Interview met internist-endocrinoloog en voorzitter NIV Robin Peeters: 'We mogen niet vergeten hoeveel vooruitgang er al is geboekt'

Dit artikel is onderdeel van het dossier 'COVID-19: Omgaan met onzekerheid' in het magazine Medisch Specialist.

‘We evalueren continu, we blijven uitdragen dat we het met alle specialismen samen doen, en we worden er steeds beter in.’ Dat is het mentaal recept waarmee internist en voorzitter van de Nederlandse Internisten Vereniging Robin Peeters de rest van de coronacrisis hoopt aan te kunnen. Daarbij krijgt hij energie van de jonge dokters om zich heen.

Inspirerend, noemt Peeters de aios in zijn ziekenhuis, het Erasmus MC. ‘Ze spelen een belangrijke rol, en ze pakken die echt zelf. Als wij op vrijdag aan zien komen dat we in het weekend iemand extra nodig hebben, dan hoeven we nooit lang te zoeken. Ons rooster is meteen gevuld.’ Of hij die specialisten in opleiding daarvoor ook geregeld prijst? ‘Je kunt ze niet elke week in het zonnetje zetten, maar we geven ze die waardering wel, ja.’

Het op peil houden van teamgevoel en solidariteit, zowel binnen het ziekenhuis als tussen ziekenhuizen, heeft volgens hem meer effect dan - pakweg - een zorgbonus. ‘Voor het ziekenhuis als geheel is financiële zekerheid natuurlijk cruciaal.

Maar dokters en verpleegkundigen doen dit werk allemaal omdat ze patiënten willen helpen. Wel of niet een zorgbonus verandert weinig aan die motivatie. We willen alle patiënten zo goed mogelijke zorg kunnen bieden, en dat blijft de komende tijd spannend.’

Op het moment van schrijven, eind oktober, is de reguliere zorg zo’n 20 procent afgeschaald. Het zijn (nog) vooral de internisten en de longartsen die belast zijn met de COVID-zorg. Dat is een van de grote verschillen met de eerste golf, merkt Peeters op. ‘Toen liet iedereen alles uit zijn handen vallen en kwamen ook andere specialisten ons helpen, zoals de cardiologen en neurologen. Nu loopt ook bij hen alles nog gewoon door. Terecht, we hebben geleerd dat rigoureus afschalen ook gezondheidsschade oplevert.’

Niet doemdenken

Voelde de COVID-zorg dit voorjaar nog als een sprint die iedereen onvoorbereid moest trekken, nu is duidelijk dat het een lange adem vergt. Waarbij het verloop afhangt van hoe de bevolking zich gedraagt. ‘En dat is niet te voorspellen. Het enige zekere is dat het virus goed gedijt bij laksheid.’ Peeters hoort om zich heen dat er naast respect en waardering ook steeds meer verzet klinkt vanuit de samenleving. ‘Ik heb het zelf zó druk dat ik van die reacties in de maatschappij eigenlijk niets merk’, zegt hij. ‘Ik heb zelfs geen tijd om ergens moedeloos van te worden, en ik wíl ook niet doemdenken. Bovendien raakt het ons allemaal, niet alleen de zorg. Ik heb vrienden met een eigen bedrijf in de horeca. Die hebben heel andere problemen.’

Psychische ondersteuning

In het Erasmus MC is er psychische ondersteuning voor personeel dat daar behoefte aan heeft. En in zijn eigen groep zorgt Peeters dat er voor en na elke dienst goed wordt gepraat en geëvalueerd. Dat knelpunten meteen worden aangepakt. Hij wil nergens scheve gezichten, en iedereen moet beseffen dat het een klus is om gezamenlijk aan te pakken. ‘Ik ben ook erg geschrokken van het onderzoek waaruit bleek hoeveel ic-verpleegkundigen na de eerste golf met vermoeidheid en depressie kampten. Direct na de eerste golf hebben wij met volle inzet de reguliere zorg weer opgestart, waardoor er nauwelijks tijd is geweest om bij te komen. Daar hebben we oog voor en ik doe er alles aan om het ontstaan van dit soort klachten binnen mijn staf te voorkomen.’

Wat we niet mogen vergeten, benadrukt Peeters, is hoeveel vooruitgang er al is geboekt. ‘Het feit dat we nu relatief veel meer patiënten in de kliniek hebben dan op de ic’s, getuigt van betere behandelingen, al kunnen we bij lang niet alle patiënten een ic-opname voorkomen. We kunnen medica-menteus nu veel meer dan in de eerste golf. Toen hadden we ook tekorten aan apparatuur en bescherming. Dat soort zaken is nu allemaal geregeld. We zijn ook beter in de patiënten opvang, in het betrekken van de anderhalvelijnszorg en in het uitplaatsen om de druk op het aantal ziekenhuisbedden te verlichten.’

Elke dag leren

Hij noemt tot slot het onderzoek van het Erasmus MC, het LUMC en Sanquin, waarin ouderen en kwetsbaren die besmet zijn maar nog niet opgenomen, behandeld worden met plasma met antistoffen van ex-COVID-patiënten (www.coronaplasmastudie.nl). ‘Ook daarvan hopen we dat het leidt tot een betere behandeling en minder opnames. Ik put hoop uit zulke ontwikkelingen, die vaak alleen in de zijlijn van de berichtgeving genoemd worden, maar wel wezenlijk invloed hebben.’ Het is elke dag leren, vat hij zijn ervaringen samen. ‘En je neemt al die dingen weer mee naar de toekomst, of het nou één lange tweede golf wordt, of straks een derde en een vierde.’

Robin Peeters, internist-endocrinoloog, voorzitter Nederlandse Internisten Vereniging

Download dit artikel en het dossier als pdf

Lees meer artikelen uit magazine