Aan de start: patholoog Shoko Vos
‘Goede zorg begint met de juiste diagnose, en daar komt patholoog Shoko Vos om de hoek kijken. ‘Dat je daar slechts een minuscuul stukje weefsel voor nodig hebt, intrigeert me.’
Ze begon niet aan de opleiding geneeskunde met het idee om patholoog te worden. ‘Gaandeweg groeide mijn interesse in de pathofysiologie en de diagnostiek van ziektes - dat vond ik interessanter dan de behandeling zelf. Toen een collega-student over haar coschap pathologie vertelde, werd ik nog enthousiaster. Hoewel ik mijn keuzecoschap al had vastgelegd - op de afdeling neonatologie in het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch notabene - voelde ik heel sterk: ik moet dit afzeggen en voor pathologie kiezen.’
Verbaasde die switch je?
‘Op sommige momenten dacht ik: ga ik dit echt doen? Het betekende namelijk dat ik nooit direct met patiënten zou werken, iets wat je wel voor ogen hebt als je geneeskunde studeert. Dat was even schakelen.’
Was het een goede zet?
‘Vanaf dag één dacht ik: wauw, dit is het gewoon.’
De nadruk ligt niet meer op genezen, maar op onderzoek. Waar zit voor jou de uitdaging?
‘Goede zorg begint met de juiste diagnose. Ik wil daarom zo goed mogelijk weten wat een patiënt mankeert. Dat je daar slechts een klein stukje weefsel voor nodig hebt, intrigeert me. Bij een leverbiopt kijk je bijvoorbeeld naar één vijftigduizendste deel van de lever, maar je ziet wel afwijkingen die het klinische beeld kunnen verklaren. Fascinerend.’
Hoe kijk je naar patiënten, zie je ze eigenlijk als mens of als casus?
‘In principe niet als mens, ik kijk puur naar het weefsel en wat daarin te zien is. Dat betekent niet dat er nooit een casus bijblijft.’
Zoals?
‘Onlangs had ik te maken met een jongeman met een snelgroeiende zwelling in de thorax. De arts vroeg of ik het weefsel zo snel mogelijk kon onderzoeken. Samen met mijn collega’s uit het lab zette ik alles op alles, en aan het einde van de dag had ik een diagnose - ik was ontzettend opgelucht. Toen ik de arts belde, bleek de patiënt echter al overleden. Dat was een klap in mijn gezicht.’
Je werkt veel samen met andere medisch specialisten. Wat valt je daarbij op?
‘Sommige clinici weten aardig wat over pathologie, anderen hebben weinig idee van wat ons vak inhoudt en hoeveel werk erin zit. Ook is er het vooroordeel dat we met name onderzoek doen op overleden patiënten, in de kelder van het ziekenhuis.’
En, zit je in de kelder?
‘Ha, nee, ik zit op de tweede tot en met de vierde verdieping. De obductieruimte is overigens wel in de kelder, maar dat is nog geen vijf procent van ons werk.’
Wanneer moet je langer naar een afwijking speuren?
‘Laatst onderzocht ik weefsel van de twaalfvingerige darm van een patiënt die met klachten in de bovenbuik kampte. Er zaten tumorcellen verstopt in de vaatjes in het slijmvlies, en uiteindelijk bleek de patiënt alvleesklierkanker te hebben - een compleet andere diagnose.’
Wat maakt jou anders dan anderen?
‘Ik heb een brede blik. Zo studeerde ik ook nog een jaar kunstfilosofie en geschiedenis en kwam ik in aanraking met het vak medische ethiek. Dat lijkt mijlenver af te staan van de pathologie, maar er zijn genoeg ethische aspecten op het vlak van digitalisering en kunstmatige intelligentie.’
Wat kunnen ervaren pathologen leren van de jonge garde?
‘De pathologie maakt veel technologische ontwikkelingen door - denk aan het bekijken van coupes op een computerscherm in plaats van onder de microscoop. Op zich is het logisch dat jonge mensen die nieuwe technieken makkelijker eigen maken, maar sommige ervaren pathologen blijven daar terughoudend in.’
En andersom?
‘Er zijn steeds meer subspecialisaties in de pathologie, maar de oudere garde is nog breed opgeleid. Die hebben dus een bak aan ervaring waar de jonge garde van kan leren. Ik ben sowieso van mening dat je laagdrempelig ervaren collega’s erbij moet kunnen vragen als je twijfelt over een casus.’
Heb jij een lijfspreuk?
‘Op mijn werkkamer hangt een poster met een spreuk van K. Schippers: ‘Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is’. Die vind ik heel toepasselijk op mijn werk. Allereerst letterlijk, omdat wij het weefsel kleuren. Maar ook omdat mensen dus vaak denken dat pathologie zwartwit is - terwijl juist de correlatie met de kliniek zo belangrijk is.’
Shoko Vos
- GEBOREN op 4 oktober 1988 in Amersfoort
- VOLGDE haar opleiding geneeskunde van 2006 tot 2013 in Utrecht. Volgde de opleiding tot patholoog van 2014 tot 2019 in het UMC Utrecht
- WERKT als patholoog in het Radboudumc met de aandachtsgebieden thorax- en maag-darm-leverpathologie
- WOONT samen en is moeder van twee kinderen van 4 en 1
- HOBBY’S zijn uit eten gaan en nieuwe restaurants uitproberen, yoga, wandelen met de kinderen, musea bezoeken, film en (kinder)theater
- SERIE Borgen
- HOUDT VAN filmhuis-films zoals Departures, en van Japanse animatiefilms zoals Grave of the Fireflies
Download dit artikel als pdf
Lees meer artikelen uit het magazine