeite om dat te verminderen. Neem mijn eigen vakgebied, de gynaecologie. Een academisch ziekenhuis gooit jaarlijks rond de 9.000 plastic specula weg. Door terug te gaan naar herbruikbare metalen specula, besparen we per jaar 1.500 kilo CO2. Zet dat eens af tegen het schrappen van een vliegreis. Als één arts afziet van een medisch congres in New York, scheelt dat 2.100 kilo CO2.
Ik zeg niet dat je nooit meer naar een congres mag vliegen. Mijn punt is dat het goed zou zijn om een strenge afweging te maken. Vliegen is écht heel vervuilend, is dit congres dat waard? In veel gevallen is de meerwaarde beperkt. Natuurlijk, elkaar ontmoeten is leuker dan een videoconferentie, maar “leuk” vind ik een te slap argument om zoveel uitstoot te genereren. En dat fijne gesprek met die arts uit Canada, krijgen jouw patiënten daardoor een betere behandeling? Als je keuzes moet maken, dan liever dit dan beknibbelen op materiaal of - erger nog - op de zorg zelf.
“Als wij niet vliegen en anderen wel, dan kunnen wij als enige ons netwerk niet onderhouden”, is een veelgehoord tegenargument. “Juist aan de bar heb je de beste gesprekken en ontstaan er ideeën.” Dat informele samenzijn kun je ook op Texel organiseren, met vakgenoten uit Nederland. Misschien kun je met buitenlandse collega’s afspreken elkaar minder vaak te ontmoeten en vaker te zoomen. En vraag je af: moeten we echt met zijn tienen naar Barcelona, of kan het met minder? Zelf ga ik alleen naar congressen waar ik met de trein naartoe kan. Ik hoor daar veel scepsis over, maar de meeste reizen gaan probleemloos en onderweg kan ik prima werken. De reis duurt langer en is soms duurder, maar dat kun je compenseren met de tijd en het geld dat je overhoudt als je een aantal congressen schrapt.
Ik snap dat je niet als enige wilt wegblijven bij een congres. Daarom moeten we met alle ziekenhuizen samen op zoek naar een benchmark. Hoeveel vliegen vinden we toelaatbaar? Je zou per vakgroep een carbon budget kunnen vaststellen, rekening houdend met hoe groot je team is en hoe noodzakelijk congresbezoeken zijn. Het zal wennen zijn, want inleveren is niet leuk, maar het grote geheel wordt er beter van.’
Wouter Hehenkamp is gynaecoloog in Amsterdam UMC. Op 4 april van dit jaar werd hij benoemd tot hoogleraar gynaecologie gericht op doelmatige en duurzame zorg aan de Universiteit van Amsterdam.
Download het artikel als pdf
Lees meer artikelen uit het magazine